100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting hoogrisico neonatologie Dr. Clarysse $10.24   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting hoogrisico neonatologie Dr. Clarysse

 16 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting hoogrisico neonatologie van Dr. Clarysse: De neonatale opvang: rhesusimmunisatie, reanimatie van de pasgeborene, post-reanimatie zorg en documentatie, MAS (meconium aspiratie syndroom), apgar score Pulmonaire problemen: fysiologie van de long, hyaliene membraanziekte, CPAP ...

[Show more]

Preview 4 out of 83  pages

  • September 6, 2021
  • 83
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1: De neonatale opvang
1. Inleiding
- Mortaliteit en morbiditeit → groter op de eerste levensdag (van parasitair bestaan naar
autonoom functioneren van alle vitale functies)
- Er kan bij ELKE geboorte iets mislopen, soms kan je vooraf inschatten dat in sommige
situaties een hoger risico is op een slechte aanpassing naar extra-uteriene leven (belangrijk
om op te sporen) → kinderarts moet bij de geboorte aanwezig zijn
- Gastroschizis:
• Buikwanddefect
• Vooral dunne darm ligt buiten de buikholte; soms
ook maag
• Geïsoleerd, zelden syndromaal
• Heelkundig herstel, meestal in 1 tijd


- Omphalocoele:
• “uitstulping in de gelei van wharton van de navelstreng”
• Bevat meestal lever
• Vaak in kader van syndroom (bv. Beckwith Wiedemann)
• Kan zeer klein tot zeer groot zijn
• Heelkundige correctie, zelden in 1 tijd

1.1 Maternele factoren
- Voorgeschiedenis: vorige zwangerschappen of problematische partus (bv. Prematuriteit,
asfyxie, congenitale afwijkingen,…)
- Medische maternale voorgeschiedenis:
• Maternale diabetes → aangeboren afwijkingen bij foetus (foetale longrijping
verloopt trager, letten op hypoglycemie na geboorte!)
• Maternale hypertensie → kan aanleiding geven tot placentaire insufficiëntie
• Maternale epilepsie → kan invloed hebben op ongeboren kind (door
hemodynamische veranderingen)
- Zwangerschapsproblemen:
• Pre-eclampsie → veroorzaakt placentaire insufficiëntie
o Kan evolueren naar eclampsie → ernstige hemodynamische deterioratie
• Drugsverslaving → congenitale afwijkingen, ademhalingsdepressie en
ontwenningsverschijnselen bij pasgeborene
o Ontwenningsverschijnselen kunnen dagen tot weken duren → met
medicatie opvangen
o Roken → placentaire insufficiëntie → groeiachterstand baby, prematuriteit
• Infecties → congenitale afwijking, infectieus beeld bij foetus/neonaat (bv. CMV)
• Polyhydramnion → ernstige foetale problemen
o Bv. Slokdarmatresie: foetus kan geen vruchtwater slikken en in bloedbaan
opnemen, diurese blijft wel → polyhydramnion
• Oligohydramnion

, o Bij ernstig nierlijden → foetus minder plassen → oligohydramnion → long zal
te weinig groeien door plaatsgebrek → lonhypoplasie en extreme
respiratoire insufficiëntie
o Vruchtwaterlek → verhoogd risico op infectie/longhypoplasie
• Rhesusimmunisatie
o Als tijdens zwangerschap foetale rode bloedcellen naar moeder overgaan en
door immuunsysteem van moeder als ‘vreemd’ worden gezien → moeder zal
antistoffen aanmaken
o Antistoffen tegen rhesusfactor (anti-D antistoffen) → IgG klasse → klein
genoeg om transplacentair naar foetus te gaan → hyperbilirubinemie,
anemie, hartdecompensatie, vochtretentie, hydrops foetalis,
polyhydramnion
• Meerlingzwangerschap: meer kans op verwikkelingen, vroeggeboorte

1.2 Foetale factoren
- IUGR: toont aan dat foetus te weinig groeipotentieel heeft (congenitaal/genetisch) of te kort
werd gedaan wat betreft voedingsstoffen (placentaire insufficiëntie)
- Congenitale afwijkingen: prenataal probleemloos, bij geboorte of kort erna majeure
problemen (cardiaal, pulmonair, renaal, gastro-intestinaal)
- Tekens van foetale distress: wijzen op zeer beperkte foetale reserve en hoog risico op asfyxie
→ groeiachterstand, verminderde KB, oligohydramnion, foetale bradycardie, slechte
bloedflow doorheen navelstreng,…

1.3 Arbeid en bevalling
- Prematuriteit (<37 weken) → kind op alle vlakken té immatuur om zelfstandig de overgang
te maken naar extra-uteriene leven
- Postmaturiteit (>42 weken) → verhoogd risico op asfyxie en meconiaal vruchtwater
• Inductie → deze problemen vermijden
- Langdurig gebroken vliezen:
• Kiemen van vaginale flora krijgen kans om baarmoederholte te koloniseren
• Groep B Streptokokken (GBS) of Escherichia coli → aanleiding neonatale sepsis
• Maternele koorts → te beschouwen als teken amnionitis tot tegendeel bewezen is
- Sectio: Wij bepalen wanneer baby eruit komt, baby kan zich niet voorbereiden
- Abnormale ligging → moeilijkere verlossing met meer kans op asfyxie/geboortetrauma
- Langdurige arbeid → asfyxie
- Foetale distress → voorbode ‘slecht kind’ bij geboorte
- Meconiaal vruchtwater


