Samenvatting van het boek: Praktijkonderzoek in zorg & welzijn. Ik heb deze samenvatting gebruikt voor het vak onderzoeksmethoden in het eerste jaar van de HBO opleiding pedagogiek. Met deze samenvatting heb ik een 8,5 gehaald!! :)
5 stars! Thank you:) Glad you liked the summary. Good luck with the rest of your studies!!
By: jellebeerthuis • 11 months ago
By: pippedagogiek • 7 months ago
Translated by Google
Thanks for the positive review!!
By: noavanl • 2 year ago
By: pippedagogiek • 2 year ago
Translated by Google
Thank you for your positive review!!
By: taboersma • 2 year ago
By: pippedagogiek • 2 year ago
Translated by Google
Thanks for your review!!
By: davidemedema • 2 year ago
By: pippedagogiek • 2 year ago
Translated by Google
Thank you for the positive review!! :)
By: leoniedejong520 • 2 year ago
By: pippedagogiek • 2 year ago
Translated by Google
Thank you for the positive review!! :)
Seller
Follow
pippedagogiek
Reviews received
Content preview
Praktijkonderzoek in zorg en welzijn
Hoofdstuk 1: een inleiding op praktijkonderzoek
1.1 Een positiebepaling van praktijkonderzoek
Onderzoek doe je als je iets (nieuws) te weten wilt komen: je hebt vragen over een verschijnsel, maar
(nog) geen antwoorden.
Onderzoek doen is nauw verbonden met leren en ontwikkelen en ligt aan de basis van ons bestaan.
Intentioneel leren: als je bewust via een bepaalde systematiek antwoord probeert te krijgen op je
vragen. (Boek richt zich op onderzoek vanuit expliciet geformuleerde leerintentie)
Huidige visie gezondheid gaat uit van mogelijkheden van mensen en gericht op waar mogelijk
stimuleren en ondersteunen van functioneren, veerkracht en eigen regie. Nadruk op gezondheid en
gedrag.
De onderzoekende houding vormt de basis voor je beroepsuitoefening. Die stuurt de wijze waarop je
je werk uitvoert en je reflectie daarop.
Beroepspraktijk vraagt professionals met onderzoekende beroepshouding die samen met
belanghebbenden vraagstukken vanuit verschillende perspectieven kunnen en willen bekijken,
kennis uit onderzoek van anderen toepassen en zelf onderzoek kunnen doen-> reflectieve
professional of innovatieve professional met onderzoekend vermogen.
Verschillende visies over onderzoekende beroepshouding, kenmerken geclusterd in 3 dimensies:
- Open houding: professional staat open voor nieuwe indrukken, bereid tot
perspectiefwisseling, wil begrijpen en delen.
- Kritische houding: professional wil nagaan of iets klopt, wil onderbouwen en
verantwoorden.
- Creatieve houding: professional is gericht op vernieuwing en wil voortbouwen en toevoegen.
3 hoofddoelen van onderzoek:
- Je wilt theorieën ontwikkelen of toetsen. Onderzoek levert kennis op die generaliseerbaar is.
Theorie: een geheel logisch samenhangende uitspraken die samen een deel van de
werkelijkheid proberen te verklaren.
- Je wilt kennis toepasbaar maken in een brede beroepscontext. Onderzoek levert oplossingen
op voor generieke problemen.
- Je wilt op zoek gaan naar antwoorden op vragen in een specifieke beroepssituatie met als
doel deze situatie beter te begrijpen en waar nodig te verbeteren. Onderzoek levert kennis
op die in eerste instantie alleen van toepassing is op een specifieke beroepscontext waarin
onderzoek is uitgevoerd.
Fundamenteel onderzoek: wanneer het accent ligt op de ontwikkeling en toetsing van theorie ligt.
Toegepast onderzoek: wanneer het accent op kennis ligt die tot de oplossing van generieke
problemen moet bijdragen (zo algemeen mogelijke kennis waarmee een antwoord wordt gegeven op
hoe-vragen, die relevant zijn voor beroepsonderzoek).
