Inleiding
Het Belgisch recht: publiekrecht en privaatrecht
Privaatrecht: het deel van het recht dat bepaalt op welke wijze particulieren zich tegenover elkaar
verhouden
Publiekrecht: het deel van het recht dat bepaalt hoe de overheid functioneert en ook de relatie vastlegt
tussen overheid en burgers
Deel 1: de algemene beginselen van het
Belgisch publiekrecht
De grondwet: basis van het Belgisch publiekrecht
Het ontstaan van België
1815-1830: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (o.l.v. koning Willem I)
‘De Belgische Omwenteling’: de revolutionairen namen de macht over en vormde het Voorlopig Bewind1.
Hun riepen op 4 oktober 1830 de onafhankelijkheid van België uit. Ze besloten om het Nationaal Congres2
te verkiezen. Op 7 februari 1831 werd de Belgische Grondwet afgekondigd.
‘Een Grondwet’, wat is dat eigenlijk?
De grondwet omvat de belangrijkste beginselen die vooraf worden besproken.
De grondwet bepaald:
De besturing van de staat in grote lijnen:
Hoe instellingen georganiseerd zijn en hoe de burgers zich tot die instellingen verhouden.
Wie bevoegd is om wetten te maken
Wie bevoegd is om wetten uit te voeren
Wie bevoegd is om wetten, in concrete gevallen toe te passen
Welke rechten de burger kan laten gelden ten aanzien van de overheid
recht op briefgeheim, vrijheid van vereniging, vrijheid van onderwijs, vrijheid van meningsuiting
Het legt de hoofdlijnen van de staatsstructuur vast in rechtsregels. Rechtsregels zijn normen die juridisch
afdwingbaar zijn. Hierbij bedoelen we dat ze door iedereen moeten nageleefd worden.
De grondwet kan gewijzigd worden, en is al verschillende keren gebeurd en aangepast aan de
maatschappelijke evolutie. Hieraan zijn wel strenge procedureregels gekoppeld.
In het Belgisch recht kunnen we de Grondwet omschrijven als een geheel van fundamentele rechtsregels
die:
1. De werking en organisatie van de instellingen bepalen;
2. De verhoudingen bepalen tussen de instellingen en de burgers; en
3. De verhoudingen bepalen tussen de instellingen onderling.
De grondwet kan in België slechts gewijzigd worden als specifieke procedureregels worden nageleefd
1
Voorlopige Belgische regering
2
Het parlement
,De kenmerken van de Belgische staat
De leden van het Nationaal Congres moesten fundamentele keuzes maken over de organisatie van de
nieuwe staat België. Ze moesten beslisssen welk statuut het staatshoofd zou krijgen (koning, president), op
welke manier het Belgisch volk vertegenwoordigd zou worden en hoe de leiding van het land concreet
georganiseerd zou worden.
De belangrijkste keuzes zijn vandaag nog altijd de kenmerken van ons staatsbestel:
Scheiding der machten
Monarchie
Representatieve en parlementaire democratie
Rechtstaat
De scheiding der machten
De toewijzing van macht kan op verschillende manieren: alle macht kan gaan naar een persoon of
instelling, maar ze kan ook verdeeld worden tussen verschillende personen of instellingen.
Montesquieu: ‘iedereen die macht heeft is geneigd die te misbruiken’ in De l’esprit des lois. Volgens hem
moest de macht verdeeld worden tussen drie instanties:
1. De wetgevende macht:
- Ze zijn bevoegd om wetten te maken en om de uitvoerende macht te controleren
- Ze worden uitgeoefend door het parlement 3 en de koning
2. De uitvoerende macht:
- Ze voeren de wetten uit; ze zorgen er dus voor dat de wetten in concrete gevallen wordt
toegepast
- Ze worden uitgeoefend door de regering 4 en de koning
3. De rechterlijke macht:
- Ze doen uitspraken over geschillen
- Ze worden uitgeoefend door de verschillende hoven en rechtbanken
Elke gemeenschappen, gewesten en de federale overheid hebben elk hun wetgevende macht en
uitvoerende macht. Er is maar één rechterlijke macht voor heel België.
! uitzondering: de rechtbank bevoegd voor betwistingen over examens in het hoger onderwijs
Elke macht wordt door de andere machten beperkt en gecontroleerd. We spreken beter van ‘een
samenwerking der machten’ in plaats van een ‘scheiding der machten’.
Macht Instelling Bevoegdheid
Wetgevende macht Het parlement en de koning Het maken van wetten
Het controleren van de
uitvoerende macht
Uitvoerende macht De regering en de koning De uitvoerende macht leidt het
land en voert de wetten uit
Rechterlijke macht De hoven en de rechtbanken Uitspraak doen over geschillen
België is een monarchie
Het Nationaal Congres moest kiezen tussen een republiek of monarchie:
3
Bestaat uit twee kamers: De kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat
4
Van ministers en staatssecretarissen
1
, Republiek: aan het hoofd staat een president. De president wordt verkozen
Monarchie: aan het hoofd staat een koning. De koninklijke functie gaat over van vader/moeder op
zoon/dochter
Hoewel ze kozen voor een koning als staatshoofd heeft hij maar een beperkte persoonlijke macht. De
koning is onverantwoordelijk en onbekwaam om alleen te handelen. Dit betekend dat hij alleen maar
bevoegdheden heeft als hij die kan uitoefenen samen met zijn ministers.
