,Hoofdstuk
1:
Omgaan
met
verandering:
accepteren,
leren
en
beïnvloeden.
Visies
op
verandering
Lewin
(1947):
ontdooien,
bewegen
en
stollen.
Ontdooien:
iedereen
zal
de
gelegenheid
moeten
krijgen
om
te
weten
wat
de
verandering
inhoudt
en
om
de
noodzaak
van
de
verandering
in
te
zien.
(informeren)
Bewegen:
men
zal
moeten
werken
aan
de
verandering
zelf,
get
leerproces:
de
beweging
van
de
oude
naar
de
nieuwe
situatie.
(nieuwe
werkwijze
experimenteren)
Stollen:
gedrag
dat
bewust
is
aangeleerd,
zal
een
nieuw
automatisme
moeten
worden.
J.P.
Kotter
(1996):
creëren
van
urgentiebesef.
Leidende
coalitie
gevormd
die
een
visie
en
strategie
ontwikkeld.
Verandervisie
wordt
gecommuniceerd.
Empowerment:
een
breed
draagvlak
voor
actie
te
creëren.
Boonstra
(2013):
begrijpen
en
delen
van
het
fundament
van
het
succes
van
de
organisatie.
Focus
op
customer
value
en
‘waardegedreven
businessproces’,
mensen
samen
brengen
in
strategic
conversations.
Caluwe
en
Vermaak
(1999&2006)
Veranderen
is:
-‐ Het
realiseren
van
uitkomsten
die
je
betoogt;
-‐ Als
functie
van
aanleiding,
context
en
filosofie;
-‐ Door
middel
van
een
beïnvloedsspel
van
actoren;
-‐ Door
het
doorlopen
van
een
traject
in
fasen
of
stappen;
-‐ Waarbij
door
te
communiceren
betekenis
kan
worden
gegeven
aan
die
veranderingen.
Verschillen
in
acceptatie
-‐ Vernieuwers
(innovators):
initiatiefnemers
en
voorvechters
van
verandering
-‐ Snelle
overnemers
(early
adaptors):
snel
overtuigd
door
initiatiefnemers.
-‐ Vroege
overnemers
(early
majority):
kijken
kat
uit
de
boom,
maar
werken
vervolgens
welwillend
mee.
-‐ Trage
overnemers
(late
majority):
staan
er
neutraler
tegenover
en
hebben
neiging
de
vertraging
uit
te
stellen.
-‐ Achterblijvers
(laggards):
neiging
de
verandering
te
saboteren.
Stadia
in
leerproces
Fase
1:
persoon
is
onbewust
onbekwaam:
niet
in
staat
bepaald
gedrag
te
vertonen,
maar
weet
het
niet
en
wordt
er
niet
op
aan
gesproken.
Fase
2:
men
wordt
zich
bewust
van
het
feit
dat
men
bepaalde
vaardigheden
of
kennis
niet
bezit.
Men
is
‘onbewust
onbekwaam’
Fase
3:
medewerkers
leren
bewust
ander
gedrag
uit
te
proberen
om
markgerichter
te
werken.
‘Bewus
bekwaam-‐fase’
Fase
4:
onbewust
wordt
als
reflex
uitgevoerd.
‘Onbewust
onbekwaam’
, Eerste
orde
leren
(single-‐loop-‐learning)
Problemen
oplossen,
accent
ligt
op
ontdekken
en
corrigeren
van
fouten
in
vertrouwde
situaties.
Iemand
leert
op
dit
niveau
door
te
doen!
VB:
stelt
begrotingen
op
aan
de
hand
van
ervaringen
van
voorgaande
jaren,
bepaalde
doelen
worden
niet
gehaald,
acties
ondernomen
om
de
omzet
te
vergtoten
of
kosten
te
drukken.
-‐ leren
door
te
doen;
-‐ veelal
routineproblemen;
-‐ in
een
bekende
context;
-‐ hetzelfde
beter
doen.
Tweede
orde
leren
(double-‐loop-‐learning)
Oplossingen
creatiever
verstrekkender
van
aard.
VB:
begroting
wordt
niet
gehaald,
er
wordt
ter
discussie
gesteld
of
er
nog
wel
de
juiste
producten
worden
geproduceerd.
-‐ leren
door
vragen
te
stellen
bij
de
bekende
weg;
-‐ kijken
naar
de
manier
waarop
wordt
geleerd;
-‐ achterliggende
inzichten
en
uitgangspunten
ter
discussie
stellen;
-‐ leren
te
leren.
Leerstijlen
-‐ ‘Doener’:
leren
van
nieuwe
ervaringen;
nieuwe
situaties
leuk
en
uitdagend’
makkelijker
risico
nemen;
flexibel
en
zoekt
snel
contact
met
anderen.
-‐ ‘Dromer’:
fantaseren
en
creatieve
processen;
meerdere
kanten
van
situatie
bekijken;
groot
voorstellingsvermogen.
-‐ ‘Beslisser’:
hypothesen
stellen
en
deze
toetsen
aan
praktijk;
1
beste
optie
verzinnen.
-‐ ‘Denker’:
problemen
in
hoofd
oplossen;
rationeel
ingesteld;
kan
goed
theoretisch
model
opstellen.
6
principes
van
overtuigen
1. Wederkerigheid:
mensen
zijn
geneigd
iets
terug
te
doen,
als
jij
eerst
iets
voor
hen
hebt
gedaan.
2. Commitment
en
consistentie:
als
mensen
zich
ergens
toe
committeren,
als
ze
iets
hebben
toegezegd,
zullen
ze
later
eerder
naar
die
uitspraak
handelen
(tekenen).
3. Sociaal
bewijs:
durft
experiment
aan
als
anderen
ook
meedoen
met
experiment
of
proefprojecten.
4. Autoriteit:
je
zult
eerder
iets
doen
als
een
opinieleider
dat
ook
doet.
5. Liking:
mensen
zijn
makkelijker
te
overtuigen
door
mensen
die
ze
aardig
vinden.
6. Schaarsheid:
zodra
we
het
idee
hebben
dat
iets
schaars
is,
willen
we
het
eerder
hebben
(exclusiviteit).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maximetg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.