Samenvatting Het palet van de psychologie - Jakop Rigter
Het palet van de psychologie H 1 t/m 6 & 8
Het palet van de Psychologie
All for this textbook (3)
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Pedagogiek
Inleiding psychologie
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
LisaMorsink
Reviews received
Content preview
Inleiding psychologie
Lisa Morsink
Hoofdstuk 1 – Psychologie: een palet vol theorieën
1.2 Wat is psychologie?
Rigter: ‘’Een wetenschap waarbij zowel het gedrag van mensen wordt
bestudeerd als de gevoelens en gedachten die mensen hebben bij het ervaren
van hun gedrag en de omstandigheden waarin dat plaats vindt.’’
Het verschil met andere wetenschappen is erin gelegen dat in de psychologische
theorieën de beschrijving en de verklaring van het object vooral plaatsvinden op
individueel niveau. Wetenschap kan getypeerd worden door de soorten vragen
en problemen en door de methoden en theorieën. Ook worden de grenzen en
legitimiteit van een wetenschap beïnvloed door het maatschappelijk draagvlak
van een wetenschap.
1.3 Theorieën
Theorieën zijn te typeren als referentiekaders van waaruit psychologen te werk
gaan. Deze theorieën kunnen komen en gaan. Zij bieden interpretaties waarmee
verschijnselen bekeken en verhelderd kunnen worden.
Wetenschappelijke theorieën vervullen drie functies:
1) De systematiserende of ordenende functie
De procedures moeten duidelijk en controleerbaar zijn, in de wetenschap
tracht men bevindingen te rapporteren in de vorm van een helder
geformuleerde verbanden of wetten.
2) Verklaren en voorspellen
Hoe komt het dat iemand bepaald gedrag vertoont?
3) De heuristische functie
Op grond van het inzicht dat de theorie heeft opgeleverd kunnen nieuwe
voorspellingen gedaan worden.
1.4.1 Geschiedenis van theoretische stromingen
Historische ontwikkeling
De start van de wetenschappelijke psychologie ligt zo’n 130 jaar achter ons.
Aan de ene kant was er de opvatting dat de psychologie over een alomvattende
theorie van het psychisch functioneren moest beschikken voordat er begonnen
kon worden aan praktische toepassingen, deze mening was in Europa erg
dominant.
Aan de andere kant was er de opvatting waarin gesteld werd dat kennis
dienstbaar moest zijn aan concrete maatschappelijke doelstellingen, de
maatschappelijke problemen moesten de theorievorming bepalen. Deze mening
was in de VS erg dominant.
Al spoedig ontstonden er meerdere stromingen bestaande uit groepen
wetenschappers met eigen, specifieke vraagstellingen en onderzoeksmethoden.
Cultuurhistorische bepaaldheid – Net als met politieke partijen zijn
psychologische stromingen een product van de tijd, het is (achteraf) altijd te
verklaren waarom bepaalde stromingen juist op een bepaald moment
ontstonden.
Op elkaar reageren – Wanneer stromingen een probleem verwaarlozen zal
er een nieuwe stroming komen die zich hier wel op richt en zich hier wel mee
bezig gaat houden.
1
, Inleiding psychologie
Lisa Morsink
Gebruikmaken van elkaar – Stromingen nemen ook standpunten van elkaar
over en maken zo dus gebruik van elkaar, ook is er wel eens sprake van
soorten fusies.
Nadruk of effectiviteit – In toenemende mate wordt van
hulpverleningsmethoden verlangd dat bewezen is dat ze effectief zijn
(evidence based). Als de effectiviteit niet bewezen kan worden, dan is er het
risico dat er geen geld beschikbaar wordt gesteld.
1.5.1 Mensbeelden in de psychologie
Een mensbeeld kent twee aspecten (ibidem): een beschrijving van de
kenmerkende eigenschappen (de bodem van het menselijk bestaan) en een
verwijzing hoe mensen behoren te zijn (het zogenaamde doelbeeld).
Mechanistische mensbeeld:
Zij zien de mens als een machine door externe krachten worden voortbewogen.
Geen principieel onderscheid tussen dieren en mensen, mensen zijn
gewoon iets gecompliceerder dan dieren.
Het verklaringsmodel dat gebruikt wordt is lineair causaal. Dit betekent
eigenlijk het oorzaak zorgt voor gevolg verhaaltje.
Als we alle onderdelen kennen, dan begrijpen we het geheel (som der
delen).
