In deze samenvatting staat alles wat je nodig hebt voor het tentamen, het boek identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding, en handboek voor leraren is gebruikt. De samenvatting is geordend en per leerdoel uitgewerkt. In het blauw staan extra notities van mijn lessen bijgevoegd.
Les 1
Handboek voor leraren (Geerts, W. & Van Kraling. (2020)).
Pp 75-85
Identiteitsontwikkeling en leerbegeleiding (Van der Wal, J., & De Wilde, J. (2017)).
Pp. 15-43 & 191-233
De student kan de beschreven beeldvorming over adolescenten vanuit
de literatuur, vanuit de massamedia, vanuit de sociale wetenschap en
vanuit de neurowetenschap in eigen woorden benoemen.
Vanuit de literatuur:
Veel literatuur over adolescenten refereert aan het eenzijdige, heftige of
extreme van hun beleving en gedrag. De adolescentie wordt vaak
gekenschetst als een moeilijke periode, van sterke emotionele labiliteit,
opstandigheid, heftige verliefdheden en idealisme. Dat zegt natuurlijk iets
over het gedrag dat adolescenten vertonen, maar het zegt ook iets over
hoe schrijvers naar adolescenten kijken.
Vanuit de massamedia:
Veel van de mediabeelden over de jeugd zijn nogal generaliseerd. Wat tot
uitdrukking komt in koppen als ‘De jeugd verrechts’ of ‘De jeugd word
steeds agressiever, crimineler, dommer, slimmer of gezonder’. Dit wordt
nog versterkt doordat in de media het afwijkende, het extreme en
sensationele natuurlijk meer aandacht krijgt dan het gangbare.
Vanuit de sociale wetenschap:
Sociale wetenschappers hebben veel bij gedragen aan de beeldvorming
over de jeugd. Alles psychologische theorieën waarin gedrag van mensen
vanuit hun biologische ontwikkeling verklaard wordt, gaan ervan uit dat
het voor jonge adolescenten normaal is om zich onvoorspelbaar en
onevenwichtig te manifesteren. De sterke wisselingen worden immers
veroorzaakt door de snelle lichamelijke en hormonale verandering.
Vanuit de neurowetenschap:
Bij de adolescenten verandert er nog veel in het brein. Daarom zijn zij zeer
geschikt als onderzoeksgroep. Veel pubers blijken bijvoorbeeld moeite te
hebben met het behouden van overzicht en concentratie in taak gerichte
situaties, en dit wordt vanuit de neurowetenschap verklaard door het feit
dat de verbindingen tussen de diverse gebieden in de hersenen nog niet
optimaal gerijpt zijn. Vanwege de onbalans tussen de rationele en het
emotionele kun je adolescenten als opvoeder het best ruimte geven waar
mogelijk en sturing en controle waar nodig.
, Corne: Adolescenten hebben een externe prefrontale cortex nodig zolang
die van henzelf nog niet voldoende gerijpt is.
De student kan de ontwikkeling van de hersenen (rijping, prefrontale
cortex, ontwikkeling brein, gevoelige perioden, sturing en controle –
onbalans) benoemen en toelichten hoe jij hier als docent op kan
inspelen/bij aansluiten in de praktijk.
Rijping:
Veel pubers blijken bijvoorbeeld moeite te hebben met het behouden van
overzicht en concentratie in taakgerichte situaties, en dit wordt vanuit de
neurowetenschap verklaard door het feit dat de verbindingen tussen de
diverse gebieden in de hersenen nog niet optimaal gerijpt zijn. Hersen
onderzoekster Eveline Crone stelt dat de hersenen van adolescenten
allerlei unieke mogelijkheden hebben. Dat adolescenten creatiever,
idealistischer en vindingrijker zijn dan volwassenen, is volgens haar te
danken aan het feit dat veel verbindingen tussen de hersencellen nog alle
kanten op kunnen gaan, wat vaak tot verrassende nieuwe benaderingen
leidt. Dit zie je terug bij muziek, sport, computeren en discussies voer
problemen in de wereld.
Als docent kan je de adolescenten helpen met overzicht te houden door
bijvoorbeeld samen een planning te maken.
Prefrontale cortex:
Een belangrijk gebied in de frontale cortex wordt de prefrontale cortex
genoemd. Je hebt een linker prefrontale cortex en een rechter prefrontale
cortex. Hier vinden de leerprocessen plaats. Dit deel van de hersenen in de
frontale kwab achter ons voorhoofd regelt allerlei belangrijke complexe
cognitieve vaardigheden. Het wordt ook wel de topmanager van het brein
genoemd en is pas in de late adolescentie volgroeid.
, Als docent kan je hier op inspelen door dit in het achterhoofd te houden.
Stel je gaat les geven op een middelbare school hebben de leerlingen al
erg veel verschillende vakken en docenten waar zij mee te maken hebben.
Hierdoor kan je meer begrip tonen voor de situatie.
