100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Blok 2.B.1. Infectie- en immuunziekten - week 2 Acuut en lokaal $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting Blok 2.B.1. Infectie- en immuunziekten - week 2 Acuut en lokaal

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting wordt week 2 van blok 2.B.1. Infectie- en immuunziekten samengevat. Het is een uitgebreide samenvatting inclusief veel plaatjes.

Preview 4 out of 35  pages

  • September 3, 2021
  • 35
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
1



2. acuut en lokaal
Hoorcollege
HC.1 diversiteit van antigeenreceptoren
HC.2 Immunoglobulinen I
HC.3 Immunoglobulinen II
HC.4 HLA-systeem
HC.5 Cytokinen en chemokinen
HC.6 Antigeenherkenning door T-cellen
HC.7 Celsius en Virchow op moleculair niveau
HC.8 Lokale infecties

VO
VO.1 - VO.2 Relatie mens en micro-organismen, normale interactie I en II

ZO
ZO.1 Ontstekingsmediatoren
ZO.2 Opbouw functie thymus
ZO.3 Positieve en negatieve selectie van thymocyten
ZO.4 Pathologische aspecten van lokale ontstekingen
ZO.5 Indeling in de virologie
ZO.6 Pathogenese van virale infecties




Samenvatting 2B1 week 2 – Judith Bus

, 2


HC 1 diversiteit van antigeenreceptoren
Antistoffen ( = immunoglobulines) bestaan uit twee identieke lichte ketens (Ig kappa of Ig labda) en
twee identieke zware ketens. De uiterste topjes (bovenkant plaatje) zijn de gedeelten van de ketens
die iets kunnen herkennen en aan iets kunnen binden. Deze zijden zijn variabel (idiotype) en zeer
specifiek. Dit gedeelte heet het Fab-gedeelte. De andere kant, het Fc-gedeelte, is het meer
‘constante’ gedeelte. Hier is niet zo veel variatie tussen.
➢ Het Fc-gedeelte bestaat uit twee maal 3 segmenten van de zware keten, en twee maal 1
segment van de lichte keten.
➢ Het Fab-gedeelte bestaat uit twee maal 1 segment van de zware keten en twee maak 1
segment van de lichte keten.

Blauw: zware keten
- Licht blauw: Fc-gedeelte
- Donker blauw: Fab-gedeelte
Paars/roze: lichte keten
- Roze: Fc-gedeelte
- Paars: Fab-gedeelte

Dus… per antistof zijn er twee bindingsplaatsen. Binnen deze
bindingsplaatsen zijn er zes contactpunten. Dit is dus heel specifiek, want
als een contactpunt niet matcht zal er geen goede binding plaatsvinden.


6 contactpunten
Antigeen: definities
Oorspronkelijk: molecuul dat antistoffen opwekt.
Tegenwoordig: molecuul wat een adaptief immuunrespons (B- en T-cellen) kan opwekken.

Epitopen
Een epitoop of een antigene determinant is de plaats op het antigeen die wordt herkend door het
antilichaam. Na binding van het antilichaam op het epitoop van het antigeen komt een
immuunreactie tot stand.

Immunoglobuline: isotopen
Het Fc-gedeelte van de zware ketens is constant. Echter, er zijn wel verschillende klasses (isotypes).
Het type zware keten bepaald de werking van de antistof. Het heeft dus impact op de effector
functie.



Er zijn vijf verschillende immunoglobulines, IgM, IgD, IgG, IgM en IgA.

Dus…
Variabele domeinen (Fab-gedeelte): idiotypes
Verschillende constante domeinen voor de zware ketens: isotypes

Isotopen
- IgM: IgM heeft vijf bindingsplaatsen (pentameer). Hierdoor kan IgM meerdere
bindingen tegelijk aangaan. Het zit voornamelijk in de longen. De meervoudige
bindingsplaatsen zorgen voor een sterkere interactie met het antigeen, waarna
het complement kan binden. Dit leidt tot lysis van de bacterie.




Samenvatting 2B1 week 2 – Judith Bus

, 3


- IgA: IgA kan als monomeer en als dimeer voorkomen (m.b.v. een J keten). Dit type antistof
komt vooral voor op mucosale oppervlakten. Dit zijn oppervlakten waar het lichaam direct in
contact staat met de buitenwereld (bijvoorbeeld: luchtwegen, slokdarm, darm en neus). IgA
wordt geproduceerd door de B-cellen die vlak onder het contact oppervlak liggen. Via de
epitheelcellen komt IgA terecht in de gewenste holte.
- IgE: IgE is het molecuul dat antigenen (allergenen) kan binden die vervolgens ervoor kunnen
zorgen dat een mestcel zijn granulen uitscheidt. Hierbij komen o.a. histamines en
leukotriënen. Dit leidt tot een allergische reactie (bijvoorbeeld eczeem). IgE speelt vooral een
grote rol op het huid oppervlak.
- IgG: IgG heeft meerdere subklassen: IgG 1 t/m 4. Deze subklassen zijn gebaseerd op de
opbouw van het molecuul. IgG komt het meeste voor van alle soorten zware ketens.
IgG heeft veel verschillende functies:
o Neutraliseren van toxische stoffen
o Complement vormen: membrane attack complex (IgG1, IgG3 en IgM)
o Fagocytose stimuleren → destructie van het pathogeen
o NK-cellen aantrekken → destructie van het pathogeen

Antistof therapie: meerdere mechanismen
Er zijn therapieën waarbij gebruik wordt gemaakt van antistoffen.
➢ Biologicals
Voorbeeld: retuximab
Hierbij wordt er gebruik gemaakt van anti-CD20 antistoffen, waardoor B-cellen worden
uitgeschakeld (o.a. bij leukemie patiënten) door NK cellen of macrofagen.
➢ Target
In de praktijk worden er ‘gehumaniseerde’ antistoffen gebruikt. Deze antistoffen zijn zo
geconstrueerd dat ze heel erg lijken op menselijke antistoffen, terwijl ze van een muis afkomstig zijn.
Wanneer er antistoffen worden gebruikt die het lichaam totaal niet herkent zal daar namelijk een
reactie op komen vanuit het immuunsysteem. Dit is natuurlijk ongewenst.




Roze = muis
Blauw = mens

Functies van de verschillende isotypes BELANGRIJK




Samenvatting 2B1 week 2 – Judith Bus

, 4


Onthoud: de antistoffen met hetzelfde Fab-gedeelte herkennen hetzelfde antigeen, maar wanneer
deze een ander constant gedeelte (isotoop) hebben zal het effect wat de antistof teweeg brengt
anders zijn.

B-cel versus plasmacel
B-cel Plasmacel
Antistof op het membraan Antistof productie en uitscheiding
Voorloper cel van plasmacel Ontwikkeld uit een geactiveerde B-cel
Rijpen uit in het beenmerg Ontwikkelen in de lymfeklieren (naast geheugen-
cellen)
Na activatie (kan overal in het lichaam Na plasmacelvorming uit een B-cel → beenmerg
plaatsvinden) → lymfeklieren (proliferatie) (hier vindt antistof productie plaats)




NOTE: plasmacellen gaan dus vanuit de lymfeklieren (terug) richting het beenmerg, terwijl B-
geheugencellen in de circulatie blijven.

Antistof response




De response van het lichaam op een lichaamsvreemd antigeen hangt af van verschillende factoren:
de locatie, de typen cellen in de omgeving, de signaalstof productie door deze cellen, het soort
pathogeen etc.



Samenvatting 2B1 week 2 – Judith Bus

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller judithbus. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
Add to cart
Added