Dit document omvat een deel van de tentamenvragen die in 2021 gevraagd werden én een aantal oefenvragen die het tentamen goed weerspiegelen. Middels deze antwoorden een 9 behaald.
Belangrijke dingen voor toets omgezet in vragen.
1. Welke developmental pathways zijn er?
Pathways van Murrihy:
- Adolescent onset van conduct problemen
- Childhood onset van conduct problemen
o Emotional disregulated subytpe
o CU-trait subtype
Pathways van Frick:
- Adolescent onset van conduct problemen (meer invloed van leeftijdsgenoten)
- Childhood onset van conduct problemen
o Met CU-traits (minder gerelateerd aan opvoeding)
o Zonder CU-traits
Pathways Loeber en Hay:
- Open pad
- Gesloten pad
- Autoriteit conflict pad
Pathways Patterson/Reid:
- Coercive family process (kinderen dwingen op negatieve manier bepaald gedrag af)
- Transporteren dit gedrag naar andere situaties (op school, leeftijdsgenoten)
- Aansluiten bij deviante vrienden (in de adolescentie)
- Uitgroeien tot career antisocial adults (volwassenen)
Pathways Nigg:
- Low fear respons = low withdrawal
- High approach = hoog negatief affect en lage effortful control (beloningsgevoelig)
Pathways Muris/Gray:
- Lage BIS = ADHD en psychopathie
- Hoge BAS = ODD en CD.
2. Wat is het nut van de verschillende pathways?
Door pathways kun je goed aansluiten op behandelingen/interventies voor kinderen.
Voorbeeld: als een kind een laag arousal level heeft, moet je hier geen interventie op
toepassen die betrekking heeft op een hoge arousal. De pathways geven een duidelijk
onderscheidt; je gaat kijken welke pathway aansluit bij het kind om de verdere ontwikkeling
zo positief mogelijk te beïnvloeden.
, 3. Leg de link tussen de pathways van Loeber en ADHD uit.
ADHD: werkgeheugen en effortful control spelen een rol bij symptomen. Link met Loeber
vanuit ADHD: deze lage effortful control komt terug bij kinderen met ADHD. Je ziet bij deze
kinderen de autoriteitsconflict pathway; ze ontwijken autoriteit en vertonen koppig gedrag.
Daarnaast hebben kinderen met ADHD vaak een vijandige attributie bias; ze worden
afgewezen door leeftijdsgenoten.
4. Verklaringstheorieën: leg gedragsproblemen uit vanuit de systeemtheorie en
hechtingstheorie.
a. Systeemtheorie: disfunctioneel gezinsfunctioneren leidt tot
gedragsproblemen. Gedragsstoornissen worden in stand gehouden door
individuele factoren (temperament, bias) en gezinsfactoren (discipline,
huwelijksproblemen en ouder-kindrelatie). Daarnaast spelen schoolfactoren
ook een rol (slechte prestaties, beperkte leermiddelen) en
gemeenschapsfactoren een rol (drugsgebruik, weinig sociale bindingen). Al
deze factoren vormen samen een risico op gedragsproblemen. Behandeling
moet daarom gericht zijn op alle systemen; niet op een enkel systeem. Thuis
spelen genetica, executieve functie tekorten, ontregeling van de amygdala
etc. ook een rol. Dwingende ouderkind-interacties kunnen ook tot
gedragsproblemen leiden; kinderen leren negatief gedrag te gebruiken om
hun zin te krijgen doordat ouders dit gedrag bekrachtigen.
b. Hechtingstheorie: wanneer kinderen lange scheidingen hebben meegemaakt,
ontwikkelen ze geen veilige hechting en daardoor geen interne werkmodellen
voor toekomstige relaties. Deze kinderen krijgen niet het goede voorbeeld
vanuit thuis en leren weinig vaardigheden omtrent emotie-regulatie en
sociale vaardigheden. Daarnaast ontstaan door slechte hechting
ontregelingen in stress-responssystemen. Dit zijn risicofactoren voor
probleemgedrag. Tot slot ligt de hechtingstheorie ten grondslag aan
intergenerationele overdracht van gedragsproblemen. College Cor: kinderen
met een onveilige hechting tonen meer prikkelbaar gedrag, hier reageren
ouders op door minder sensitief en responsief te zijn. Daarnaast zijn ouders
minder goed in staat om adequaat op het kind te reageren; dit veroorzaakt
probleemgedrag bij het kind.
5. Beschrijf de ‘hot’ en ‘cold’ pathway van antisociaal gedrag (Elizur)
- Cold pathway = kinderen met hoge niveaus van CU-traits. Zij hebben een lage
reactiviteit voor negatieve cues, zijn meedogenloos, hebben een gebrekkige
gewetensontwikkeling en tonen proactieve agressie.
- Hot pathway = kinderen met lage niveaus van effortful control (EF). Zij tonen
deficiënties in de emotieregulatie, gedrag en aandacht. Ze tonen veel woede en
reactieve agressie.
EC = zelfregulerend vermogen. Stoornissen in zelfregulatie zijn geassocieerd met ADHD,
vijandige attributie bias en een laagvermogen om te anticiperen op gevolgen van gedrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieveeichhorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.39. You're not tied to anything after your purchase.