Samenvatting bedrijfseconomie voor de gezondheidszorg
Bedrijfseconomie van de gezondheidszorg – week 1
Kennisclip 1
Kostprijzen – geen doel op zich, middel tot andere doelen. Een kostprijs verwijst zoals de naam al
aangeeft naar de kosten om een product of dienst te fabriceren en te leveren aan de klant. De
kostprijs bestaat uit zowel de directe als indirecte kosten.
Waarom goede kostprijzen?
- Input voor verkoop- en productieplan (budgettering)
- Input voor ‘control’ van het productieproces (management control)
o Monitoren productieproces
- Input voor waardering van je voorraden (jaarverslag)
o Hoeveel zijn vaccins waard die je aan het ontwikkelen bent, of die je al opgeslagen
hebt liggen.
- Input voor de onderhandeling in de triade (marktordening)
o Triade: driehoek tussen zorgaanbieder, zorginkoper (verzekeraar) en zorggebruiker
(patiënt)
Voorbeelden van kosten in een product/dienst (moeten worden terugverdiend door verkoop van
goederen of diensten)
- De kosten van:
o Grond- en hulpstoffen – niet alleen aan netto hoeveelheid in product maar ook aan
afval. Hoeveelheid grondstof die verloren gaat. En ook uitval, hoeveelheid grondstof
en hulpstof die wordt afgekeurd – foutpercentage. Belangrijk om afval en uitval op te
nemen in kostprijs want dit is onvermijdelijk en dus geen verspilling (vermijdelijk)
o Arbeid – zeker in de zorg, grote kostenpost in zorg, arbeid belangrijk en
zwaarwegend onderdeel van kosten (veel en dure uren)
o Duurzame productiemiddelen – niet om voorraad maar middelen die langer
meegaan
o Grond – waarde van grond door gebruik met productie gaat niet achteruit,
eeuwigdurend productiemiddel. Niet gratis – rente voor hypotheek op grond
o Diensten van derden
o Belastingen – op goederen en diensten en winst
o Rentekosten
Integrale calculatie vs direct costing (variabele kostencalculatie). Bij variabele kostencalculatie is de
berekening van de kostprijs alleen gericht op de directe variabele kosten – houdt alleen rekening met
variabele productiekosten. Vaste kosten blijven dan buiten beschouwing (periode kosten). Waarom
zou je dat doen? Voordeel; Inzicht in minimale marginale prijs waartegen een product verkocht kan
worden. Nuttig voor management over nemen beslissingen voor kostenbeheersing of productie- en
afzetplanning.
Basisvormen integrale calculatie (full costing) – kostenberekeningen waarbij zo goed mogelijk totale
kosten per eenheid product berekend worden, zowel directe als indirecte kosten. Indirecte kosten
niet direct te koppelen per eenheid – methodieken toepassen.
,Methoden integrale calculatie
1. Delingscalculatie
2. Equivalentie methode
3. Opslag methode
4. Kostenplaatsmethode (andere kennisclip)
5. (time-driven) activity based costing – geen onderdeel dit blok maar master.
( vaste+ variabele kosten)
1. Delingscalculatie kostprijs=
normale productie
Voorbeeld: 1000 patiënten per jaar, 200 euro variabele kosten per patiënt, 800.000 euro vaste
kosten per jaar.
Vaste kosten: 800.000 euro, variabele kosten: 200*1000 = 200.000 euro. Delen door normale
productie = 1000.
Voordeel: eenvoudig
Nadeel: alleen toepasbaar bij homogene productie
2. Equivalentie methode
Het met een uniforme verdeelsleutel omzetten van heterogene producten naar homogene product
eenheden. Verwerking volgens delingscalculatie-methode (alleen uitgangspunt is verschillend)
Voorbeeld: 1000 patiënten per jaar, 200 euro variabele kosten per patiënt, 800.000 euro vaste
kosten per jaar. Maar: 600 patiënten hebben tijdsduur van 1,00, 400 patiënten hebben tijdsduur van
1,25 (25% meer tijd). Het totale volume aan patiënten is dan niet 1000, maar
600*1,00+400*1,25=1100 patiënt(tijd)eenheden.
Kosten patienteenheid (volgens delingscalculatie) = vaste kosten (800.000) + variabele kosten
(200*1000=200.00) delen door patient(tijd)eenheden.
Kosten patienteenheid: 1.000. = 909,09
Kosten per behandeling
- 1,00*909,09 = 909,09
- 1,25*909,09 = 1136,36
o Het kost dus meer voor patiënten waar je meer tijd aan kwijt bent.