Mensen en onderdelen van mensen kunnen zelfstandig bestudeerd worden
zonder daarbij rekening te houden met de omgeving waarin zij verkeren.
Organistisch mensbeeld:
Er is sprake van een interne dynamiek: de onderdelen beïnvloeden elkaar en
zijn niet los van elkaar te zien. Het is dus een levend groeisel (Eisenga et al.
1987). Ook is er sprake van externe dynamiek: de wisselwerking met andere
mensen/groepen.
Wel vergelijkingen tussen mensen en dieren (beiden zijn organismen die in
wisselwerking staan met hun omgeving) maar mensen hebben een sociale
en culturele omgeving, dieren niet.
Het verklaringsmodel dat gebruikt wordt is circulair causaal. Er is juist
sprake van wisselwerking. A veroorzaakt mede B en B veroorzaakt mede A.
Het geheel is meer dan de som der delen.
Mensen zijn niet los van hun omgeving te bestuderen en hun delen niet los
van het geheel.
Personalistisch mensbeeld:
Hierin word het unieke karakter van mensen binnen de levende natuur
benadrukt. Mensen leiden niet alleen een biologisch maar ook cultureel leven. De
mens schept zelf cultuur en geeft zelf betekenis aan het leven (geloof en
spiritualiteit).
Mensen moeten als mens bestudeerd worden, vergelijkingen met dieren
schieten tekort (zij kennen geen cultuur).
Mensen moeten als een geheel bestudeerd worden.
Mensen handelen doelgericht, hun gedrag heeft ‘zin’ en juist die zingeving
moest bestudeerd worden. Mensen zijn zelf (in ieder geval gedeeltelijk)
verantwoordelijk voor hun gedrag en dus geen willoze speelballen die
geheel afhankelijk zijn van sociale omstandigheden of erfelijke aanleg.
Methoden in de psychologie
2
, Inleiding psychologie
Lisa Morsink
Grof geschetst bestaan er al sinds het ontstaan van de psychologie twee
benaderingen in de (wetenschappelijke) kennisverwerving.
In de eerste benadering, die vooral correspondeert met het mechanistische en
soms het organistische mensbeeld, worden de objectiviteit en controleerbaarheid
van de kennis verwerving centraal gesteld. Kennis moet verkregen worden door
objectieve verbanden aan te tonen en door algemeen geldende wetten te
formuleren, om dit te bereiken wordt het gedrag van mensen opgedeeld en
gereduceerd tot kleine delen die goed te controleren en te meten zijn. Deze
benadering wordt toegepast op observeerbaar gedrag, hierover kan men
objectieve conclusies trekken.
De tweede benadering stelt de retorische vraag of de verklarende benadering
‘de hele mens’ omvat. Het antwoord hierop is nee. De mens is principieel meer
dan een optelsom (personalistisch). Bij de ‘verstehende’ (begrijpende) methode
kruipt iemand in andermans huid, deze methode wordt vaak toegepast.
Belangrijke begrippen zijn dan ook subjectiviteit, complexiteit en verstehen.
1.5.1 Indelingen van theoretische stromingen
Een theorie/methode is als het ware een bril, als je hierdoor kijkt zie je de situatie
vanuit die stroming/methode. Je interpreteert alles dan anders. Pas wel op dat je
niet te strak volgens een bril werkt want dan krijg je kans op blikvernauwing.
Lagen in de hersenen
1. Het reptielenbrein – Evolutionair gezien de oudste en het ‘fundament van
het gebouw’. Bestaat o.a. uit de hersenstam. Hierin worden vooral de
automatismen van ons gedrag geregeld (bijvoorbeeld instincten, reflexen
en ‘vanzelfsprekend gedrag’).
2. Zoogdierbrein – Bestaat vooral uit het limbische systeem, zowel bij
mensen als dieren regelt het de emoties.
3. Mensenbrein – Dit is de ‘buitenste’ laag, bestaande uit de nieuwe
hersenschors (neocortex). Typische menselijk mogelijkheden worden hier
geregeld (taal, denken, persoonlijkheid, geloof).
Deze lagen lopen op in complexiteit, net als de drie mensbeelden dat doen.
Onderste laag – mechanistisch, middelste laag – organistisch, bovenste laag –
personalistisch. De bovenste twee lagen kunnen niet zonder de onderste, maar
de onderste twee wel zonder de bovenste.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisaMorsink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.