Praktijkonderzoek: wanneer professionals in eigen beroepspraktijk onderzoek doen met als doel
deze praktijk beter te begrijpen/verbeteren.
Of behandelmethode überhaupt effectief kan zijn en waarom, is een vraag voor fundamenteel
onderzoek.
Toegepast onderzoek toets onder welke voorwaarden het zinvol is om behandelmethode in te zetten
binnen hulpverlening om problemen doelgroep op te lossen.
1
,Of behandeling in specifieke instelling ingezet kan worden en met welk effect is vraag voor
praktijkonderzoek. Gaat erom te onderzoeken wat achtergronden, oorzaken, oplossingen zijn van
specifiek probleem in bepaalde context.
Diverse onderzoeken kunnen elkaar aanvullen.
Onderzoeksbenaderingen: verschillende opvattingen over wat goed onderzoek is.
Positivistische onderzoeksbenadering: kennis is gebaseerd op dat wat direct waarneembaar is-> er is
1 bestaande werkelijkheid. Deze werkelijkheid beschreven aan de hand van algemene
wetmatigheden. Bv: duur behandeling, inrichting ruimtes, methodieken en beschikbare
ondersteuning. Onderzoeksresultaten zijn hierdoor eenvoudiger te generaliseren. Als onderzoeker zo
zuiver mogelijk naar gebeurtenissen kijken en zo veel mogelijk beïnvloedende factoren herkennen en
waar mogelijk uitsluiten. Beïnvloedende factoren: nieuws, humeur zorgverlener, sfeer groep en
persoonlijke omstandigheden cliënten.
Kenmerkend: je probeert je onderzoek zo in te richten dat deze vertroebeling geminimaliseerd
wordt, waardoor je ondanks die factoren in staat bent uitspraken te doen over de werkelijkheid.
Constructivistische of interpretatieve onderzoeksbenadering: er kunnen meerdere interpretaties
van de werkelijkheid naast elkaar bestaan. Kennis (interpretatie van de werkelijkheid) wordt door
ieder mensen op eigen wijze geconstrueerd en ontstaat in de interactie tussen deze mensen en
sociale omgeving.
Je zoekt niet naar algemene wetmatigheden, maar naar interpretaties van gebeurtenissen in een
specifieke beroepssituatie.
Kritisch-emancipatorische onderzoeksbenadering: gebaseerd op de opvatting dat kennis niet
waardevrij is en dat deze bepaald wordt door mensen met macht. Onderzoek moet bijdragen aan
processen die emancipatie van bepaalde groepen bevorderen en mensen in staat stellen hun eigen
omgeving te veranderen.
Veel gesproken over empowerment: het versterken en verbinden van personen, organisaties en
groepen in de samenleving.
Veel waarde gehecht aan ervaringskennis en -deskundigheid van belanghebbenden zelf.
Dialoog staat centraal, is veel aandacht voor perspectief van belanghebbenden zelf en worden
bestaande structuren ter discussie gesteld.
Iedereen die deel uitmaakt van praktijk heeft actief invloed op deze praktijk en manier waarop die
wordt ervaren.
Je probeert belanghebbenden actief te betrekken bij het onderzoek: het onderzoeksproces kan zo
bijdragen aan het verkrijgen van regie over eigen situatie.
Evidence-based practice (EBP): over het zorgvuldig gebruik maken van het huidige, beste
bewijsmateriaal om beslissingen te nemen met individuele cliënten om de zorg te verbeteren.
Beschikbare evidence wordt gecombineerd met de individuele kennis en ervaringen van de
professional en de wensen en voorkeuren van de cliënt.
Practice-based evidence (PBE): gaat uit van het idee dat kennis over het handelen van een
professional ontstaat in de specifieke context van de beroepspraktijk en dat die kennis evolueert
door de interactie tussen de personen die in deze context een belangrijke rol spelen. Zet
professionals aan tot het expliciteren van de eigen beroepspraktijk en de door hen waargenomen
effecten.
