100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Klein Vaarbewijs 1 $5.41   Add to cart

Summary

Samenvatting Klein Vaarbewijs 1

 159 views  10 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het ANWB cursusboek voor Klein Vaarbewijs 1. Dit betreft hoofdstuk 1 t/m 4. Overzichtelijk samengevat inclusief voorbeelden + opsommingen en tabellen om het overzichtelijk te maken. Borden en geluidssignalen ontbreken (bijlagen van het boek).

Preview 4 out of 41  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 4
  • September 6, 2021
  • 41
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting VB1

Hoofdstuk 1 (VB1)
Wetten en reglementen
Reglementen Nederlandse vaarwateren:
- Binnenvaartpolitiereglement (BPR): alle Nederlandse binnenwateren, behalve waar
onderstaande reglementen gelden:
- Rijnvaartpolitiereglement (RPR): Boven-Rijn, de Waal, het Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn
en de Lek.
- Scheepvaartreglement Kanaal Gent-Terneuzen (SRKGT): kanaal Gent-Terneuzen.
- Scheepvaartreglement Gemeenschappelijke Maas (SRGM): Limburgse deel van de Maas
(Nederland+België).
- Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee (BVA): internationale wateren en de
daarmee in open verbinding staande nationale wateren.
- Scheepvaartreglement Westerschelde (SRW): Westerschelde.
- Scheepvaartreglement Eemsmonding (SRE): Eems en Dollard. Aanscherping en uitbreiding
op BVA.
Merwede: BPR
Gebaseerd op CEVNI: basisregels internationaal gelijk.
1.1. Reglementering op het water
1.1.1. De scheepvaartverkeerswet (SVW)
Alcoholpromillage >0.5  verboden te varen.
Raamwet. Doel:
- Verzekeren veilig en vlot verloop scheepvaartverkeer
- In stand houden en onderhouden scheepvaartwegen
- Voorkomen of beperken schade aan scheepvaartwegen en kunstwerken= verzamelnaam
voor bruggen en sluizen
- Voorkomen of beperken verontreiniging door scheepvaart
- Verkeersreglementering
Vaarbewijs ingenomen:
- Alcoholgehalte adem >785 microgramalcohol per liter uitgeademde lucht of >1.8 milligram
alcohol per milliliter bloed
- Gevaarlijke situatie ontstaan door zodanige snelheid
- Mogelijkheid dat de bestuurder opnieuw de fout in gaat
1.1.2. De binnenvaartwet
Per 1 juli 2009: Binnenvaartwet, Binnenvaartbesluit en Binnenvaartregeling. Gekoppeld aan
Europese regelgeving. Vaarbewijsplicht en technische eisen voor schepen. Vaarbewijzen zijn
levenslang geldig. Drie extra vaarbewijzen naast Klein Vaarbewijs en Groot Vaarbewijs:
1. Beperkt Groot Vaarbewijs voor rivieren, kanalen en meren
2. Beperkt Groot Vaarbewijs voor alle binnenwateren
3. Groot Pleziervaartbewijs
Vier vaarbewijzen:
1. Groot Vaarbewijs:
- Schepen >40m
- Passagiersschepen: bedrijfsmatig >12 passagiers
- Sleep- en duwboten en andere schepen: bedrijfsmatig >20m slepen, duwen of langszij
meenemen
2. Beperkt Groot Vaarbewijs:
- Schepen 20-40m voor bedrijfsmatig vervoer en sleep- en duwboten