De macht wordt dus door erfopvolging doorgegeven aan de eerst geborenen. Aanvankelijk konden enkel
mannelijke nakomelingen de macht verkrijgen maar sinds 21 juni 1991 kunnen vrouwen ook de macht
verkrijgen; Salische wet
Het staatshoofd is een koning, en dus is België een monarchie. Dat de koning het staatshoofd is,
betekent niet dat hij een onbeperkte macht heeft. Hij is onverantwoordelijk en onbekwaam om alleen te
handelen. Hij heeft dus geen persoonlijke bevoegdheden, maar alleen bevoegdheden die hij uitoefent
samen met zijn regering
België is een representatieve en parlementaire democratie
Het Nationaal Congres moest ook bepalen wie de bevoegdheid zou krijgen om wetten te maken. Ze
vonden dat de wetten door de bevolking zelf zouden gemaakt moeten worden. Ze kwamen erop om een
parlement samen te stellen met door de bevolking gekozen parlementsleden.
Bij de eerste verkiezingen: alleen die een bepaalde cijns 5 betaalden mochten stemmen = CIJNSKIESSTELSEL
alleen de rijke Belgen hadden het recht om te kiezen
1893: algemeen meervoudig stemrecht = elke man; 1 stem. Sommige mannen; meerdere stemmen
minimum leeftijd: 25 jaar
1919: algemeen enkelvoudig stemrecht = één man, één stem
minimum leeftijd: 21 jaar
1948: algemeen enkelvoudig stemrecht = één mens, één stem
vrouwen mogen ook stemmen
1981: algemeen enkelvoudig stemrecht = elke belgische burger, man of vrouw, één stem
minimum leeftijd: 18 jaar
Vreemdelingen hebben stemrecht voor de Europese Unie en de gemeenteraadsverkiezingen.
Ook bij het opstellen van kandidatenlijst is het verplicht dat er evenveel mannen als vrouwen moeten
opnemen, op een eenheid na. De eerste twee plaatsen moeten ingenomen worden door kandidaten van
verschillend geslacht.
Sinds 1983 geldt er in België stemplicht: iedereen is verplicht om zich op de dag van de verkiezingen in het
stemlokaal aan te melden. Je kan dus wel blanco of ongeldig stemmen.
Het stemrecht kende de volgende evolutie:
1. Het cijnskiesrecht (1831): alleen de burgers die een bepaalde cijns betalen hebben stemrecht
2. Het algemeen meervoudig stemrecht (1893): elke man van 25 of meer heeft een stem, sommige
hebben meer stemmen
5
Belasting
2
, 3. Het algemeen enkelvoudig stemrecht (1919): elke man van 21 of meer heeft een stem
4. Het stemrecht voor vrouwen (1948): het stelsel van het algemeen enkelvoudig stemrecht geldt
voortaan ook voor vrouwen
5. In 1981 wordt de leeftijd om te stemmen 18 jaar
6. In 1998 werd de Grondwet aangepast om burgers van de Europese Unie stemrecht te geven bij
de gemeenteraadsverkiezingen. Bij de andere verkiezingen, tenzij bij die van het Europees
Parlement, hebben zij geen stemrecht. Niet-Europese vreemdelingen hebben op dat ogenblik
geen stemrecht
7. In 2002 heeft de grondwetgever aan de wetgever de opdracht gegeven de nodige maatregelen
te nemen om tot een groter aantal vrouwelijke parlementsleden te komen
8. In 2004 werd een wet aangenmen waardoor niet-Europese vreemdelingen stemrecht krijgen bij
de gemeenteraadsverkiezingen
Sinds 1893 geldt de stemplicht.
België heeft zowel een representatieve democratie als een parlementair stelsel.
Representatieve democratie: De bevolking laat zich vertegenwoordigen door de verkozen
parlementsleden.
De bevolking blijft controle hebben !
Via volksraadpleging is in België controle mogelijk op gewestelijk, gemeentelijk en provinciaal vlak MAAR is
niet bindend. Referendum, waarvan de uitslag wel bindend is, blijft een politiek discussiepunt.
In een parlementair stelsel wordt alleen het parlement verkozen. De ministers worden benoemd door
het staatshoofd
><
Presidentieel stelsel wordt het staatshoofd meestal rechtstreeks door de bevolking verkozen. De
president stelt een regering samen, die geen verantwoording moet afleggen aan het parlement, maar
wel aan de president zelf.
Verenigde staten van Amerika
België is een representatieve en parlementaire democratie:
1. Een representatieve democratie: via verkiezingen laat de bevolking zich vertegenwoordigen door
parlementsleden om wetten te maken
2. Een parlementaire democratie: omdat de regering niet verkozen is, wordt ze gecontroleerd door
het verkozen parlement
België is een rechtsstaat
Onze overheidsinstanties (parlement, regering,…) heeft niet de onbeperkte macht. Ze moeten bij de
uitoefening van hun macht de democratische rechtsregels rechtspecteren.
Dit betekent dus dat zowel de burgers als de overheid verplicht de rechtsregels.
Een rechtsstaat moet desondanks de meerderheid ALTIJD de rechten van de mens respecteren. Ze kunnen
dus niet beslissen om de rechten en vrijheden van de mensen op te heffen.
Ook is een rechtstaat niet denkbaar zonder rechtsbescherming. Bij geschillen tussen burgers onderling of
burgers en overheid beslist een onafhankelijke rechtbank over het geschil.
Een rechtsstaat wordt door volgende elementen gekenmerkt:
1. De gezagdragers dienen het democratisch tot stand gekomen recht te respecteren
2. De beslissingen worden genomen door een democratisch verkozen meerderheid
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MVAatpxl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.16. You're not tied to anything after your purchase.