Opdrachten:
1. Noem de drie functies van koolhydraten. brandstof bouwstof (structurele functie) en
celcommunicatie/herkenning
2. Wat is in het verschil tussen een D-suiker en een L-suiker? Welke vorm komt in de natuur het
meest voor? Verwijst naar oh groep links of rechts die niet kan draaien en verst weg zit van
c=o. D komt het meest voor ( meeste energie)
3. Welke eigenschappen zijn kenmerkend voor een monosacharide? enkele cyclische keten met
wel de eigenschappen van koolhydraat en kunt hem niet kleiner maken
4. Op grond waarvan worden koolhydraten ingedeeld? ? mono, di, oligo, poly (aantal
monosachariden aan elkaar)
5. Noem twee hexosen die onderscheiden zijn naar hun chemische aard en geef schematisch
het verschil aan. Glucose en fructose ? bij de een een aldehyde en bij de ander een keton
6. Wat is het verschil tussen het model van Fischer en het Model van Haworth? Teken in beide
gevallen een glucose molecuul. Fischer is rechte , ring is haworth
7. Wat is een glycosidische binding? Twee monosacharide met elkaar verbinden ( 2 C aanelkaar
door middel van O atoom)
8. Waarom is het fysiologisch van belang onderscheid te maken tussen alfa en beta
glycosidische bindingen? Alfa kunnen wij wel verbreken en beta kunnen wij niet verbreken
9. Noem twee fysiologisch belangrijke pentosen. In welke biopolymeren komen deze pentosen
voor? In welke celorganellen komen deze biopolymeren veel voor? DNA en RNA, kwamen
voor in de celkern.
10. Beschrijf schematisch de structuur van zetmeel (niet tekenen, beschrijven!).
typen binding binnen Typen binding
Mengsel van bestaat uit A
hoofdketen binnen zijketens
Amylose en Alfaglucose -
Zetmeel Alfa 1,4 - O
amylopectine monosachariden
Glycogeen - Alfa 1,4 1,6 O
Betaglucose –
Cellulose - Beta 1,4 1,6
monosachariden
Chitine - n-acetyl-d-glucosamine Beta 1,4 -
-
11. Geef de overeenkomsten en verschillen tussen zetmeel, glycogeen, cellulose en chitine.
Gebruik daarvoor onderstaande tabel (vakjes met een streepje dienen niet ingevuld te
worden).
12.
13. Waarin verschilt dextraan van zetmeel en glycogeen? Soort binding, bij de een 1,4 binding en
de ander 1,6
14. Beschrijf de afbraak van zetmeel tot glucose in het spijsverteringskanaal (vier stappen). (zie
ook college 4)
15. Waarom kunnen wij cellulose niet verteren en de koe wel? Bacteriën die de koe wel in de
maag heeft en wij niet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotdebruijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.