1

, - Pleziervaartuigen 25-40m (of Groot Pleziervaartbewijs)
3. Groot Pleziervaartbewijs:
- Pleziervaartuigen en bedrijfsvaartuigen waarmee niet bedrijfsmatig wordt gevaren 25-40m
(of Beperkt Groot Vaarbewijs)
- Eisen minder zwaar dan Beperkt Groot Vaarbewijs (geen eis van 3 jaar vaartijd)
4. Klein Vaarbewijs:
- Pleziervaartuig >20km/uur
- Pleziervaartuig 15-25m
- Schepen 15-20m: bedrijfsmatig gebruik
Sleep- en duwboten die uitsluitend als pleziervaartuig worden gebruikt, moeten behalve het bij hun
lengte behorende vaarbewijs van een verklaring van de verantwoordelijke minister zijn voorzien.
Alle vaarbewijzen twee typen:
1. Rivieren, kanalen en meren
2. Voor alle binnenwateren
Twee bijzondere vaarbewijzen:
1. Zeilbewijs: zeilende beroepsvaart
2. Schipper rondvaartboot: schippers rondvaartboten >12 passagiers
Verklaringen vaarbewijs:
- Algemene lichamelijke geschiktheid en geschiktheid ogen en oren. Eigen medische
verklaring of van arts.
- Bewijs slagen vaarbewijsexamen.
Vaarbewijs kan maximaal 5 jaar ingehouden worden:
- Snelle motorboot heeft tijdens vaart de ter plekke geldende voorschriften op grove wijze
overschreden, waarbij ernstig gevaar voor personen en/of goederen is ontstaan.
- Bij herhaling in strijd met de geldende voorschriften gehandeld.
Definities Binnenvaartwet
Bedrijfsmatig vervoer=
- Vervoer bij uitoefening van een bedrijf of beroep
- Vervoer van goederen, uitsluitend bestemd voor of afkomstig van de eigen onderneming
- Slepen en duwen van schepen met sleep-, duw- en sleepduwboten
Binnenschip=
- Vaartuig bestemd voor vaart in binnenwateren in binnen- en buitenland
- Drijvend werktuig
Binnenwateren= wateren in Nederland binnen lijn langs de Nederlandse kust
Definities Binnenvaartbesluit
Duwboot= schip bedoeld voor of gebruik bij het duwen van schepen en niet bedoeld voor het
zelfstandig vervoeren van goederen
Passagiersschip= binnenschip, maar geen veerpont of veerboot, bedoeld voor of gebruikt bij het
bedrijfsmatig vervoer van >12 personen buiten de bemanning
Sleepboot= schip bedoeld voor of gebruikt bij sportbeoefening of vrijetijdsbesteding
Sleepboot= schip bedoeld voor of gebruikt bij slepen van schepen en niet bedoeld voor het
zelfstandig vervoeren van goederen
Sleepduwboot= schip bedoeld voor of gebruikt bij het slepen of duwen van schepen en niet bedoeld
voor het zelfstandig vervoeren van goederen
1.1.3. Het wetboek van koophandel
Schipper is verplicht om personen in nood te helpen, zeker als eigen schip betrokken is. Identificeren
verplicht. In geval van aanvaring verplicht om andere schipper te melden wat de thuishaven is, waar
hij vandaan komt en wat zijn bestemming is.
1.2. Het binnenvaartpolitiereglement
Een schip dat niet sleept, vist of niet uitsluitend zeilt, is een motorschip en moet voldoen aan de
verplichtingen voor motorschepen.


2

,1.2.1. Definities
A. Typen schepen
1. Schip= elk vaartuig dat wordt gebruikt als vervoersmiddel over het water en dat daarvoor
bedoeld is. Watervliegtuig en vaartuig zonder waterverplaatsing (bijv. hovercraft).
2. Motorschip= schip dat gebruik maakt van mechanisme middelen tot voortbeweging.
3. Groot schip= past niet binnen definitie ‘klein schip’. >20m of beroepsvaart.
4. Klein schip= <20m. Afstand van voorkant voorste tot achterkant achterste vaste deel.
Boegspriet, papegaaistok en trimvlak tellen niet mee.
Uitzonderingen lengteregel, gelden als groot schip:
- Schip dat groot schip sleept, assisteert, duwt of langszij vastgemaakt meevoert
- Passagiersschip: lengte< 20  toont overdag gele ruit
- Veerpont
- Visserschip
- Duwbak
5. Snel schip= groot motorschip >40km/uur ten opzichte van water (draagvleugelboot,
luchtkussenvaartuig of motorschip met meer dan één romp)
6. Passagiersschip= >12 passagiers
7. Zeegaand schip= groot schip dat van zee komt of naar zee gaat en daarbij deelneemt aan
scheepvaart op binnenwateren
8. Bovenmaats schip= schip dat door zijn grote diepgang of lengte maar een beperkt gedeelte
van de vaarweg kan gebruiken. Bepaald door plaatselijke autoriteiten
9. Duwboot= motorschip in een duwstel dat dient voor het voortbewegen en sturen van
andere vaartuigen in het samenstel en dat daarvoor is bedoeld
10. Duwbak= schip bedoeld om te worden geduwd
11. Zeeschipbak= duwbak gebouwd om aan boord van zeeschip te kunnen worden vervoerd en
om binnenvaarwegen te bevaren
12. Drijvend werktuig= schip voorzien van werktuigen, bestemd voor vaarwegen of havens
13. Vissersschip= schip dat vist met netten, lijnen, sleepnetten of ander vistuig, die de
manoeuvreerbaarheid beperken
14. Veerpont= schip dat veerdienst onderhoudt, waarbij de vaarweg wordt overgestoken, en dat
door de bevoegde autoriteit als veerpont is aangemerkt
15. Zeilschip= schip dat uitsluitend door zijn zeilen wordt voortbewogen
16. Zeilplank= klein zeilschip, voorzien van een vrij bewegende zeiltuigage, die is gemonteerd op
een in alle richtingen draaibare mastvoet en die tijdens het zeilen niet in een vaste positie
wordt ondersteund
17. Snelle motorboot= klein schip bij gebruikmaking van zijn motor >20km/uur ten opzichte van
water
18. Waterscooter= snelle motorboot, gebouwd of ingericht om skiënd door of over het water te
worden voortbewogen. Vaarbewijs plichtig
B. Samenstellen
Samenstel= aantal schepen die met kabel aan elkaar zijn vastgemaakt om samen door het water te
varen:
1. Sleep= één of meer motorboten trekken met kabels een of meer schepen of bakken achter
zich aan of helpen bij het sturen daarvan
2. Duwstel= een of meer duwboten zijn in een starre verbinding vastgemaakt aan één of meer
andere schepen of bakken, waarbij in ieder geval één van de schepen of bakken vóór de
duwboot uit wordt geduwd
3. Gekoppeld samenstel= twee of meer schepen zijn langszij aan elkaar vastgemaakt
Gesleepte schepen zitten in ieder geval niet voor het schip dat het samenstel voortbeweegt.
Assisteren= grote schepen helpen met het manoeuvreren en voortbewegen van een alleenvarend
motorschip, een duwstel of een gekoppeld samenstel.
C. Lichten en geluidsseinen

