Dit is een volledige samenvatting van het vak omgaan met kinderen van het 2de semester.
Bij het studeren van dit vak is de cursus niet meer nodig de samenvatting is volledig.
Omgaan met kinderen
Hoofdstuk 1: ontwikkeling van kinderen
Algemeen deel
Inleiding
Babyperiode/periode van zuigeling: 0-1 jaar
De peuterperiode: 1-3 jaar
De kleuterperiode: 3-6 jaar
De schoolperiode: 6-12 jaar
De adolescentie: 12-18 jaar
Diversiteit in ontwikkeling
Diversiteit op: uiterlijk, afkomst, opvoeding, gezinsvorm, functiebeperking,
ontwikkelingstempo, ...
Culturele herkomst kan een invloed hebben op de ontwikkeling van het
kind: uitleg pag 10
Wat is ontwikkeling
Is de voortgang, verandering. Heet is een geleidelijke verandering in een
bepaalde, vaak gunstige richting.
Ontwikkeling kan achteruitgang of verlies betekenen (afleren door
ouderdom)
o VB: jonge kinderen lenig oudere mensen niet lenig
jonge kinderen veel fantasie oudere mensen niet veel fantasie
Hoe onstaat ontwikkeling
Nature-nuture- zelfbepaling
Nature (natuur): erfelijke aanleg waarmee het kind geboren wordt.
Eigenschapen, vermogens, en capaciteiten die kinderen van ouders erven.
Nuture (de omgeving): invloed door materieel, biologisch, sociaal,
emotioneel, maatschappelijk. (voorbeelden pag 12)
Zelfbepaling: de eigen vrije keuze van de mens. We kiezen zelf hoe we
met bepaalde gebeurtenissen in ons leven omgaan, wat we doen en niet
doen, ...
Theorieën
Nativistische theorie of aanlegtheorie: beklemtoont dat ontwikkeling
van binnenuit tot stand komt en bepaald wordt door je aanleg. Omgeving
heeft geen invloed.
Sociologischethorie of mileutheorie: beklemtoont vooral dat
ontwikkeling meer kan gebeurten dankzij opvoeding en het mileu waarin
het kind opgroeit
Interactionistische thorie: er is een dynamisch proces dat men
voordoet waarin aanleg en omgevingsinvloeden elkaar wederzijds
beinvleoden.
Een rijk milieu vormen: weten dat aanleg en mileu elkaar beinvloeden
Hoe verloopt ontwikkeling
Continue verandering vs discontinue verandering
Continue: ontwikkeling zeer geleidelijk aan
Discontinue: zeer snelle ontwikkeling daarna blijven staan en dan weer sneller
ontwikkelen
Beide soorten veranderingen doen zich afwisselend voor
, Kritieke of gevoelige periode
Een periode waarin het kind gevoelig is om een bepaalde vaardigheid te
leren.
Periode gaat vorobij
Daarna niet meer of met heel veel moeite pas slagen handeling te
verwerven
Zone van de naaste ontwikkeling: er is een ruimte waar kinderen er aan toe
zijn om een bepaalde vaardigheid of inzicht te verwerven, mits de juiste
begeleiding.
Indeling van ontwikkelingsdomeinen
Driedelingen
Fysieke of lichamelijke ontwikkeling
Cognitieve of verstandelijke ontwikkeling
Sociaal-emotionele en morele ontwikkeling
Hoofdstuk 2: opvoeden
wat is opvoeden
Definities
Veelvuldige interacties tussen een kind en een opvoeder, binnen een
bepaalde omgeving/context.
Lange tijd met kind sameleeft
Verantwoordelijk weet voor kind
Ouders, familie, onhtaalmoeder,lerare, ...
kenmerken:
Complementair proces:opvoeder en kind in gelijke mate bijdragen aan
opvoedingsproces. Beide betrokken hebben inbreng, input in dit proces.
Circulair proces: het gedrag van kind en de aanpak van de ouders
beinvloeden elkaar op een wederzijdse manier.
Voortdurende wisselwerking tussen kind, ouders en omgeving.
Elke opvoeding verloopt anders
Belangrijkste zaken:
Steun: geven door warmte, zorg, aandacht, aanmoedeging, kleding, ... zo weten
dat je hen graag ziet en krijgen ze zelfvertrouwen
Stimuleren: nieuwe dingen leren en ontdekken, aanmoedigen, zo worden ze
zelfstandiger
Sturen: door leiding te geven, zeggen wat je verwacht, greznen
, Opvoedingsdoelen
Een eigen identiteit ontwikkelen: emancipatie van kinderen, eigen mogelijkheden en
kwaliteiten aan slag te gaan
Opvoeden geberut in een context
Concrete opvoedingscontext
Directe context,: concrete situatie waarin gezin verkeert
Beroep van ouders, woonsituatie, inkomen, sociale contacten, gezondheid,
gezinsleden
Cultruele vaardihede: vrije tijd inlvullen,
Gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid:
Nieuwe gezinsvormen:beinvloed dagelijkse opvoedingscontext,
geconfronteerd met regels en afspraken, waarden normen die men
meebrengt uit vorige relaties.
Andere opvoedingsmilieus: creche, grootmoeders, ...
De kleuterschool: belangerijk opvoedingsmilieu, waarden normen
Bredere, maatschappelijke invloeden op de
gezinsopvoeding
Poltiek en de overheid: invloed opvoeding gezin: leerplicht
Huidige consumptiemaatschapij: dubbel inkomen nodig,
Opvoedingsonzekerheid: weten niet hoe ze met kindern kunnen onderhandelen
Provision: rechten kind toegang verlenden tot bepalde goederen en diensten.
Protection: rechten beschermings bieden die voortvloeien uit behoeften van
kind
Participation: betreft kind bepaalde handelingen mag stellen en recht op
inspraak
Betrokkenen in het opvoedinsproces
De kleuters als eerste betrokkene
Zelstandfigheid, zelfbepaling, verantwoordelijkheid (context klas, opvoeder
kleuterleidster, kind kleuter)
Het dynamische aspect in de persoon
Wat brengt gedrag in beweging
Mensen, wereken, spelen, communiceren, ginder, handelen en kijken, ze
eten en drinken, slapen en mekaar lief. Niet zien: waaro doen ze dat, basis
handelen
Om dingen, die mensen nodig hebben, anderzijds om dingen waar
nmensen naar verlangen en treven.
Arsenaal woorden en begrippen naar onzichtbare motor: noden ,
beweegreden, drang verlangens, wenszen , ...
Behoeften
Maslow
Primaire biologische behoeften: zuurstof, eten, drinken, overlevingsbehoeften
Veliigheidsbehoeften: bestaandsekerheid, geborgenehdi, wetten, orde
Sociale behoeften: liefde, deel maken uit, aanvaarding
Erkenning en waarderingsbehoefte:
Zelfwaardering: verlangen naar vetrouwen, je succes, vrijheid,
onafhankelijkheid, individu
Waardering door anderen:
Zelfverwezelijking: volledig mogelijk willen ontplooien,wil max realiseren
Behoefte aan zingeving en aan morele waarde( zich een goed mens willen
voelen)
Het affectieve aspect in de persoonelijkheid
De weerklank is van het al dan niet bevredigd zijn van onze behoeften in een
bepaalde situatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roarwuf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.