100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting In Balans - Bedrijfseconomie in balans HAVO Theorieboek 1 & 2: Hoofdstuk 17 t/m 24 $5.96   Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting In Balans - Bedrijfseconomie in balans HAVO Theorieboek 1 & 2: Hoofdstuk 17 t/m 24

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Uitgebreide samenvatting In Balans - Bedrijfseconomie in balans HAVO Theorieboek 1 & 2: Hoofdstuk 17 t/m 24! bloed, zweet en tranen bij het maken van deze samenvatting. Deze samenvatting is te gebruiken in 4 en 5 havo . In deze uitgebreide samenvatting staan veel voorbeelden, begrippen goed uitgel...

[Show more]

Preview 4 out of 35  pages

  • No
  • Hoofdstuk 17 t/m 24
  • September 2, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Hoofdstuk 17 Eigen vermogen
Paragraaf 1 aandelenkapitaal
garantiefunctie eigen vermogen = het eigen vermogen vormt een buffer om
mogelijke verliezen op te vangen

aandeel = een bewijs van deelname in het eigen vermogen van een bv/nv

nominale waarde = het bedrag dat je voor het aandeel moet betalen als je het wilt
kopen

emissiekoers = de door de onderneming vastgestelde prijs waartegen beleggers
nieuwe aandelen kunnen kopen
(om bijvoorbeeld de aandelenkoers te uitbreiden)

maatschappelijk aandelenkapitaal = het totaalbedrag dat de nv aan aandelen mag
uitgeven.

geplaatst aandelenkapitaal = het maatschappelijk aandelenkapitaal verminderd met
het bedrag van de niet-uitgegeven aandelen. Het geplaatst aandelenkapitaal is dus
het nominale bedrag van de werkelijke uitgegeven aandelen

belegger = iemand die effecten koopt in de verwachting eraan te verdienen

dividend = uitkering uit de winst voor aandeelhouders

koerswinst = een waardestijging van de aandelen

tantième = een winstuitkering voor commissarissen en personeelsleden

Paragraaf 2 Emissie van aandelen
prospectus = een brochure waarin alle bijzonderheden over een aandelenemissie
zijn opgenomen

zoals:
- het doel van de emissie
- een overzicht van resultaten van de voorafgaande jaren en de verwachtingen
voor de toekomst
- de winstverdeling volgens statuten
- de prijs waartegen de uitgegeven aandelen plaatsvindt
- de plaatsing- en betaaldatum

de nv moet de emissiekoers vastleggen (moet lager dan de de prijs op de
effectenbeurs). Voor het vastleggen van de emissiekoers zijn er drie mogelijkheden:



1

,agio = het verschil tussen de emissiekoers en de nominale waarde

1. A pari
= als een nv aandelen plaats a pari, is de emissiekoers gelijk aan nominale
waarde

2. Boven pari
= als een nv aandelen plaatst boven pari, is de emissiekoers hoger dan de
nominale waarde
redenen: de toekomstverwachtingen van de nv zijn goed, dus
aandeelhouders willen meer betalen dan de nominale waarde voor het
aandeel en bij uitbreiding van het aandelenkapitaal van bestaand nv’s komen
er nieuwe aandeelhouders bij

3. Beneden pari
= als een nv aandelen plaatst beneden pari, is de emissiekoers lager dan de
nominale waarde. Dit doet een nv alleen maar als zij zelf de aandelen niet a
pari of boven pari kan plaatsen en erg dringend nieuw vermogen nodig heeft

Paragraaf 3 Reserves
reserve = dat deel van het eigen vermogen dat aanwezig is boven het geplaatste
aandelenkapitaal en de winst na belasting

1. winstreserve
= reserve door het inhouden van winsten

2. agioreserve
= reserve door het uitgeven van aandelen boven pari

3. herwaarderingsreserve
= reserve door het herwaarderen van vaste activa vanwege prijsstijging

