Vraag: sla saus pas toevoegen als je gaat eten want slasaus heeft hogere concentratie dus water gaat
uit blaadje en sla droogt helemaal uit.
Cel is de kleinste eenheid waaruit het lichaam is uit opgebouwd. Het heeft vele organellen die te
maken hebben met de stofwisseling. Na de cellen komt weefsel, het is een groep met gelijksoortige
cellen met een gemeenschappelijke functie. Een orgaan is weer een groep weefsels, met een
gemeenschappelijke functie een orgaan hoeft niet uit 1 soort weefsel te bestaan !!! (bijv hart
heeft spierweefsel, zenuwweefsel en epitheel). Orgaanstelsel zijn meerdere organen die
samenwerken (spijsverteringstelsel, ademhalingsstelsel etc). Daarna kom je weer uit bij een
organisme. Als het eerst kijken we dus naar de cel
Cellen
Bestaat uit een celkern met cytoplasma en celmembraan (zie vorige college).Het cytoplasma is een
waterige oplossing met opgeloste stoffen waarin allerlei organnelen zitten. Het bestaat uit water,
zouten, eiwitten, koolhydraten en eiwitten. Het cytoplasma zit niet in de kern. De kern is het
regelcentrum van de cel, het dna (en mRNA) ligt hier. Het is het grootste organel van de cel, er zit ook
een kernmembraan omheen met poriën voor het RNA. Het mRNA kan er dus door heen maar het
DNA niet. Daarnaast heb je nog het ER (ruwe = met ribosomen en glad zonder), golgi apparaat,
lysosomen en mitochondriën. Het ER is zijn een soort pannekoekjes die allemaal tegenelkaar ligt, het
lijkt een soort doolhof vanuit kern naar buiten. Het ruwe is het RER en het gladde is het SER. Het
mRNA gaat dus vanuit de kern door het ruwe en daarna door het gladde en dan vaak naar het golgi
apparaat. Het ER is een membranensysteem van platte holten, blaasjes en verbindingsbuisjes. De
functie van het REr is de eiwitsynthese en het transport want er zitten veel ribosomen op. De functie
van het SER is de synthese van lipiden. In de lever heeft het een aparte functie en breekt daar giftige
stoffen af.
Het golgicomplex is nummer 6 op plaatje pp. Het golgicomplex lijkt minder een doolhof, het zijn
gewoon losse holle cellen tegen elkaar. De eiwitten die gemaakt zijn in het RER gaan ze hier omzetten
in secundaire of tertiare vorm en verder vervoeren. Het kan zijn dat je dit eiwit direct nodig hebt in je
cel en het dus erin blijft, het kan ook zijn dat het eiwit zijn werking heeft buiten de cel. Dan worden
ze in een blaasje gedaan exocytose. Verder is het golgi apparaat nog goed voor glycoproteïne en
polysachariden krijgen hier quaternaire structuur. Ook de lysozomen krijgen de uiteindelijke vorm in
het golgi apparaat en krijgen een blaasje om zich heen
Lysozoom is nummer 10 in het plaatje (groene bolletje). Het breekt grotere moleculen, celresten en
bacteriën in kleinere moleculen. Enzymen in het lysozym hebben een veel lagere ph optimum (4)
zodat de enzymen binnen het blaasje goed werken maar daarbuiten niet, anders zouden ze de cel
ook afbreken (ph 7). Een lysosoom kan versmelten met iets wat van buiten komt fagocytose.
Fuseren van de 2 celmembranen gebeurt en de ph van het blaasje met bacteriën gaat ook te ver
omlaag. De bacterie is dus afgebroken en deze onderdelen kunnen weer hergebruikt worden zoals
aminozuren voor nieuwe eiwitsynthese. Alles wat niet gebruikt wordt exocytose. Ook kunnen ze
mitochondriën afbreken, oude of foutjes. apoptose.
Mitochondriën is nummertje 9 op het plaatje. Hier zit een celmembraan omheen. Om er door heen
te komen kost het dus ook energie NADH kost 1 atp om er doorheen te komen. Het is de
energieleverancier van de cel, en het zorgt voor de aerobe veranderign waardoor we energie krijgen
(ATP).
Celdeling (mitose en meiose), en celdood. Er zijn 4 fases in celdeling
1. Profase vormen van steundraden en chromosomen spiraliseren en DNA replicatie maakt
een begin.
2. Metafase chromosen gaan op een lijn liggen: equadorvlak.
3. Anafase Chromosen worden uit elkaar gesplitst
4. Telofase ziet steeds beter 2 cellen cytokinese en cytoplasma wordt aangevuld en
mitochondrien worden verdubbeld etc. De steundraden gaan langzaam weg en ontstaat
weer celkern en chromatiden gaan weer despiraliseren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotdebruijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.