Hoofdstuk 1 en 2 (p.29-57)
Hoofdstuk 3 en 7 (p.59-73 en p. 119-136)
Hoofdstuk 4 en 6 (p.75-86 en p.107-118)
Hoofstuk 10 en 15 (p.165-182 en p.231-250
Hoofdstuk 11 en 13 (p183-202 en p.211-230)
Hoofdstuk 5 en17 en 18 (p.87-106 en p275-292)
1.1 Allochtoon en autochtoon
Definitie van Allochtoon: Iemand die zelf, of waarvan ten minste een ouder, in het buitenland
is geboren.
- Alle personen die zelf in het buitenland geboren zijn van wie ten minste een ouder in
het buitenland geboren is ( eerste generatie)
- Alle personen die zelf in Nederlands zijn geboren maar van wie ten minsten een
ouder in het buitenland is geboren ( tweede generatie)
1.1.1 Westerse allochtonen en Niet- westerse allochtonen:
Onder de categorie niet westerse allochtonen verstaan we:
Afrika, Latijns- Amerika, Azië
Onder de categorie westerse allochtonen verstaan we: ·Europa (Met uitzondering van
Turkije), Noord- Amerika, Oceanië, Japan, Indonesië
1.1.2 De derde generatie
Bij de derde generatie spreken we over een autochtoon, dit zijn personen waarvan beiden
ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar ze zelf zijn geboren.
1.1.4 (Im)migrant
De term migrant of immigrant kan alleen woorden gebruikt bij eerste generatie allochtonen.
Dit wil zeggen degene die daadwerkelijk naar Nederland geëmigreerd zijn.
Pullfactoren: Migranten kunnen vanwege Arbeidsmogelijkheden, huwelijk, gezinshereniging
of studie. Dit noemen we dan pullfactoren.
Pushfactoren: Dit zijn migranten die in Nederland zijn beland als asielzoeker of
uitgenodigde vluchtelingen.
1.1.5 Nieuwkomers en oudkomers
De migranten die na 1 januari 2007 naar Nederland zijn gekomen noemen we
nieuwkomers. De migranten vallen onder een nieuwe inburgeringswet en moeten verplicht
een inburgeringsexamen afleggen. De term oudkomers wordt gebruikt voor voormalige
gastarbeiders en hun gezinnen. Een deel van de oudkomers valt onder de wet inburgering.
Dit gaat om degene die geen Nederlands paspoort heeft, tussen de 16 en 65 jaar oud is en
minder dan 8 jaar in Nederland op school heeft gezeten of niet beschikken over bepaalde
diploma’s
Gastarbeiders: deze term ging over de groep migranten die in de jaren 60 en 70 naar
Nederland toe kwamen om te werken. Deze mensen kwamen voornamelijk uit: Italië, Spanje,
Turkije, Marokko.
1.1.6 Medelander / buitenlander / vreemdeling
Buitenlander is iemand zonder de Nederlandse nationaliteit.
Een vreemdeling is een oudere term voor een buitenlandse bezoeker.
1.1.7 Etniciteit/ etnische groep / diversiteit
Bij het begrip etniciteit wordt er verwezen naar: Gezamenlijke wortels, gedeelde sociale
achtergrond, gezamenlijke gedeelde cultuur en tradities. Hoe doen zorgverleners recht aan
de individuele wensen van de patiënt in zijn of haar culturele context?:
Culturele care preservation: Het integreren van de voorkeuren van de patiënt inde
geboden zorg
Culture care accommodation: Het recht doen aan de keuzes van de patiënt, waarbij
risico’s geminimaliseerd worden en belemmeringen weggenomen worden
Culture care re-pattening : Het ontwikkelen van een nieuwe kijk of handelwijze van de
patiënt.
1.3 registratie in de gezondheidszorg
Van Nederlandse ziekenhuizen mag worden veracht dat ze oog hebben voor de achtergrond
van hun patiënten, hierbij denken we aan: verschil in sekse, leeftijd, sociaal economische
status, etniciteit etc. Het is daarom belangrijk dat de gegevens van de patiënten worden
geregistreerd.
,1.4 Generalisatie
De zorgverleners moeten altijd uitgaan van de individuele patiënt, waarbij rekening wordt
gehouden met iemand gehele context, waarin cultuurkenmerken, karakter, sociaal
economische en (il)legale situatie, migratie geschienis enzovoort een rol kunnen spelen.
Hoofdstuk 2 – Migratie en migranten in Nederland
2.1 Migratie als wereldwijd fenomeen
Arbeidsmigratie – een migratie van arme landen in het Zuiden naar rijkere landen in het
Westen
Bijvoorbeeld: Noord-Afrikanen die op overvolle schepen naar Spanje/Italië gaan voor een
beter leven.
Twee soorten arbeidsmigratie: circulaire migratie en permanente migratie
1. Circulaire migratie – migranten wisselen het werk op een andere plaats af met periodiek
terugkeren naar huis
Bijvoorbeeld: jonge mensen die naar de stad trekken omdat er onvoldoende werk is op het
platteland
2. Permanente migratie – gaat vaak om mensen die voor een tijdelijke periode naar het
buitenland gaan om te werken, maar die om welke reden dan ook niet terugkeren en
permanent vestigen in het nieuwe land.
Asielzoekers – mensen die asiel hebben aangevraagd, omdat zij vinden dat zij in hun eigen
land niet veilig zijn.