3

, ’s Nachts= de tijd tussen zonsondergang en zonsopgang
Overdag= de tijd tussen zonsopgang en zonsondergang
Flikkerlicht= periodelicht dat 50 tot 60 flikkeringen per minuut toont
Snel flikkerlicht= zwaailicht of periodelicht dat 100 tot 150 flikkeringen per minuut toont
Korte stoot= geluidssein dat ongeveer 1 sec duurt. Teken: ▀
Lange stoot= geluidssein dat ongeveer 4 sec duurt. Tijdsruimte tussen opeenvolgende: 1 sec. Teken:

Reeks zeer korte stoten= reeks van ten minste 6 stoten die elk ongeveer ¼ seconde duren.
Tijdruimte opeenvolgende: ¼ sec. Teken: ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
D. Overige begrippen
Stilliggend= voor anker of afgemeerd. Spudpaal= verticale paal, die door het vlak van de boot in de
bodem kan worden gestoken om deze te verankeren
Varend= niet voor anker of afgemeerd en niet vastgevaren
Vaarweg= elk voor het openbaar verkeer met schepen openstaand water
Vaarwater= gedeelte van vaarweg dat feitelijk door de scheepvaart kan worden gebruikt
Uitluisteren= via de marifoon luisteren naar gevoerde gesprekken, het beantwoorden van oproepen
en voor zover nodig deelnemen aan de communicatie tussen verkeersdeelnemers en de
verkeersposten, dan wel tussen de verkeersdeelnemers onderling
1.2.2. Algemene regels
Goed zeemanschap= de verplichting van de schipper om er alles aan te doen om de veiligheid van
schip en bemanning te garanderen. Ook als daarvoor van de geldende regels moet worden
afgeweken.
Alleen plicht om voorrang te verlenen.
Verplicht reddingsvest bemanning beroepsvaartuigen:
- Bij het van of aan boord gaan als ze daarbij in het water kunnen vallen
- Als ze in de bijboot zitten
- Bij werkzaamheden buiten boord
- In het gangboord bij een afwezige of onvoldoende hoge reling
Leeftijdsgrenzen:
- Zeilschip <7m en roeiboten, kano’s of waterfietsen  geen leeftijdsbeperking
- Open motorboot <7m, <13km/uur (7 knopen)  minimaal 12 jaar
- Motorboten >20km/uur  minimaal 18 jaar
- Overige schepen  minimaal 16 jaar
- Uitkijk op waterskiër  minimaal 15 jaar
Documenten aan boord:
- Vaarbewijs
- Registratiebewijs snelle motorboten
- Bedieningscertificaat marifoon
- Registratiebewijs marifoon
- Voor pleziervaart relevante onderdeel van Handboek voor de Marifonie in de Binnenvaart
- Laatste versie Binnenvaartpolitiereglement
Algemene bepalingen:
- Niet toegestaan voorwerpen buitenboord te laten uitsteken die een gevaar kunnen
opleveren of schade kunnen berokkenen. Ankers goed bergen.
- Boot niet vastmaken aan boeien, tonnen, bakens, verkeersborden en dergelijke.
- Doen wat waterpolitie, sluis- of brugwachters, ambtenaren van haven- of verkeersdiensten
en dergelijke opdragen.
- Helpen om politie of ambtenaren van haven of verkeersdiensten aan boord te laten als ze
willen.
- Stoffen die voor milieu schadelijk zijn niet overboord.
1.2.3. Identificatie en herkenning
Welk schip bij welke eigenaar hoort, moet bekend zijn. Snelle motorboot: registratiekenteken.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyvandijk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.41  10x  sold
  • (0)
  Add to cart