Dit document bevat een complete samenvatting van alle hoorcolleges en tevens alle de uitwerkingen van alle werkcolleges van het vak Capita Selecta Vennootschapsbelasting.
,Hoorcollege 1: Geschiedenis en rechtsgrondslagen van de VPB
Het kader dat je altijd voor ogen moet houden bij het toetsen van wetgeving bestaat uit 4
E’s:
1. Eerlijk; de wetgeving moet rechtvaardig zijn.
2. Effectief; het doel waarvoor de wet is gemaakt moet kunnen worden bereikt.
3. Efficiënt; de wetgeving moet zo min mogelijk verstoringen teweegbrengen.
4. Eenvoudig; wetgeving moet zo simpel mogelijk zijn.
Geschiedenis van de VPB
• Tot aan 1939 werden de uitdelingen van winsten belast en niet de winsten zelf.
Hierdoor werden IB-ondernemingen en VPB-ondernemingen op eenzelfde manier
belast.
• In 1942 hebben de Duitsers de Vpb ’42 geïntroduceerd, waarbij dus ook
rechtspersonen werden belast. Hierbij werd de winst belast op het moment dat die
gegenereerd werd. Een aantal bepalingen uit die wet gelden nog steeds (bijv.
deelnemingsvrijstelling).
o Op het moment dat winst slechts wordt belast wordt bij uitdeling, kun je heel
makkelijk winst oppotten door een rechtspersoon op te richten.
In 1969 is de Wet VPB ingevoerd. Indertijd zijn er veel aanpassingen aan de wet gedaan. De
hier onderstreepte bepalingen waren belangrijk, maar geen van deze aanpassingen wijzigde
het systeem fundamenteel.
,Zoals te zien is, is de Wet Vpb flink wat aangepast in de loop der tijd. De volgende redenen
kunnen de oorzaak zijn voor het aanpassen van de wetgeving:
• Tariefswijziging; 48% naar 25% in 50 jaar tijd.
o Dit wordt vaak gefinancierd door grondslagverbreding (bijv. invoering
generieke renteaftrekbeperking, zodat de grondslag groter wordt).
o Dit heeft vaak te maken met het verbeteren van de concurrentiepositie.
• OESO/EU; Bosal-arrest, X Holding-arrest, ATAD en andere richtlijnen.
• Anti-misbruik; art. 10a Wet VPB en tegengaan handel in verliesvennootschappen art.
20a Wet VPB.
• Conjuncturele invloeden; versnelde afschrijving en corona-reserve.
• Vestigingsklimaat/instrumentalisme; innovatiebox.
Bovendien is er veelvuldig gepleit voor een nieuwe VPB, maar dit is tot dusver iedere keer
afgehouden. Er zijn een aantal kernproblemen bij belastingheffing van ondernemingen:
• Relatie tussen IB en VPB;
o De rechtsgrondslag voor de VPB is onduidelijk;
o De effectieve druk en faciliteiten verstoren de rechtsvormkeuze. Er is dus
geen neutraliteit tussen drijven van IB-onderneming of VPB-onderneming;
o Er is een verschillende behandeling tussen EV en VV, waardoor bedrijven
worden geprikkeld om gefinancierd te worden met VV in tegenstelling tot EV.
- Vergoeding op VV = rente is aftrekbaar
- Vergoeding op EV = dividend is normaliter niet aftrekbaar
Het lastige is echter dat een aanpassing aan de VPB niet zomaar kan worden gedaan, want:
• EU-rechtelijke randvoorwaarden;
• De VPB is een wapen in concurrentie tussen landen (BEPS-discussie &
Instrumentalisme);
Grondslagen VPB
Er wordt in de literatuur al jaren beklaagd dat de VPB geen rechtvaardige rechtsgrondslag
heeft. Omdat een rechtsgrondslag dusdanig bepalend is voor de vormgeving van een wet,
speelt de discussie over de rechtsgrondslag telkens op bij een aanpassing van de wet. De
rechtsgrondslag bepaalt bijvoorbeeld:
• Subjectieve en objectieve belastingplicht;
• Behandeling van EV en VV;
• Relatie met IB;
Als je geen eenduidige rechtsgrondslag hebt voor de VPB, hoe kan je dan bepalen wie je in
de belastingheffing wil betrekken (subjectieve belastingplicht)?
• Op het moment dat je de rechtsgrondslag niet duidelijk voor ogen hebt, kan je
eigenlijk niets zinnigs zeggen over wijzigingen.
De rechtsgrondslagen spelen dus een rol bij bezinning op een wenselijk fiscaal systeem en
bieden een juridisch (normatief) aspect naast een economisch aspect. Historisch gezien zijn
de volgende pogingen gedaan om een rechtsgrondslag voor de VPB te vinden:
, Antropomorfe visie
Hierbij worden vennootschappen vergeleken met natuurlijke personen (mensvormige visie).
De rechtspersoon geldt in deze visie als een zelfstandig subject dat los moet worden
beschouwd van de persoon van de individuele kapitaalverschaffer. Omdat van natuurlijke
personen belasting wordt geheven (IB), wordt van vennootschappen ook belasting geheven
(VPB). Dit leidt tot het klassieke stelsel.
• In eerste instantie klinkt dit goed, maar de theorie gaat niet op. In deze visie wordt
namelijk miskend dat belasting heffen van rechtspersonen indirect altijd neerkomt
op belasting heffen van natuurlijke personen. Dit heeft economisch dubbele
belastingheffing tot gevolg.
o Welke natuurlijke personen je indirect belast met VPB hangt af van de mate
en wijze van afwenteling van de rechtspersoon.
Conclusie: dit beginsel kan niet worden aangenomen als rechtsgrondslag.
Leer van het globaal evenwicht
Hierbij wordt gesteld dat VPB nodig is om globaal evenwicht te bereiken tussen
belastingdruk voor een IB-ondernemer en een VPB-ondernemer.
• Dit globale evenwicht bestaat theoretisch al niet, dus laat staan voor elk individueel
geval.
o De belastingdruk voor een IB-ondernemer verschilt heel erg van de VPB-
ondernemer (grote discrepantie tussen het VPB-tarief en toptarief in IB).
o De VPB lijkt dus een steunfunctie te hebben ten aanzien van de IB. De VPB
lijkt nodig te zijn om over bepaalde objecten te heffen waar de IB niet bij kan.
• Dit zou hooguit een tijdelijke VPB rechtvaardigen (als voorheffing op de IB), maar niet
een niet met IB verrekenbare VPB (zoals we kennen).
Conclusie: dit beginsel kan niet worden aangenomen als rechtsgrondslag.
De verschillen tussen belastingheffing van IB-ondernemers en VPB-ondernemers kunnen als
volgt worden weergegeven:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anonymouss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.