2. Belangrijke aspecten van neonatale opvang
2.1 De unieke plaats van de pasgeborene
- De geboorte
• Relatief hypoxische ervaring: gasuitwisseling wordt enkele seconden onderbroken
tijdens de contracties
• Pasgeborene blootgesteld aan afkoeling
• Longen nog gevuld met vruchtwater

,- Stimuli eerste ademhaling
• afklemmen navelstreng
• koude lucht fysieke
• discomfort
• ‘relatieve’ acidose
- Lage PO2, maar toch goede saturatie → daarom is baby blauw na geboorte → kind moet zich
aanpassen (normaal)
- A-term → 21% zuurstof mag
- Sleutel tot succesvolle overgang:
• Vermijden van afkoeling en zorgen voor longexpansie
• Kennis van fysiologische aanpassingen bij geboorte
• Kennis van onderliggende processen tijdens acute hypoxie
• Correct uitvoeren van reanimatierichtlijnen
- Reanimatie van pasgeborene:
• Meest frequente vorm van reanimatie ter wereld
• Verschillende disciplines (artsen, vroedvrouw, anesthesist, kinderarts)
• 10% van pasgeborene heeft nood aan interventie bij geboorte
• 1% → ademhaling komt moeizaam op gang → meer uitgebreide interventie
• Nood tot reanimatie → onverwacht:
o Correcte uitrusting van verloskwartier met reanimatie materiaal is te allen
tijde nodig, ook dagelijkse controle van het materiaal
o Iedereen die betrokken is moet basisvaardigheden van neonatale reanimatie
beheersen
• Stapsgewijs algoritme → tijdens elke overgang naar volgende stap is evalueren en
herevalueren heel belangrijk
• Sleutel tot succes bij reanimatie:
o Warm houden van baby
o Vrijmaken luchtweg
o Verzekeren van efficiënte longinflatie
• W → A → B → C → D → E (belangrijkste: volgorde)
o W: Warmth (warmte)
o A: Airway (luchtweg)
o B: Breathing (ademhaling)
o C: Circulation (circulatie)
o D: Drugs (medicatie)
o E: Environment (omgeving)

2.2 Warmte
- Verschil met volwassenen
• Gebrekkige effectoren → mogelijkheid tot warmteproductie gering: volwassene gaat
rillen en bewegen om warmte te produceren, pasgeborene gaat dit niet doen
- Verschil met a-terme baby
• A-terme baby gaat zijn bruin vet verbranden → vrijgekomen energie wordt omgezet
in warme en niet in productie van ATP (prematuur kan dit niet: heeft nog
onvoldoende bruin vetreserve aangelegd)

, - Pasgeborenen/prematuren → afhankelijk van omgeving
• Ze zijn klein en nat
• Afkoeling is een van de belangrijkste problemen




- Groot warmteverlies:
• Groot oppervlak
o Conductie: rechtstreeks contact met koudere voorwerpen
o Radiatie: warmte uitstraling naar omliggende oppervlakken
o Convectie: afgave van warmte aan de omgevende lucht
o Evaporatie: warmteverlies door verdamping
• De huid is dun
• De baby is nat
- Gevolgen warmteverlies:
• Snelle afkoeling → morbiditeit en mortaliteit stijgt
• Verhoogde kans op hypoglycemie/ernstige respiratoire distress/intracraniële
bloedingen/surfactantdeficiëntie
- Behandeling warmteverlies:
• A term geboren baby:
o Na afdrogen bij moeder leggen voor huid-op-huid contact
o Baby afdekken
o Muts aandoen
o In latere fase → kleertjes en dekentjes
• Prematuur:
o Niet afdrogen
o Opgevangen in plastiek zak
o In open incubator met warmtestraling van boven en ook verwarmde matras
o Latere fase → open of gesloten incubator, automatische controle T°, in geval
van gesloten incubator: voldoende bevochtiging
- Foetale temperatuur
• Maternele temperatuur + 0,5°C

2.3 AIRWAY of vrijmaken van luchtweg
- Voornaamste reden obstructie → hypotonie van farynx spieren → aanleiding
achteruitkantelen van tong
- Obstructie verergert door hyperflexie tgv groot occiput → correct positioneren efficiënter
(neutraal) dan aspireren
• Aspireren is niet zonder risico → laryngospasme, apnoe/bradycardie
- Soms Jaw-thrust nodig om luchtweg vrij te maken: voorwaarts verplaatsen van onderkaak
- Herevalueer nadien ademhaling, hartslag en kleur

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentVroedkunde. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.24
  • (0)
  Add to cart