Pathologie hoorcollege 4 Schildklier en Longaandoeningen
De schildklier (glandula thyroïdea)
Het bevindt zich als schild voor de luchtpijp. Het is verantwoordelijk voor 3 hormonen:
- T3= tri-jood thyhronine (3 jodium ionen) celstofwisseling
- T4= thyroxine (4 ionen) celstofwisseling
- Calcitonine daling calciumconcentratie in bloed
Functie vooral van schildklier: stofwisseling
Heeft dus ook een regulerende functie: homeostase. (balans,
regelen via hormoonstelsels en zenuwstelsel). Zenuwstelsel
snel, hormoonstelsel langzaam maar wel langer van werking.
Deze 2 hebben een overlap in de hypothalamus en hypofyse in
de hersenen (=pituitary gland). Dit zijn dus de 2 regelsystemen
van het lichaam (zenuw en hormoonstelsel). (hypothalamus
stuurt hypofyse aan)
Een hormoon is een regelstof in het bloed, en komt in kleine hoeveelheden voor. Ze worden vaak
afgebroken in de lever en uitgescheiden (gal of nieren). Ze hebben invloed op vele verschillende
lichaamsprocessen.
De schildklier is een hormoonproducerende klier en dus een
endocriene klier. De werkzaamheid van een endocriene klier zit in de
target cellen. Dus bijvoorbeeld van ADH zitten de targetcellen alleen
in de nieren, en bijvoorbeeld geen in het hart, omdat hartcellen hier
niks mee te maken hebben.
Voor de hormonen van de schildklier zijn bijna alle cellen in het
lichaam target cellen, en dus reageren op deze hormonen.
Hormonen worden opgenomen via het bloed hier en gaan via het hart en dan door heel het lichaam
gepompt. De targetcellen= doelwitcellen, hier kan het hormoon celmembraan passeren of receptor
en gebeurt er wat.
Feedbacksysteem hormonen:
- Hormoon A stimuleert vorming van hormoon B (hypothalamus hypofyse)
- Hormoon B stimuleert vorming van hormoon C (hypofysehormoon naar doel)
- Hormoon C heeft een bepaald effect D
Daarna kan er een negatieve of positieve terugkoppeling zijn. De aanwezigheid van C remt dan
bijvoorbeeld A = negatief. Stap geel is niet altijd (bij effecthormonen dus niet).
Regulatie in de schildklier:
- Calcitonine: daling concentratie calcium in bloed. Werd opgeslagen in botten. Het wordt
gemaakt in de parafolliculaire cellen (C-cellen) in de schildklier
Door: stimulatie calciumopname in botten, verminder terugresorptie calcium uit voorurine,
remmen calciumresorptie in dunne darm.
- T3: Stimuleren celstofwisseling en celgroei
Beginnen bij hypothalamus, hier zit TRH, dan heb je
TSH in de hyposfyse. T3 in 20% van de gevallen, is
de meest actieve vorm.
- T4: Stimuleren celstofwisseling en celgroei. 80%
van de gevallen, werkt langzamer en is dus soort
reservevoorraad. Van t4 kan wel weer t3 gemaakt
worden.
, Regulatie bijschildklier
- PTH (parathormoon): Stijging calciumconcentratie.
Door: resorptie vanuit botten, terugresorptie vanuit voorurine en resorptie in dunne darmen.
Schildklierhormonen zorgen ervoor dat er zuurstofopname en warmteproductie is in weefsels
(zuurstof nodig bij celstofwisseling en warmte komt vrij). Ook nemen de mitochondria toe in
weefsels in grootte en in aantal. De schildklierhormonen stimuleren de activiteit van Na-K- ATPase.
Dus de ATP consumptie en dus stofwisseling neemt toe.
Schildklieraandoeningen:
- Hyperthyroidea
Hyper = te veel
Thyriodea= schildklierwerking
Dus versnelde stofwisseling. Er is dus teveel T3 en 4 afgifte. Alles
gaat te snel. Er kan een struma ontstaan (verdikking bij de
schildklier). Symptomen: verhoogde hartslag, warmte-intolerantie
(je kunt niet lang in een warme ruimte zijn omdat je zelf al heel
warm ben en zo je warmte niet kwijt kunt), toegenomen eetlust,
gewichtsverlies, nervositeit/onrust, emotionele labiliteit (minder
goed reageren op emotionele aspecten, sterker), spierzwakte en
vermoeidheid maar toch slapeloosheid.
Orale symptomen: versnelde groei en wisseling melkelementen. Toename van cariës en
paro. Groeistoornis van kaken en osteoporose.
Soorten:
-primaire: de oorzaak ligt in de schildklier zelf, maakt te veel.
-secundaire: de oorzaak ligt in de hypofyse, maakt teveel TSH.
-tertiarie: de oorzaak ligt in de hypothalamus, maakt teveel TRH.
Er is nog een specifieke ziekte, de ziekte van Graves-Basedow. Het komt vooral voor bij jonge
vrouwen en is een auto-immuunziekte. Opvallend zijn grote struma en grote ogen. Er zijn
antistoffen die worden afgegeven tegen T3 en T4 en dus worden afgebroken. Maar zo wordt
er de heletijd nieuwe geproduceerd. Zo is er dus hyperthyroidea.
Behandeling:
-thyreostatica: remmen vorming thyroxine. Werkt vaak alleen als de oorzaak in
hypothalamus, of hypofyse zit want schildklier is moeilijk te remmen)
-plaatselijke bestraling m.b.v. radioactief jodium. (als dit niet goed gebeurt kan er teveel
weggaan en dus niet meer werken, dan moet je deze weer gaan slikken.)
-strumectomie: verwijderen van schildklierweefsel
-betablokkers tegen nervositeit en tremor (symptomatische behandeling)
Mogelijke complicaties:
-plotselinge verhoogde activiteit = thyerotoxische crisis dit is bij niet goed behandelde
hyperthyroidea. Dit kan ook overwachts optreden bij infectie, oraal ingrijpen en anesthesie.
Alle lichaamsfuncties worden dan ernstig versneld: (koorts, verwardheid,
hartritmestoornissen, psychose en coma). Dit kan dus een levensbedreigende aandoening
zijn!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotdebruijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.