4. formele reserves
= reserves die credit op de balans staan

5. materiële reserves
= reserve-activa, deze staan debet op de balans. Vaak beleggingen die snel
in het geld zijn om te zetten

doel reserves:
- het vergroten van het weerstandsvermogen van de onderneming →
- het vervangen van vreemd vermogen door eigen vermogen
- dividendstabilisatie
- uitbreiding


2

,reserves kunnen op de volgende manieren minder worden of zelfs van de balans
verdwijnen:
- geleden verliezen worden afgeboekt ten laste van de reserve
- na een waardedaling van vaste activa neemt de herwaarderingsreserve af
- de reserve wordt gebruikt voor het doel waarvoor zij is gecreëerd
- uit de reserve worden de aan de aandeelhouders gratis aandelen uitgekeerd.
We spreken dan van een agiobonus

Paragraaf 4 intrinsieke waarde
onder de intrinsieke waarde van een onderneming verstaan we de waarde van de
onderneming volgens de balansgegevens. We kunnen de intrinsieke waarde op 2
manieren berekenen, namelijk:
1. intrinsieke waarde = bezittingen verminderd met het vreemd vermogen
2. intrinsieke waarde = eigen vermogen




koersvorming = deze komt tot stand door het intrinsieke waarde,
toekomstverwachtingen, gedrag van speculanten en geruchten

Paragraaf 5 dividend
het dividendpercentage dat de aandeelhouders ontvangen, berekenen we over het
geplaatste aandelenkapitaal
aandelenkapitaal = geplaatste aandelen x nominale waarde

cashdividend = een dividenduitkering in contanten
stockdividend = een dividenduitkering in aandelen




of




voordelen van de combinatie van stockdividend/cashdividend ten opzicht van
uitsluitend cashdividend voor de onderneming:
- lagere afname liquide middelen
- mogelijk minder lenen
- toename eigen vermogen




3

, nadeel van stockdividend ten opzichte van cashdividend voor de onderneming:
door de toename van het nominaal geplaatst aandelenkapitaal moet de
onderneming in de toekomst ver een hoger geplaatst aandelenkapitaal dividend
uitkeren

voordeel van stockdividend ten opzichte van cashdividend voor de aandeelhouder:
de extra aandelen kunnen tegen een hogere waarde dan de nominale waarde
verkocht worden

nadelen van stockdividend ten opzichte van cashdividend voor de aandeelhouders:
- extra moeite om het stockdividend in contanten om te zetten
- minder goed verkoopbaar bij een slechte situatie van de onderneming

Hoofdstuk 18 Vreemd vermogen
Paragraaf 1 Onderhandse lening
vreemd vermogen op lange termijn is vermogen dat beschikbaar langer dan 1 jaar
en vreemd vermogen op korte termijn is vermogen dat beschikbaar minder dan 1
jaar is. Op een vreemd vermogen moet worden afgelost. Het deel van een
langlopende lening dat binnen 1 jaar moet worden afgelost, rekenen bij het kort
vreemd vermogen en het deel dat langer beschikbaar is dan 1 jaar tot het lang
vreemd vermogen

voorbeelden:
leverancierskrediet, belastingschulden en een rekening-courant bij de bank

onderhandse lening = een lening op lange termijn die door 1 geldgever wordt
versterkt. De geldgever en geldnemer overleggen rechtstreeks met elkaar om de
leningsvoorwaarden onderling te regelen

voordeel: directe overleg en nauwelijks bijkomende kosten (bemiddelingskosten)
nadeel: soms worden niet alle afspraken goed vastgelegd → dan kunnen er
conflicten komen

achtergestelde lening = een lening waarop pas hoeft te worden betaald als alle
andere schulden zijn betaald

risico: geldgever kan zijn geld misschien niet terug krijgen

Paragraaf 2 Hypothecaire lening
hypothecaire lening = een geldlening op onderpand van een onroerende zaak




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sophie412. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96
  • (0)
  Add to cart