Het psychisch trauma heeft voor het eerst aandacht gekregen aan het eind van
de vorige eeuw. Franse arts Jean-Martin Charcot deed toen onderzoek bij vrouwen
met hysterie en vond een verband met ervaringen van geweld, uitbuiting en
verkrachting,
Hysterie: onbegrijpelijke en onverklaarbare symptomen die alleen bij vrouwen
werden geconstateerd. Meerdere psychiaters zette het onderzoek voort en
kwamen tot de conclusie dat hysterische symptomen een uiting waren van
emotionele reacties na het ondergaan van seksueel geweld. Erover praten kon de
symptomen doen verminderen. Dit zou echter betekenen dat alle vrouwen met
hysterie seksueel misbruikt waren. De onderzoekers hielden hun bevindingen dus
nog voor zich.
Na de eerste wereldoorlog kwam opnieuw veel aandacht voor psychisch trauma
door de soldaten die terugkwamen met een trauma> shellshock. De aandacht
zwakte af tot na de tweede wereldoorlog. Onderzoek kwam hierdoor weer op
gang. Dankzij de inzet van oorlogsveteranen is het begrip ptss gekomen.
In Nederland:
Brom en Kleber richtte instituut voor psychotrauma op waar onderzoek werd
gedaan en methodiek werd ontwikkeld.
Hoofdstuk 2
In onze maatschappij proberen we tegenwoordig vaak de onprettige dingen te
vermijden.
We vervreemden van de realistische wereld en maken steeds meer gebruik van
social media.
Daarnaast denkt men steeds vaker dat het leven voorspelbaar is. Deze
voorspelbaarheid is een bekend verschijnsel omdat we juist in deze
voorspelbaarheid onze levensplannen maken. Dit wordt ook wel de illusie van
onkwetsbaarheid genoemd. De illusie zorgt ervoor dat we ons veilig voelen.
We denken dat we ons eigen leven in de hand hebben en dat we kunnen leven
zoals we willen.
We lopen wel minder fysiek en psychisch risico als we voorbereid zijn op wat gaat
komen.
Als er plotseling iets gebeurt ervaren we dat als een enorme schok omdat we
juist dachten dat het ons niet zou overkomen.
Een ingrijpende gebeurtenis komt altijd onverwachts en dat zorgt ervoor dat
samen met het kwijtraken van de illusie de schok erg groot is en die ingrijpt. We
herkennen onszelf dan niet meer in ons gedrag en onze eigen gevoelens.
Ook de omgeving verliest soms hun illusie van onkwetsbaarheid: als het hem kan
overkomen, dan mij ook. Regelmatig treedt dan het fenomeen blaming the victim
op. Er wordt dan gezocht naar verklaringen waarom het juist die persoon is
overkomen (bv waarom ga je dan ook zo laat nog over straat). Als we denken te
weten waarom het die persoon is overkomen kunnen we maatregelen nemen
zodat het ons niet zal overkomen. De illusie is hierdoor hersteld. Deze reacties
zijn voor de persoon in kwestie extra pijnlijk en traumatiserend.
Hoofdstuk 3
,Het is belangrijk ingrijpende gebeurtenissen te delen. Juist in het delen met de
ander schuilt de verwerking en integratie van de gebeurtenis. Het zich weer
vertrouwt voelen met de ander zorgt ervoor dat de cliënt weer vertrouwen krijgt
in zichzelf en dat opent de weg naar herstel, dit vereist van de begeleider een
empatisch houding en echtheid.
Duyndam geeft aan dat er verschillen zijn in empathie. Er zijn twee vormen van
emoties die bij empathie een grote rol spelen. De eerste is de actuele emotie: dit
is de emotie die voorkomt en beleefd wordt naar aanleiding van een actuele
gebeurtenis van de hulpverlener bv recent verlies.
Daarnaast is er de potentiële emotie die meer vanuit een meeleven komt met de
cliënt maar een verwerkte emotie is van de hulpverlener. Hij kan deze ervaring
gebruiken om zich mee te bewegen met de cliënt. Hij laat de emotie duidelijk aan
de cliënt zien zonder dat de emotie van de cliënt ook zijn emotie wordt.
Daarnaast stelt Duyndam dat, willen we op emotioneel gebied onszelf zijn, we
verbinding met de ander moeten maken. Naast de verbinding met mensen noemt
hij ook de verbinding met kunst, muziek en rituelen. We hebben de ander dus
nodig om onszelf te zijn en om van daaruit ook echt te ervaren wat de
gebeurtenis ons heeft gebracht, zowel positief als negatief.
Ook geeft hij aan dat empathie geen verdubbeling is van het lijden. Iemand
beleeft dan zijn potentiële gevoelens en niet zijn actuele gevoelens van verdriet.
Empathie is eigenlijk potentieel voelen wat de ander actueel voelt. Het is dus
belangrijk voor hulpverleners dat ze weet hebben van hun eigen emoties en die
verwerken, zodat ze potentieel bruikbaar kunnen worden in de begeleiding van
cliënten.
Er heerst wel het gevaar van cumulatieve opeenhoping van emoties bv als
beroemdheden overlijden en we vervolgens van de actuele emotie van de ander
ook onze emotie maken.