Ontwikkeling brein:
De structuur van de hersenen (dat is: de onderdelen en hun locatie) is zo’n
vier maanden na de bevruchting al voltooid. Daarna ontwikkelt het brein
zich verder door uitbreiding van de neuronen en hun onderlinge
verbindingen. Deze uitbreiding verloopt vervolgens een bepaald patroon.
Eerst is er een sterke toename van de grijze stof in een bepaald
hersengebied, waarmee de functionele mogelijkheden aanzienlijk groter
worden. Er komen vele nieuwe verbindingen (neutrale netwerken) tot
stand. Vervolgens vindt een afname van grijze stof in datzelfde gebied
plaats, omdat niet gebruikte en niet goed functionerende cellen worden
afgevoerd. De overblijvende verbindingen worden hierdoor efficiënter en
hun kwaliteit wordt nog verder verhoogd door een gelijkmatige toename
van witte stof. Het resultaat van dat proces is dat alleen de beste cellen en
verbindingen overblijven. Dit patroon wordt ook zichtbaar in het verloop
van leerprocessen.
Gevoelige perioden:
Prikkels uit de omgeving en ervaringen opdoen zijn dus onontbeerlijk voor
de optimale ontwikkeling van functies als waarneming, motoriek en taal. Er
wordt in dit verband wel gesproken van gevoelige periodes. In bepaalde
periodes zijn de hersenen namelijk het best uitgerust om verbindingen te
maken in en op een bepaald gebied. Dan leveren leerervaringen het meest
op.
Sturing:
De ontwikkeling van de hersenen verloopt niet voor alle delen met
dezelfde snelheid. Ze rijpen als het ware van achteren naar voren. Rond
het vierde jaar zijn de systemen in het achterste deel van de hersenen
klaar, zoals motoriek, gezichtsvermogen en emoties. Deze systemen
worden gecoördineerd in het middelste deel, dat gemiddeld rond het
veertiende jaar is uitgerijpt. Het voorste deel van de hersenen – de
(pre)frontale cortex, die onder andere belangrijk is voor de impulscontrole
en het vermogen tot planning, beoordeling en doelgerichtheid – is pas aan
het einde van de adolescentie volledig gerijpt. Het aantal verbindingen in
dit deel neemt aan het begin van de adolescentie sterk in omvang toe, wat
tijdens de vroege adolescentie nog eens wordt versterkt door
geslachtelijke rijping, die eveneens in de hersenen geregeld wordt door de
afgifte van hormonen. Samen zorgen deze twee processen voor nieuwe
mogelijkheden, maar zeker in de puberteit ook voor de nodige
onzekerheid, emotionele spanning en verwarring.
Controle - onbalans:
Een heel belangrijke conclusie is dat het emotionele regelsysteem eerder
uitgerijpt is dan het rationele controlesysteem. Dat leidt tot een onbalans
tussen gevoel en verstand die tot ver in de adolescentie doorwerkt. Een
van de gevolgen daarvan is dat pubers gevoelens veel heftiger en intenser
beleven dan volwassenen, en dat kan veel gedrag van de adolescenten
verklaren.
, De student kan de invloed van de begrippen/theorieën;
adolescentiefase, puberteit, levensloop, jeugdland, adolescentie,
puberteit, sturm und drang, prestatiemaatschappij en forever-young-
cultuur, op het gevoel en de (identiteits-)ontwikkeling van jongeren
benoemen en op basis hiervan zijn/haar keuzes voor zijn/haar eigen
docentgedrag onderbouwen.
Adolescentiefase:
Adolescentie: Adolescere – opgroeien, rijp worden,
hersenontwikkeling/identiteitsontwikkeling.
De ontwikkelingsfase tussen de kindertijd en de volwassenheid, die loopt
van 12 tot ongeveer 22 jaar. Gedurende de adolescentie treden
voorspelbare fysieke, neurologische en psychologische veranderingen op,
die tot uiting koen in gedrag, gedachten, behoeften en gevoelens. De
adolescentie is te onderscheiden in drie periodes:
- De vroege adolescentie
(oftewel puberteit) staat de lichamelijke groei en rijping en daarmee
de verbonden psychoseksuele ontwikkeling centraal. Ook komt het
losmakingsproces tussen de adolescent en zijn ouders opgang.
- De midden adolescentie
De adolescent experimenteert met de vele nieuwe
keuzemogelijkheden.
- De late adolescentie
Staat voor vele in het teken vaan het aangaan van verplichtingen op
het gebied van maatschappelijke positie en persoonlijke relaties.
Levensloop:
In elke fase heeft het menselijk functioneren een eigen kwaliteit. Een baby
bijvoorbeeld brengt een groot deel van zijn tijd slapend door en is volledig
afhankelijk van zijn omgeving, een schoolkind gaat veel concreter met
taken om dan een adolescent en een 80-jarige beleeft de wereld anders
dan een 20-jarige. De levensloop bestaat uit verschillende fasen die een
vaste volgorde hebben en onderling samenhang vertonen.
Jeugdland:
Adolescentie als aparte fase van uitgestelde volwassenheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lamhundertmark. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.