Asielprocedure – een periode waarin asielzoekers nog geen verblijfsrecht hebben en
onderzocht wordt of ze legitieme redenen hadden om hun land te ontvluchten.
Vluchtelingen – zijn mensen met een erkend vluchtelingenstatus (meestal gekregen na een
doorloop van het asielprocedure)
Refugee – een term die door de UNHCR (VN- vluchtelingorganisatie) gebruikt wordt voor
mensen die naar het buitenland vluchten en GEEN asiel aanvragen. Deze mensen kunnen
nooit een officiële vluchtelingenstatus aanvragen en kunnen ook geen gebruik maken van
de voordelen die horen bij een verblijfsrecht (scholing, werk, huisvesting)
2.2 Migranten in Nederland
In Nederland zijn de volgende categorieën minderheden en migranten te
onderscheiden:
- eerste generatie arbeidsmigranten (gastarbeiders en hun in het buitenland geboren
partners en kinderen)
- de tweede en derde generatie (In Nederland geboren kinderen en kleinkinderen van
migranten)
- erkende vluchtelingen
- asielzoekers
-illegalen
- gezinshereniging
- expats/kennismigranten (studenten of hoogopgeleide werknemers met een tijdelijke
arbeidscontract)
- westerse allochtonen (afkomstig uit Australië, Europa, VS of Canada en die om een of meer
van de hierboven genoemde redenen naar Nederland is gekomen)
- migranten uit de vroegere koloniën (Molukkers, Indo’s, Surinamers en Antillianen)
- historische minderheden (zigeuners en Joden)
, Gezinsmigratie is al 15 jaar het belangrijkste migratie motief. In 2009 kwam 40% om te
trouwen, samen te wonen(gezinsvorming), of herenigd te worden met hun gezin.
2.2.1 Arbeidsmigranten in Nederland en opvolgende generaties
1900-1930: de Chinezen kwamen in de vorige eeuw als eerste naar Nederland om te werken
Na 1945: veel Italianen en Spanjaarden kwamen in de Limburgse kolenmijnen werken
1960-1969: Er was een tekort aan ongeschoold personeel in de opkomende industrie. Veel
bedrijven gingen arbeidskrachten halen uit landen rondom de Middellandse Zee
(Griekenland, Joegoslavië, Spanje, Italië en later ook uit Turkije en Marokko)
1965-1974: 225.000 mannen naar Nederland om te werken. De overheid had verwacht dat
velen terug zouden gaan naar hun eigen land na twee jaar. De Italianen en Spanjaarden
gingen terug. De Marokkanen en Turken bleven omdat hun eigen landen nog
onderontwikkeld waren. In hun contract stond dat ze het recht hadden om na 2 jaar te blijven
en hun familie over te laten komen.
1990-2000: Nederland had weer behoefte aan laaggeschoolde arbeiders. Veel Polen
kwamen tijdelijke werk doen.
2005: 40.000 Polen in Nederland
2010: 77.000 Polen in Nederland (55% van de Poolse migranten zijn vrouw)
2.2.2 Gezinsvormers en –herenigers
- 40% van de mensen die naar Nederland kwamen in 2009, kwamen om te trouwen, samen
te wonen of voor gezinhereniging.
- De meesten komen uit Turkije of Marokko.
- Volwassen nieuwkomers zijn verplicht om in te burgeren voordat zij een tijdelijke
verblijfsvergunning kunnen aanvragen. Dit begint al in hun eigen land.
- Aan huwelijks partners worden inkomenseisen en leeftijdseisen gesteld.
2.2.3 Vluchtelingen en asielzoekers in Nederland
Erkende vluchtelingen: Iedereen die vanwege asielaanvraag in Nederland mag blijven
krijgt dezelfde status. Deze status kan 3-5 jaar ingetrokken worden afhankelijk van de
situatie in het land van herkomst. Een erkende vluchteling heeft een vergunning voor
onbepaalde tijd asiel en deze vergunning kan niet meer ingetrokken worden tenzij de
vluchteling schuldig is van een ernstige misdrijf. 27,500 asielzoekers die voor 2001 asiel
hadden aangevraagd kregen in 2007 een generaal pardon, wat inhield dat zij een
verblijfsvergunning kregen en aan hun verplichte inburgering konden gaan beginnen.
Asielzoekers: Het aantal asielzoekers is vanwege de nieuwe Vreemdelingenwet sterk
gedaald. Die wet hield in dat iedereen dezelfde status kreeg: de verblijfsvergunning voor
bepaalde tijd asiel.
Illegalen: De term illegaal is eigenlijk niet geschikt. Mensen hebben altijd het recht om er te
zijn. In het Engels wordt steeds vaker de term gebruikt ‘undocumenten migrants’ omdat ze
verblijven en werken zonder geldige papieren. Veel instanties gaan uit van 100.000 tot
150.000 ongedocumenteerde mensen in Nederland.
2.2.4 Migranten uit de vroegere koloniën en historische minderheden
1950: Molukkers en Indische Nederlanders
1970: Surinamers en Antillianen (Veel Surinamers vertrokken naar Nederland rond de tijd dat
Suriname afhankelijk werd. Veel Antillianen vertrokken naar Nederland omdat de
werkgelegenheid op de Antillen was verslechterd.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mandy123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.