Grote verschil tussen EBP en PBE is dat evidence bij EBP onder wetenschappelijke condities
verkregen wordt en dan vertaald wordt naar de praktijk, terwijl bij PBE evidence onder realistische
condities verkregen wordt en dan eventueel verder kan worden onderzocht.
2
,Bij praktijkonderzoek ligt het accent op de verwerving van PBE.
Praktijkonderzoek in zorg en welzijn is onderzoek dat wordt uitgevoerd door zorg- en
dienstverleners, waarbij op systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden
verkregen worden op vragen die ontstaan in de eigen beroepspraktijk en gericht zijn op verbetering
van deze praktijk.
2. vormen van praktijkonderzoek:
1. Kennisgericht praktijkonderzoek: betreft praktijkonderzoek waarbij je indirect werkt aan
verbetering van je eigen beroepspraktijk door je grondig te verdiepen in een
praktijkprobleem.
2. Ontwerponderzoek: betreft praktijkonderzoek waarbij je direct werkt aan verbetering van je
eigen beroepspraktijk door je te verdiepen in zowel het praktijkprobleem als de oplossing
ervan om op basis daarvan een ontwerp te maken en dit doelgericht te testen en in te
voeren.
Praktijkonderzoek kan fungeren als methodiek voor leren en praktijkverbetering.
3 competentiesegmenten:
- Segment 1: werken met/voor cliënten. Het gaat hier om de deskundigheid op het gebeid van
begeleiding, behandeling en/of dienstverlening die je als professionals dient te bezitten.
- Segment 2: werken in en vanuit een arbeidsomgeving. Het gaat om de vaardigheden die
nodig zijn om goed te kunnen functioneren in de organisatie in je rol als collega, teamlid,
samenwerkingspartner, enz.
- Segment 3: werken aan professionaliteit en professionalisering. Dit segment omvat de
verantwoordelijkheid voor het onderhouden van je beroepscompetenties en de ontwikkeling
van je beroepsgroep in het geheel.
Bij het dagelijks methodisch handelen ligt het accent op de vraag of de behoefte van de cliënt, terwijl
bij uitvoeren praktijkonderzoek met name de leerwensen van de zorg- en dienstverlener het
uitganspunt zijn. Bij methodisch handelen en praktijkonderzoek wel dezelfde vaardigheden. Ook vaak
beide processen naast elkaar uitgevoerd en dus voortdurend schakelt tussen de rol van zorg- en
dienstverlener en praktijkonderzoeker.
1.2 De kernactiviteiten van praktijkonderzoek
Bij een kerngericht praktijkonderzoek doorloop je een cyclus. Vaak leiden deze verworden inzichten
tot plannen om veranderingen in de praktijk.
Ontwerponderzoek: wanneer je dit innovatieproces op een onderzoekende wijze aanpakt.
Onderzoeksproces heeft een cyclisch karakter. Cyclisch: dat je de cyclus van praktijkonderzoek en de
innovatiecyclus meerdere keren kunt doorlopen.
Onderzoeksproces ook iteratief van aard: herhalend.
7 kernactiviteiten:
1. Oriënteren: je probeert in beeld te brengen welke praktijkproblemen er zijn, voor wie deze
belangrijk zijn, wat erover bekend is en wat het belang van je onderzoek kan zijn voor jezelf
en de organisatie. Je bent bezig met het verkennen en beschrijven van het praktijkprobleem
in dialoog met anderen en met behulp van vakliteratuur. Verkennende probleemanalyse
resulteert in een helderdere probleembeschrijving die het startpunt vormt voor de volgende
kernactiviteit: het richten.
2. Richten: richten van je onderzoek betekent dat je inzoomt en het praktijkprobleem probeert
af te bakenen om tot een duidelijke onderzoeksvraag te komen. De richting van je
3
, praktijkonderzoek wordt duidelijk en dit leidt tot de probleemstelling, het doel van het
onderzoek en de onderzoeksvraag.
