Een uitgebreide samenvatting van alle stof die je moet kennen als je bedrijfseconomie krijgt in het eerste jaar bedrijfskunde. Ik heb er zelf een 8,6 mee gehaald!
Hoofdstuk 1. Het vakgebied van de bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie
= Een onderdeel van de economische wetenschap dat zich bezighoudt met het bestuderen
van het economisch handelen van mensen binnen productieorganisaties.
Er zijn twee soorten productieorganisaties:
1. Particulier:
1. Ondernemingen
2. Gesubsidieerde instellingen: Een particuliere
organisatie die alleen kan voortbestaan
dankzij bedragen van buitenstaanders. Zoals
een goed doel.
2. Overheid:
1. Overheidsdiensten (collectief): Organisaties die collectieve goederen leveren.
2. Overheidsbedrijven: Bedrijven die in handen zijn van de overheid, zoals
PostNL.
Economisch handelen
• Economisch handelende mensen moeten voortdurend keuzes maken omdat de
beschikbare middelen beperkt (=schaars) zijn en er ook verschillende (alternatieve)
mogelijkheden zijn om deze middelen aan te wenden (te besteden)
Welvaart vs welzijn
• Welvaart: is de mate waarin de schaarste wordt verminderd door groei van (reëel)
inkomen.
Bestaat uit:
• Bestedingsmiddelen (geld/inkomen)
• Vrije tijd
• Streven naar winst
• Welzijn: het gevoel van welbevinden (geluk)
Welvaart is gericht op (maximaal) consumeren , maar bij welzijn is er ook oog voor:
• Uitputting hulpbronnen
• Milieu
• Opwarming aarde
• Tegengaan armoede
• Natuur- en cultuurbehoud
,Profitorganisaties vs non-profitorganisaties
Een profitorganisatie heeft een winstoogmerk en een non-profit organisatie niet.
Samenwerkingsvormen tussen ondernemingen (verticaal)
• De bedrijfskolom bestaat uit ondernemingen die betrokken zijn bij de
totstandkoming van een bepaald product
Binnen de bedrijfskolom:
- Integratie: Als een bedrijf besluit een branche over te slaan en het werk hiervan over te
nemen.
-differentiatie: De onderneming besluit om bepaalde activiteiten niet meer zelf te doen.
Er wordt dus juist een tussenschakel toegevoegd.
Tussen de bedrijfskolommen (horizontaal):
Parallellisatie: Ondernemingen uit verschillende bedrijfskolommen gaan
samenwerken.
Specialisatie: Een onderneming besluit om voortaan slechts een specifiek onderdeel
te gaan verkopen.
Samenwerkingsverbanden:
• Fusie (samensmelting): hierbij zijn de samenwerkende bedrijven gelijkwaardig.
• Overname: hierbij zijn de samenwerkende bedrijven niet gelijkwaardig (ook niet altijd
vrijwillig)
• Joint venture: ondernemingen werken samen aan een bepaald project, met een
gezamenlijke bedrijfsvoering en gezamenlijk risico.
• Franchising: een vorm van verticale samenwerking tussen ondernemingen die
juridisch en economisch zelfstandig zijn.
• Kartelvorming: overeenkomst die ondernemingen sluiten om de concurrentie te
beperken.
Economie:
1. Algemene economie
Macro-economie: deelgebied dat zich bezighoudt met economie op grote schaal.
Micro-economie: vakgebied dat zich bezighoudt met het gedrag van één consument
of product.
2. Bedrijfseconomie
Management accounting: Het verzamelen, registreren en rapporteren van gegevens
ten behoeve van de financiële informatie voor het management.
Financial accounting: De informatieverstrekking door het management aan derden.
Bedrijfseconomische functies
Hoofd financiële administratie: je bent hier verantwoordelijk voor de gehele
financiële administratie
Controller: Iemand die financiële adviezen geeft aan het management.
Treasurer: Iemand die verantwoordelijk is voor de geldstromen in een onderneming.
Accountant: Iemand die ondernemers adviseert.
, Hoofdstuk 2. Het ondernemingsplan
Onderdelen van een ondernemingsplan
In elk ondernemingsplan staat in ieder geval:
Doelstelling
Markt en marktetingmix
Juridische aspecten
Organisatie
Financiën
Het ondernemingsplan -de ondernemingsvorm
Eenmanszaak
Een onderneming met slechts één eigenaar. Eigenschappen:
- 1 eigenaar
- kan personeel in dienst hebben
-hoofdelijk aansprakelijk
-geen rechtspersoonlijkheid
- betaald inkomstbelasting over de winst
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hajarbadaoui2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.