Een samenvatting van de vijf inhoudelijke hoorcolleges
- Introductie SMM (les 1)
- Motivatie van gebruikers + kenmerken SMM (les 2 en 3)
- Kenmerken van SMM (les 4)
- Effecten van SMM (les 5)
Daarnaast bevat het een samenvatting van de book chapters en de artikelen (de samenvatting hiervan ...
Summary book Social Media Marketing (Tuten & Solomon)
Social Media Marketing - Summary of the book
All for this textbook (4)
Written for
Tilburg University (UVT)
Communicatie- En Informatiewetenschappen Master
Social Media Marketing
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
samenvattingenuvt
Reviews received
Content preview
Lecture 1 – Introductie
Social media zijn:
• Internetapplicaties
• Voor sociale interactie
• Waar de gebruiker content zal toevoegen
- om te delen
- om te informeren
- om te creëren
De focus van social media ligt op:
- Het creëren van content om aandacht te trekken
- Het delen van content op SNS
Het doel van social media ligt op:
- Viraliteit
- User Generated Content (eWOM)
Karakteristieken van SMM
1. All marketing communications
2. initiated by a marketer/organization/firm
3. in order to influence a target audience
4. by means of creating a process of sharing the communicated message
5. by users of a social medium
Social media trends
- Audio is de nieuwe video trend
- Storytelling à zorgt voor authenticiteit (je kan je inleven)
- Influencers
- Video (live, short-form, vertical, interactief)
- Augmented Reality = trend van de toekomst (vb. Snapchat)
- Social change = het belang van online communities (vb. Viruswaarheid)
- Gaming & music
UGC
• Het gevolg van virale content
• Kunnen bepaalde discussies oproepen
• Online reviews à internet is een bron van informatie, consumenten delen onderling
ervaringen met elkaar, omdat ze vertrouwen hebben in andere consumenten.
• WOM en eWOM zijn vormen van UGC
1
,UGC-participanten
1. Creators = maken de content
2. Critics = reageren op de content
3. Collectors = verzamelen en organiseren content à fanpagina’s (niet gemaakt door
bedrijven).
4. Joiners = verzamelen zich in sociale groepen/ communities.
5. Spectators/ lurkers = consumeren content, maar reageren niet.
Invloeden van social media
1. Bedoelde invloed = je wilt een bepaalde reactie uitlokken (vb. #ikdoenietmeermee).
2. Onbedoelde invloed = bedrijven worden niet direct aangesproken, maar het bericht
bereikt wel veel mensen (vb. webcare à bedrijven zijn constant aan het monitoren).
Een succesvolle campagne bestaat uit:
1. Authenticiteit = echte gebruikers
2. Product heeft een belangrijke rol
3. Consument staat centraal
4. Geen specifieke doelgroep
5. Personalisatie
Social media in NL
- WhatsApp is geen sociaal platform, maar een interpersoonlijk communicatiemiddel.
- Grootste platformen: Facebook (1), YouTube (2), Instagram (3).
- LinkedIn, YouTube en TikTok groeien in het dagelijks gebruik.
Soorten media
1. Massa media = bereiken veel mensen via traditionele kanalen (one-to-may).
à TV, radio, krant
2. Persoonlijke media = waar interactie mogelijk is op kleinere schaal.
à E-mail, telefoon, chat, face-to-face
3. Social media = kan zowel een-op-een zijn of veel mensen bereiken.
Indeling van social media
1. Social community = kanalen gericht op het vormen van relaties (connecties).
à Sharing, Socializing, Conversing (vb. LinkedIn, Instagram, Twitter, Facebook,
Clubhouse).
2. Social publishing = kanalen gericht op het produceren en verspreiden van content.
à User-generated, Commercial, Editorial (vb. Twitter, YouTube, Wordpress,
Instagram).
3. Social commerce = kanalen gericht op het kopen en verkopen van producten/ diensten
à CRM/ service, retailing/ sales, Human Resources (vb. Groupon, Etsy)
4. Social entertainment = kanalen gericht op het entertainen van een publiek.
à Games, Music, Art (vb. Spotify, Duolingo)
2
,à Deze vier groepen hebben overlap, veel social mediakanalen kunnen in meerdere groepen
vallen. Het is afhankelijk van hoe je een kanaal gebruikt (als bedrijf of individu).
Social media indelen
Self-presentation & Self-disclosure = vanuit de gebruiker.
Social Presence Theory = naarmate er meer social presence is, des te meer het
communicatiemiddel geschikt is voor persoonlijke, relationele, persuasieve communicatie.
Social presence = de mate van interpersoonlijk contact en het gevoel van intimiteit dat wordt
waargenomen in de communicatie à gevoel van sociale aanwezigheid.
Media Richness Theory = de mogelijkheid die communicatiemiddelen bieden om verzonden
informatie te reproduceren/ te verwerken. Rijke media zijn meer geschikt om moeilijke
informatie over te brengen en mensen te overtuigen. Mediarijkheid wordt bepaald door:
- Bandwijdte/ aantal cues die verzonden kunnen worden
- Mogelijkheid om meteen feedback te geven/ krijgen
- Mogelijkheid in variatie van taal
- De mate van persoonlijke focus
Natuurlijke aanwezigheid van merken = eigen content en UGC.
Actieve aanwezigheid van merken:
1. Banners/ paid ads à gesponsorde content (vb. ‘shop now’ functie’)
2. Sociale campagnes (vb. Starbuck met de #Whatsyourname campagne)
3. Bedrijfspagina’s (zakelijke pagina’s/ merkenpagina’s)
Social media worden meer voor de gebruikerskant gebruikt.
3
, Lecture 2 – Motivatie van gebruikers + kenmerken SMM
Consumentenmisleiding = het bewust inzetten van nep likes/ volgers.
Herkennen van een nepaccount
• Accountnamen met willekeurige combinatie van letters, cijfers en andere tekens.
• Account heeft weinig volgers, maar veel likes en reacties.
• Account heeft veel volgers, maar weinig likes en reacties.
• Reacties zijn niet relevant voor de post.
Verschil Traditionele marketing vs. SMM
Traditional marketingmix = the activity, set of institutions, and processes for creating,
communicating, delivering, and exchanging offerings that have value for customers, clients,
partners, and society at large.
à Traditionele marketingmix heeft 4 P’s = Product, Price, Place, Promotion à houdt
geen rekening met verschillende kanalen, participatie van de consument en interactie.
• Push-communicatie = de zender (het bedrijf) zendt de communicatie naar het publiek
(de consument)
• Eenzijdig proces à wordt met name gebruik gemaakt van massa media.
• Weinig mogelijkheden tot directe interactie tussen bedrijf en consument à er is alleen
een klantenservice.
• Het bedrijf heeft controle over de boodschap die verzonden wordt à top-down
communicatie.
Social media marketingmix = consument staat centraal à vijfde P = Participation.
• Consumer empowerment = de consument is in belangrijke mate verantwoordelijk
geworden voor de aanwas van nieuwe klanten à de consument heeft controle.
• De consument is betrokken bij alle fases van het marketingproces, de consument
wordt betrokken voordat de boodschap überhaupt verzonden wordt.
• Het is een interactief proces tussen bedrijf en consument.
• Pull-communicatie (content marketing) = de consument vindt de communicatie
dusdanig leuk/ interessant dat hij/zij er zelf ‘om vraagt’ à je denkt vanuit de
consument.
• Relevante content, afgestemd op de doelgroep.
• Participatie (vijfde P) à social media stelt de consument in staat om meer inbreng te
hebben in het product en de diensten à bottom-up communicatie.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingenuvt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.