De cliënt moet zijn eigen proces kunnen doorlopen zonder inkleuring van de
hulpverlener. Hierbij kunnen positieve en negatieve emoties uit het verleden een
rol gaan spelen. Op het moment dat de cliënt zijn gevoelens op de hulpverlener
gaat richten is er sprake van overdracht.
Deze projectie van gevoelens moet worden geopend en begeleid. Dat betekent
dat het overdrachtsfenomeen benoemd, begrensd en geplaatst moet worden in
het hier en nu.
Bij tegenoverdracht is er sprake als de hulpverlener zich ook gaat gedragen naar
de overdracht van de cliënt (bv cliënt ziet hulpverlener als vader, hulpverlener
gaat zich ook gedragen als de vader).
Het gevolg is dat er op gevoelsmatig niveau van de hulpverleningsrelatie allerlei
verwachtingen en gevoelens gaan spelen die niets met de hulpverleningsrelatie
te maken hebben. (zie grijs stukje blz 28 uitleg tegenoverdracht).
Hoofdstuk 4
Een trauma is het complex van gevolgen van een ingrijpende gebeurtenis. De
ervaring zelf wordt dan een traumatische ervaring genoemd.
Trauma’s zijn gevolgen van gebeurtenissen die plotseling, overweldigend en
levensbedreigend zijn. Cliënten ervaren een extreem gevoel van onbehagen en
machteloosheid. Deze eenmalige acute gebeurtenis wordt aangeduid als type 1
trauma. Zie blz 29 voor voorbeelden.
Chronische traumatische situaties die geen duidelijk begin en einde hebben,
zoals langdurig huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel misbruik
, worden type 2 trauma’s genoemd. Behandeling van typ 2 trauma vraagt vaak
een meer specialistische vorm van begeleiding en therapie.
Geweld
Bij een geweldsmisdrijf wordt iemand fysiek aangevallen en letsel toegebracht, of
iemand wordt bedreigd met fysiek geweld, al of niet met gebruik van een wapen.
Er vindt machtsmisbruik plaats en het slachtoffer wordt van zijn individuele
vrijheid beroofd. Er is vaak sprake van algehele ontreddering. Het slachtoffer
ervaart dat hij de regie over wat er gebeurt in zijn leven totaal verliest.
Door direct en/of te veel te gaan regelen, versterk je de indruk dat de regie nog
niet bij het slachtoffer terug is. Het is dan ook van belang dat je in je eerste
opvang alleen wat praktische zaken helpt ordenen, indien mogelijk zoveel
mogelijk in overleg met het slachtoffer en eventueel psycho-educatie geeft over
het gebeuren.
Je geeft hierbij uitleg over de klachten, je legt voor de cliënt een relatie tussen de
klachten en de gebeurtenis, je legt uit dat herbeleving en vermijding elkaar
afwisselen en je bespreekt hoe de cliënt het beste met de klachten om kan gaan.
Een aanzienlijk aantal slachtoffers heeft geen last van klachten of andere
symptomen na een trauma. Het blijkt in de praktijk ook dat mensen die in hun
eigen beleving geen ernstige vorm van geweld meemaken, in eerste instantie
denken dat het allemaal wel meevalt.
Kinderen kunnen vaak zeer veerkrachtig reageren. Het kind ervaart in eerste
instantie de gebeurtenis niet als schokkend, maar kan door de reactie van de
ouders of omgeving het alsnog als schokkend gaan ervaren.
De laatste jaren wordt er ook in de media steeds vaker melding gemaakt van
zinloos geweld. Deze term lijkt soms de ernst van de verwondingen van het
slachtoffer te bagatelliseren. Juist door algemene termen te gebruiken wennen
we als samenleving steeds meer aan verschijnselen als zinloos geweld. We
wennen aan het zien van geweld. Dit bedreigt onze normen en waarden met
betrekking tot rechtvaardigheid, medemenselijkheid en respect.
Seksueel geweld
Aanranding en verkrachting zijn ingrijpende gebeurtenissen van trauma type 1;
het zijn eenmalige acute gebeurtenissen.
Aanranding is iemand dwingen tot het plegen of ondergaan van een ontuchtige
handeling. De volledige wettelijke benaming is aanranding van de eerbaarheid.
Het verschil tussen aanranding en verkrachting is dat bij een verkrachting sprake
is van binnendringen van het lichaam en bij aanranding niet. Binnendringen hoeft
niet altijd met een geslachtsdeel te zijn. Het juridische verschil is dat er bij
aanranding geen en bij verkrachting wel sprake is van penetratie.
De cliënt kan meestal niet anticiperen op de gebeurtenis, maar wordt erdoor
overrompeld.
De daders zijn vaak relatief bekenden van het slachtoffer en er is dan de neiging
om zichzelf de schuld te geven. In Nederland heeft 1 op de 6 meisjes tussen 12
en 24 jaar ervaring met seks onder dwang. (zie blz 33 rijtje uitkomsten).
Wolters onderscheidt bij kinderen twee belangrijke gevolgen:
1 de morele schade: het kind is misbruikt waardoor zijn ontwikkelingsorde en
ontwikkelingsritme is verstoord of gestoord. Het gevolg kan zijn dat ook de
pedagogische orde is verstoord. Ouders of verzorgers kunnen hun
opvoedingsdoelen niet meer realiseren.
2 de klinische schade: lichamelijke of psychische gevolgen die direct of op termijn
zichtbaar worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hilson. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.