Sociologie week A
Hoofdstuk 1 Sociologie: visie, theorie
en methode
Sociologie: Het systematisch onderzoek doen naar de menselijke samenleving.
(vooral het gedrag van groepen mensen in de samenleving) of ‘het algemene in
het bijzonder zien’ (iedere situatie is anders, filmpje in powerpoint).
Persoonlijke keuzes en sociale context
Vaak heeft je omgeving een invloed op je persoonlijke keuzes. (meer zelfmoord
bij ongehuwden)
Welke mensen kunnen het beste denken als sociologen?
Mensen die het moeilijk hebben gaan eerder als sociologen denken. (ontslagen
op hun 50ste)
Je gaat pas over de situatie nadenken als je het moeilijk hebt (sociale marche /
sociale crisis)
C. Wright Mills (1959): “Wat mensen nodig hebben is het vermogen om te
begrijpen wat er in de wereld gaande is. Dit vermogen zouden we het
sociologisch perspectief kunnen noemen
Een Mondiale visie; Globaal sociologisch perspectief: Het bestuderen van de
wereld in zijn geheel en de plaats die onze samenleving daarin inneemt.
We leven in een mondiale visie.
Je begrijpt jezelf als je een ander begrijpt.
Als je niet in staat bent om je eigen normen en waarden aan de kant te schuiven
(verslaafd zijn is zwak) kan je de ander ook niet begrijpen/helpen.
Sociologisch perspectief in de praktijk:
Sociaal Cultureel Planbureau (SCP)
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Sociologisch perspectief en persoonlijke groei
Politieke veranderingen leiden tot sociale veranderingen.
Aandacht verschuift meer en meer naar de samenleving: Ontstaan van de nieuwe
discipline, de sociologie.
,Auguste Comte (1798-1857): Samenleving wetenschappelijk benaderen. Hij kon
met zijn zintuigen onderzoeken.
Sociologie en wetenschap:
Begin 20e eeuw werd het pas een echte wetenschap. Daarvoor was het gewoon
iemand die bezig was met een ander in de sociale zin (dominee)
Sociologische Theorieën:
Theorie: een stelsel van uitspraken die met elkaar samenhangen en die de basis
zijn voor het doen van voorspellingen.
Sociologische theorie: als je bezig bent met het verklaren van sociaal gedrag.
Theorievorming en sociologische onderzoek:
1. Wat moeten we onderzoeken?
2. Hoe moeten de gegevens die een onderzoek oplevert aan elkaar
gerelateerd worden?
Sociologen volgen verschillende benaderingen of perspectieven…..
VIER SOCIOLOGISCHE PERSPECTIEVEN
1) Het structureel functionisme
Sociologen die op die manier kijken zien een complex geheel. Elke structuur heeft
weer een functie en alles werkt samen. Zijn gericht op solidariteit en stabiliteit.
Richt zich op de sociale structuur en kijkt naar wat al die structuren voor elkaar
betekenen. (conservatieve manier van kijken, prima als er grote verschillen zijn
tussen mensen.)
Belangrijke structuree-functionalist: Herbert Spencer (1820-1903): “De
maatschappij is als het menselijk lichaam: (POWERPOINT BLZ 22)
Kritiek: je kijkt niet meer naar ongelijkheden/etnische verschillen. Want als het
stabiel is is het goed.
2) De conflictbenadering/conflictsociologie
Macro-theorie: gericht op de samenleving in het geheel (macro: de samenleving,
meso: de groepen in de samenleving, micro: het individu)
Karl Marx.
Vond dat het kapitalistische systeem alleen maar uit was op winst. Is de bedenker
van het socialisme en communisme.
Kritiek: de gemeenschappelijke waarden worden niet meer gezien omdat er
alleen maar naar de problemen gekeken wordt.
, 3) Het symbolisch interactionisme
Micro-theorie: gericht op het individu.
Alle verschillende interacties bij elkaar en daaruit het algemene halen. Zoals hoe
mensen met elkaar omgaan. (hand geven bij kennismaking, vragen “alles
goed?”)
Kritiek: (powerpoint blz 29)
4) De rationelekeuzebenadering
Microtheorie: gericht op het individu.
Alles wat je doet zijn rationele keuzes (gedachten)
Dit kost het me en dat levert het mij op.
Kritiek: je kan niet alles rationeel benaderen (met voor en nadelen op een rijtje
zetten)
5) Sociobiologie (komt bijna niet meer voor)
Wij vertonen kuddegedrag.
LEER DE SAMENVATTING OP BLZ 21 GOED!
Drie sociologische onderzoeksmethoden
1) De positivistische sociologie (August Comte, met zintuigen)
2) De Interpretatieve sociologie (Max Weber)
3) De kritische sociologie (Karl Marx)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MerleMQ. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.06. You're not tied to anything after your purchase.