Samenvatting
In het onderwijs classificeren we momenteel veel leerlingen, we kennen ze
DSM-IV-labels als ADHD, PDD of ODD toe. In dit artikel kijken we naar
deze tendens vanuit de uitgangspunten van handelingsgericht werken: wat
zijn voordelen en nadelen van classificeren in het onderwijs? We
bespreken een manier om “handelingsgericht te classificeren” aan de hand
van de vijf fasen van handelingsgerichte diagnostiek. We ronden af met
een pleidooi voor een “handelingsgerichte indicatiestelling” in Passend
Onderwijs.
❖ Steeds vaker behoefte aan classificeren van kinderen, er is meer aandacht voor.
❖ Het systeem van indicatiestelling voor speciaal onderwijs/leerlinggebonden
financiering (LGF) en het voortgezet onderwijs (LWOO en PRO) dragen bij aan de
populariteit van classificaties.
❖ Dit geldt tevens voor het persoonsgebonden budget (PGB). Labels → meer
ondersteuning in de vorm van “rugzakje” of budget.
❖ Meijer (2004) vindt deze “psychiatrisering van het onderwijs” zorgwekkend. Door over
labels en individuele handelingsplannen te praten is er te weinig aandacht voor
adaptief onderwijs.
❖ Een label kan stigmatiserend zijn voor een kind, maar het kan ook ondersteunend zijn
voor kind, ouders en leraar.
❖ Deze bijdrage gaat over: hoe kunnen professionals te werk gaan bij een vraag naar
classificatie? Hoe kunnen professionals ervoor zorgen dat hun diagnostiek in het
belang van het kind is en de ouders en school ondersteunt?
Voor HGW en HGD gelden zes uitgangspunten.
1. De onderwijs- en opvoedingsbehoeften van een leerling en ondersteuningsbehoeften
van een leerkracht of ouder staan centraal.
2. Er wordt gewerkt vanuit een transactioneel kader.
3. Positieve aspecten van kind, leraar, groep, school en ouders zijn van groot belang.
4. De professional werkt constructief samen met school, ouders en kind.
5. Men werkt doelgericht.
6. De werkwijze is systematisch.
, Door de uitgangspunten ontstaat een gemeenschappelijk kader dat samenwerking tussen
professionals bevordert. Ook biedt het houvast in de communicatie met ouders. De
uitgangspunten kunnen ook als kader voor de zorgstructuur in een school fungeren.
Onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften
❖ Doel diagnostiek: het behalen van de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van een
kind. In 2 stappen;
1. Wat willen we met dit kind bereiken? Hiervoor kan classificatie nodig zijn om
reële doelen te kunnen stellen.
2. Wat heeft het kind nodig om dit te bereiken? Wat zijn de
ondersteuningsbehoeften?
Classificaties en onderwijsbehoeften: van “wat een kind heeft” naar “wat het nodig
heeft”
❖ Classificatie is slechts een begin. Daarna meteen doel stellen; wat willen we bereiken
en welke aanpak is nodig? Hierdoor ontstaat er meer perspectief.
❖ Werken vanuit de onderwijsbehoeften concretiseert de afstemmingsvisie; kinderen
verschillen en de aanpak van de leerkracht en ouders doen ertoe.
❖ Informatie van verschillende betrokkenen wordt samengevoegd, verwerkt in
hulpzinnen en hierdoor krijgen we goed zicht op de gewenste aanpak:
zorgarrangement.
Transactioneel referentiekader
❖ We richten ons in HGD en HGW op de wisselwerking tussen dit kind en deze
onderwijs-, leer- en opvoedingssituatie.
❖ Door niet alleen naar kindkenmerken te kijken (DSM IV), maar ook naar interacties
krijgt men een beter begrip van de problemen. Er ontstaat een beter advies omdat de
begeleiding aansluit bij de mogelijkheden op school en thuis = grotere kans van
slagen.
❖ Carr, 2000 - effectiviteitsonderzoek: “een gecombineerde aanpak is succesvoller
dan een aanpak die zich alleen richt op kind, school of ouders”.
Aandacht voor het positieve
❖ Een handelingsgerichte professional heeft ook aandacht voor de positieve kanten van
kind, ouders, leraar, groep en school.
❖ Positieve kenmerken zijn relevant voor diagnostiek en indicatiestelling maar ze zijn
nauwelijks in de DSM IV opgenomen. Waarom van belang?
• Hoe minder positieve aspecten, hoe ernstiger de problemen.
• Ze kunnen aangeven of een bepaalde classificatie waarschijnlijk is.
• Positieve aspecten benoemen verhoogt gevoel van competentie → hogere
motivatie.
❖ Carr, 2000: “positieve kenmerken zijn goed te benutten in aanpak; deze wordt
effectiever. Het blijkt bovendien makkelijker ome en beschermende factor uit te
breiden dan om een belemmerende factor te veranderen”.
Constructieve samenwerking
❖ Delfos, 2000: “HGW en HGD praten met in plaats van over of tegen. Professional
communiceert transparant en gebruikt metacommunicatie”.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diedehartje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.