Chapter 1: What is organizational behaviour?
Google is een goed voorbeeld van een bedrijf dat herkend dat de sleutel tot haar succes de
werknemers zijn. Als de werknemers effectief gemanaged worden, zijn ze een stuk
productiever.
Managers krijgen dingen voor elkaar door andere mensen aan het werk te zetten. Ze maken
beslissingen, wijzen middelen toe en sturen de activiteiten van anderen aan om doelen te
bereiken.
De functie van een manager kan worden onderverdeeld in 4 verschillende taken:
Functies van managers:
1. Plannen: beschrijven van de doelen van de organisatie, het opzetten van een
strategie om deze doelen te bereiken en het ontwikkelen van verschillende plannen
voor het integreren en coördineren van activiteiten.
2. Organiseren: bepalen welke taken gedaan moeten worden, wie deze taken moet
uitvoeren, hoe de taken worden gegroepeerd, wie aan wie rapporteert en
beslissingen maken waar dit moet gebeuren.
3. Leiding geven: het motiveren van werknemers, hun activiteiten sturen, de meest
effectieve communicatie kanalen selecteren en problemen tussen werknemers
oplossen.
4. Controleren: controleren of alles volgens plan wordt uitgevoerd en het corrigeren van
eventuele afwijkingen.
Mintzberg’s managerial roles
,4 managementactiviteiten:
1. Traditional management: het maken van beslissingen, plannen en controleren.
2. Communication: het uitwisselen van routine-informatie en het verwerken van
papierwerk.
3. Human resource management: motiveren, disciplineren, conflicten managen en
trainen.
4. Networking: socializen, politisering en interactie met buitenstaanders.
Verdeling van activiteiten bij verschillende werknemers
Organizational behaviour (OB): een onderzoeksgebied dat de impact onderzoekt die
individuen, groepen en structuur hebben op het gedrag binnen organisaties, met als doel
deze kennis toe te passen om de effectiviteit van een organisatie te verbeteren.
Systematic study: het kijken naar relaties, het proberen toe te schrijven aan oorzaken en
gevolgen en het trekken van conclusies op basis van wetenschappelijk bewijs.
Based management (EBM): het nemen van managementbeslissingen op basis van het
beste beschikbare wetenschappelijke bewijs.
Intuition:een onderbuikgevoel dat niet noodzakelijkerwijs door onderzoek wordt ondersteund.
Big Data: het uitgebreide gebruik van statistische compilatie en analyse
Intuïtie klopt niet altijd, maar ook onderzoek blijkt niet altijd juist te zijn. Daarom is de
oplossing voor de manager beide te combineren. Gebruik zoveel mogelijk wetenschappelijk
bewijs (EBM) als aanvulling op intuïtie en ervaring.
,Psychologie: de wetenschap die probeert het gedrag van mensen en andere dieren te
meten, verklaren en soms te veranderen.
Sociale psychologie: een gebied van de psychologie dat concepten uit de psychologie en de
sociologie combineert en dat zich richt op de invloed van mensen op elkaar.
Sociologie: de studie van mensen in relatie tot hun sociale omgeving of cultuur.
Anthropologie: de studie van samenlevingen om te leren over de mens en zijn activiteiten.
Een van de meest belangrijke uitdagingen voor organisaties is workforce diversity.
Workforce diversity: het concept dat organisaties heterogener worden in termen van
geslacht, leeftijd, ras, etniciteit, seksuele geaardheid en inclusie van andere diverse
groepen.
Positive organizational scholarship: een gebied van OB-onderzoek dat betrekking heeft op
de manier waarop organisaties menselijke kracht ontwikkelen, vitaliteit en veerkracht
bevorderen en potentieel ontsluiten.
Ethical dilemmas and ethical choices: situaties waarin individuen nodig zijn om goed en
foutief gedrag te definiëren.
Het bepalen van correct gedrag is moeilijk in een wereldwijde economie, omdat
verschillende culturen een verschillend perspectief hebben op bepaalde ethische kwesties.
Managers moeten een ethisch gezond klimaat creëren voor zijn of haar medewerkers, waar
ze hun werk productief kunnen doen met een minimale dubbelzinnigheid over goed versus
fout gedrag.
, Input: de variabelen die leiden tot het proces
Processes: acties die individuen, groepen en organisaties ondernemen als gevolg van input
en die leiden tot bepaalde uitkomsten.
Outcomes: belangrijke factoren die worden beïnvloed door enkele andere variabelen.
Een organisatie is productief als zij haar doelen bereikt door input om te zetten in output
tegen de laagste kosten. De productiviteit vereist dus zowel effectiviteit als efficiëntie.
Chapter 2: Diversity in organizations
De afgelopen jaren is er veel meer diversiteit in organisatie ontstaan. Managers moeten
deze diversiteit kunnen herkennen en benutten om het beste uit hun medewerkers te halen.
Effectief diversiteitsmanagement vergroot de toegang van een organisatie tot een zo breed
mogelijke pool van vaardigheden, capaciteiten en ideeën. Managers moeten ook kunnen
erkennen dat verschillen tussen werknemers kunnen leiden tot miscommunicatie,
misverstanden en conflicten.
Surface-level diversiteit: verschillen in eigenschappen/kenmerken, zoals geslacht, ras,
etniciteit of leeftijd, die niet makkelijk zichtbaar zijn of de manier waarop mensen dingen
doen of zich voelen weerspiegelen, maar bepaalde stereotypen kunnen activeren.
Deep-level diversiteit: verschillen in waarden, persoonlijkheid en werkvoorkeuren die minder
makkelijk zichtbaar zijn, maar steeds beter zichtbaar worden naarmate mensen elkaar beter
leren kennen.
Discriminatie: niets van een verschil tussen de dingen; vaak verwijzen we naar oneerlijke
discriminatie, wat betekent dat we oordelen over individuen op basis van stereotypen met
betrekking tot hun demografische groep.
Biografische informatie:
- Leeftijd: werkgevers uiten gemengde gevoelens over de oudere werknemer. Zij zien
positieve kwaliteiten die oudere werknemers in hun werk inbrengen, zoals ervaring,
oordeelsvermogen, een sterke werklust en inzet voor kwaliteit. Maar oudere
werknemers worden ook gezien als een gebrek aan flexibiliteit en weerstand tegen
nieuwe technologie. Uit onderzoek blijkt echter dat leeftijd en job performance geen
verband houden met elkaar.
- Geslacht: er zijn maar weinig kwesties die meer debatten, misvattingen en
ongefundeerde meningen op gang brengen dan de vraag of vrouwen zo goed
presteren op het gebied van werk als mannen. Uit een recente meta-analyse van de
werkprestatie studies is gebleken dat vrouwen iets hoger scoorden dan mannen op
prestatiemetingen. Net als bij leeftijdsdiscriminatie suggereert het bewijs dat het
bestrijden van seksediscriminatie geassocieerd kan worden met betere prestaties
voor de organisatie als geheel, deels omdat werknemers die gediscrimineerd worden
meer kans hebben om te vertrekken.
- Ras, etniciteit en religie: er is geen enkel bewijs dat ras, etniciteit of religie de job
performance beïnvloedt. Het leidt echter wel tot discriminatie, wat dan weer wel de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmagrote. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.