- Ter controle: 600*909,09 + 400*1136,36 = 1.000.000 euro
Voordeel: eenvoudig
Nadeel: alleen mogelijk bij beperkt aantal producten met onderlinge verwantschap (niet bij compleet
verschillende producten, je hebt een gemeenschappelijke deler nodig)
3. Opslag methode
,Onderscheid tussen directe en indirecte kosten. Indirecte kosten worden met een uniform
opslagpercentage op directe kosten over de producten verdeeld. Met een bepaald opslagpercentage
de indirecte kosten verdelen over de producten.
Dezelfde casus, met totale kosten op instellingsniveau (uit jaarrekening)
Totale kosten: 280.000.000 (100%)
- Waarvan direct: 200.000.000 (71%)
- Waarvan indirect: 80.000.000 (29%)
Opslagpercentage = percentage indirecte kosten van directe kosten met gegevens jaarverslag. In dit
geval 80.000.000/200.000.000=0,4=40%
Totale directe specifieke behandelkosten: (vaste kosten per jaar+variabele kosten per
jaar)=1.000.000
Totale indirecte kosten: 0,4*1.000.000=400.000
Totale kosten: 1.400.000 euro per jaar.
Kosten per behandeling (gebaseerd op equivalentie-eenheid methode, of andere methode)
Voordeel: eenvoudig toe te passen bij heterogene productie
Nadeel: veronderstelling lineair verband (veronderstelling producten of diensten met meer directe
kosten ook meer indirecte kosten hebben, niet groot probleem, totdat indirecte kosten groot
aandeel hebben) dus onnauwkeurig bij groot aandeel indirecte kosten
Kennisclip 2
Bij integrale calculatie naast directe kosten, ook indirecte kosten per eenheid product meenemen in
kostprijs. Niet eenvoudig want indirecte kosten zijn niet direct te linken aan individuele producten.
Eerste drie methoden eenvoudig maar onnauwkeurig.
Waarom nauwkeuriger berekenen?
- Wanneer door marktomstandigheden noodzaak is nauwkeurig kostprijs berekenen
- Indirecte kosten relatief groot deel van totale kosten
- Verschillende producten of diensten sterk verschillen
o Dan indirecte kosten nauwkeuriger berekenen
4. Kostenplaats methode – uitgebreide vorm van integrale kostencalculatie
Directe kosten product
Indirecte kosten kostenplaats product
Kostendragers: producten of diensten die je levert
Hoofdkostenplaats: levert prestatie rechtstreeks ten gunste van een kostendrager
, Hulpkostenplaats: levert prestatie niet rechtstreeks aan kostendrager maar aan hoofdkostenplaats
(ICT, schoonmaak) nodig, maar niet directe product of dienst
Tienstappenplan kostenplaats methode:
1. Inventariseren van alle relevante kosten
2. Onderscheid maken tussen directe en indirecte kosten
3. Bepalen van de te onderscheiden (hoofd)kostenplaatsen en kostendragers
4. Inventariseren van de relevante verdeelsleutels (later meer)
5. Opstellen van kostenverdeelstaat
6. Toerekenen van de directe kosten aan de kostendragers
7. Stapsgewijs toerekenen van de totale kosten (inclusief, eventueel, eerdere toerekeningen)
van de (hulp)kostenplaatsen aan de relevante (hoofd)kostenplaatsen met de verdeelsleutels
8. Toerekenen van de totale kosten van de hoofdkostenplaatsen aan de kostendragers
(equivalentie methode)
9. Bepalen van de totale (directe en indirecte) kosten van de kostendragers
10. Het bepalen van de kostprijs per kostendrager per eenheid product (delen door
productiehoeveelheid)
Voordelen: directe en indirecte kosten toerekenen
Nadelen: bewerkelijk, arbitraire verdeelsleutels, indirecte kosten toegerekend met globale volume
grootheden, onderhoud
Voordelen: universeel toepasbaar, nauwkeurig, efficiency bewaken, van belang voor bedrijven met
hoge indirecte kosten, veel toegepast in gezondheidszorg
Oefenen met casus kostenplaatsmethode uit college kennisclip 2
Kennisclip 3
Kostprijs; leveren van input voor onderhandeling triade:
Verkoopprijs
Eerst kostprijs berekenen, in voorbeeld via opslagmethode.
Opslagpercentage: verhouding indirecte kosten ten opzichte van directe kosten. Per eenheid komt
dat bij de prijs per eenheid directe kosten om kostprijs te bepalen. Op basis van integrale kosten.
Marginale calculatie
- Grenskosten, absolute ondergrens. Kosten die het maken van één extra product met zich
meebrengt.
- Wanneer productie op gang is zijn de marginale kosten gelijk aan de variabele kosten per
product
- Vaste kosten zijn dan al gedekt door de normale productie.
Van kostprijs naar verkoopprijs
- Kostprijs gebaseerde verkoopprijs
o Kostprijs + winstopslag = verkoopprijs
o Let op: winstopslag als % van de verkoopprijs!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tsamz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.