Tentamen samen met voeding en farmacologie, casus beschreven en hier krijg je dan vragen over.
Meerkeuzevragen.
Periode 1
- Hart en bloedvaten
- Hart en bloedvaten vervolg
- Diabetes (na vakantie)
Peiode 2
- Schildklieraandoeningen en longaandoeingen
- Besmettelijke aandoeningen en eetstoornissen
- Algemene oncologie
- Responsie college
Boek algemene ziekteleer voor tandartsen
Farmacotherapeutisch kompas
Powerpoints en boek en casussen komt alleen in toets, kompas niet.
Hart en bloedvaten
Waarom als mondhgyiënist hart en vaatziekten relevant. We stellen veel vragen over de medische
amamnese en stellen de ASA score vast. Afwijkende bloeddruk, bijvoorbeeld niet meteen laten
opstaan uit stoel maar rustig aan doen. De mondgezondheid hangt natuurlijk af van de algemene
gezondheid, medicatie maar ook van de behandeling bijvoorbeeld.
Goede volgorde bloedvatenstelsel
1. Linker ventrikel
2. Grote bloedsomloop dus naar de weefsels dus naar aorta
3. Arterien
4. Cellen van weefsels en organen en spieren
5. Venen naar hart
6. Onderste en bovenste holle ader
7. Rechter atrium
8. Rechter ventrikel (naar longcirculatie)
9. Longarterie
10. Longen
11. Longvenen
12. Linkeratrium
13. Linkerventrikel
Je moet weten als er ergens een propje ontstaat, waar het bloed dan wel of niet zit.
De grote bloedsomloop is naar de organen, de kleine is alleen naar de longen.
Kamer = ventrikel
Boezem= atrium
Grote bloedsomloop = brengt zuurstofrijk bloed naar alle organen (ook hersenen bijv)
Kleine bloedsomloop = zorgt ervoor dat zuurstofarm bloed opnieuw van zuurstof wordt voorzien.
Vandaag voor al over de bloedvaten
De bloeddruk is de druk die bloed uitoefent op de wanden van de bloedvaten (vooral arteriën).
Bloeddruk wisselt gedurende de dag door vulling van de blaas, buitentemperatuur, emoties, leeftijd
en geslacht etc. (vaak hoe ouder hoe hoger de bloeddruk, stuggere wanden)
Systolische bloeddruk = bovendruk (120), de druk die ontstaat onder invloed van systole = contractie
linker ventrikel. Deze is afhankelijk van de systole, doorgangkelijkheid van de aortaklep en elasticiteit
van de aorta.
, Diastolische druk = onderdruk (80), de druk onder invloed van de
diastole = ontspanning van de linkerventrikel. Afhankelijk van
perifere weerstand (hoeveel bloed is er al in het lichaam),
elasticiteit van de grote slagaders
Je meet bloedddruk aan linkerarm, zit dichter bij het hart. Je krijgt
dus 2 waardes. Vaak eerst naar het toilet, en het liefst in de ochtend
meten. Vaak 120/90 mmHg of 120/80 (120/80 is normaal), boven
en onder druk dus. De verhouding tussen deze 2 is heel erg
belangrijk om een conclusie te trekken.
1. Manchette om arm
2. Stehthoscoop om hartslag te luisteren
3. Machette helemaal oppompen, zodat bloedvat dicht wordt gekenepen
4. Steeds beetje lucht eruit laten lopen, wanneer je hoort dat er bloed doorheen gaat is
bovendruk, hoor je dus een hartslag =
5. Nog meer lucht erin laten en wanneer het bloed er weer normaal stroomt is onderdruk
Regulatie van de bloeddruk
- Neurale factoren direct (para en sympaticus, bloeddruk omhoog of omlaag, ook door
sinusknoop bij hart, ook vaso dilatatie en constrictie)
- Hormonale factoren (ADH en RAAS) lange termijn. Kunnen afgegeven door bepaald
signaal, of door bepaalde receptoren opgenomen en gaat signaal naar hormonen.
- Lokale factoren (endotheel kan stoffen afgeven waardoor er vasconstrictie of dilatatie is),
registreren alleen hoeveel druk staat er op dit moment op de wand en moeten we dit
veranderen om schade te voorkomen.
Eerste twee zijn onder invloed van autonome zenuwstelsel (parasymapticus en sympaticus)
Het autonome zenuwstelsel is de onwillekeurige aansturing, onbewust dus. Bij vertering bijvoorbeeld
parasympaticus. Animaal is willekeurig
Autonoom:
- Sympaticus (vecht vlucht) bloeddruk omhoog
- Parasympaticus (homeostase en vertering) bloeddruk omlaag
Je wilt dat deze mooi in evenwicht blijven.
Hypertensie is een te hoge bloeddruk, hoger dan 80 of 120
Verschillende soorten hypertensie
- Primaire hypertensie (90%) = essentiële hypertensie: oorzaak onbekend, vaak genetische
bepaald en afhankelijk van omgevingsfactoren.
- Secundaire hypertensie (10%) oorzaken: nierziektes, vernauwing nierslagader,
hartafwijkingen, stoornis in de hormoonhuishouding, zwangerschapshypertensie etc.
Bijvoorbeeld als er teveel ADH geproduceerd, te weinig water uitgescheiden, veel water in het bloed
zorgt voor hypertensie. Ook als nieren niet goed werken en te weinig water afscheiden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotdebruijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.76. You're not tied to anything after your purchase.