3. Plannen: je verkent manieren van dataverzameling en maakt keuzes voor de vormgeving van
je onderzoeksproces. Je denkt na over de volgorde, duur en tijdstip onderzoeksactiviteiten,
selectie van respondenten en facilitaire ondersteuning die je nodig hebt om antwoord te
krijgen op je onderzoeksvraag. Je schrijft een onderzoeksplan-> resultaat van oriënteren,
richten en plannen.
4. Verzamelen: je voert geplande onderzoeksactiviteiten uit en verzamelt data die je nodig hebt
om je vraag te beantwoorden. Je maakt gebruik van instrumenten als kijkkader,
observatieschema, interviewleidraad of vragenlijst.
5. Analyseren en concluderen: je analyseert de verzamelde dat. Op basis van analyseresultaten
formuleer je concrete antwoorden op onderzoeksvraag in vorm van conclusie.
6. Ontwerpen: deze kernactiviteit, die je alleen uitvoert als je een ontwerpvraag hebt, richt zich
op peen doelbewuste verandering van de dagelijkse praktijk. Je doorloopt de innovatiecyclus.
Je maakt een ontwerp dat je daarna test in de praktijk. De data die je vervolgens verzamelt,
gebruik je om te bepalen of het ontwerp voldoet in de praktijk. Eventueel stel je je ontwerp
bij en probeer je het opnieuw-> je doorloop nog een keer de innovatiecyclus.
7. Rapporteren en presenteren: wanneer je onderzoek leidt tot kennis en nieuwe inzichten,
verspreid je deze resultaten door te rapporteren en te presenteren. Je kiest hiervoor een
passende communicatiestrategie.
1.3 Onderzoeksfuncties
Een onderzoeksfunctie maakt duidelijk wat je met je onderzoek beoogt.
In praktijkonderzoek kunnen meerdere onderzoeksfuncties gecombineerd worden. De hoofdvraag
laat zien welke onderzoeksfunctie leidend is.
6 onderzoeksfuncties:
1. Definiërend praktijkonderzoek: hierbij probeer je de verschillen en overeenkomsten in
denkbeelden van mensen over bepaalde begrippen in kaart te brengen.
2. Beschrijvend praktijkonderzoek: het doel van deze onderzoeksfunctie is zorgen voor een
beschrijving; het in kaart brengen van een thema of praktijksituatie. Je gaat opzoek naar hoe
iets in elkaar zit.
3. Vergelijkend praktijkonderzoek: het doel is overeenkomsten en verschillen bepalen tussen
twee of meer praktijken of tussen theorie en praktijk.
4. Evaluerend praktijkonderzoek: wanneer je meer zekerheid wilt, kun je je eigen handelen
evalueren, of het functioneren als team, of organisatieontwikkelingen. Evaluatie kun je zien
als een systematische beoordeling op basis waarvan nieuwe beslissingen kunnen worden
genomen. De waarde van iets wordt vastgesteld.
5. Verklarend praktijkonderzoek: als je onderzoekt of zaken daadwerkelijk met elkaar verband
houden.
6. Ontwerponderzoek: bij praktijkonderzoek waarbij je direct werkt aan verbetering van je
eigen beroepspraktijk door doelbewust een ontwerp in te voeren en te testen. Onderzoek en
praktijkverbetering vinden gelijktijdig plaats.
Kenmeren ontwerponderzoek volgens Van den Akker, Gravemeijer, McKenney en Nieveen zijn:
- Er wordt in de dagelijkse praktijk een interventie ingevoerd.
- Het ontwerpproces heeft een onderzoeksmatig karakter waarbij interventies in verschillende
cycli worden ontworpen, geëvalueerd en bijgesteld.
- Het proces van invoering van de interventie wordt nadrukkelijk gevolgd om beter begrip te
krijgen van de interventie en de verbetering van de situatie.
- De meerwaarde van het ontwerp voor de mensen die er in de praktijk mee moeten werken,
staat centraal.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pippedagogiek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.