Nog even snel je kennis binnen het arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht testen? Dan zijn deze vragen de ultieme voorbereiding voor je tentamen! Het heeft mij ontzettend geholpen! Veel succes!!
Alle vragen dienen gemotiveerd te worden beantwoord en indien mogelijk met
vermelding van de relevante wetsartikelen.
Vraag 1 (totaal max. 12 pt)
Romano is een werknemer uit Roemenië. Hij is in april 2009 naar Nederland gekomen waar hij met
een tewerkstellingsvergunning op basis van een arbeidsovereenkomst werkt in de kassen van
Westland BV. Door bedrijfseconomische omstandigheden ontstaat een overschot aan medewerkers
waardoor Westland BV het contract met Romano per 1 januari 2013 beëindigt.
a. Geef gemotiveerd aan of Romano recht heeft op een WW-uitkering en toets daarbij aan de
wettelijke voorwaarden.(max. 10 pnt)
- Hij is werknemer in de zin van de WW, want hij is werkzaam in een privaatrechtelijke
dienstbetrekking, art.3 WW. (2 pnt)
- Hij is werkloos in de zin van de WW, want alle arbeidsuren zijn verloren, er is geen sprake
van recht op doorbetaling van loon en het blijkt niet uit de casus dat hij niet beschikbaar is
voor arbeid, art. 16 WW. (2 pnt)
- Hij voldoet aan de referte-eis, in de 36 weken voorafgaand aan de week waarin de
werkloosheid intrad, heeft hij 26 weken als werknemer arbeid verricht, art. 17 WW. (2 pnt)
- Er is geen sprake van een uitsluitingsgrond als bedoeld in art.19 lid 1 sub f WW. (2 pnt)
Conclusie: Romano heeft recht op een WW-uitkering. (2pnt)
b. Welke instantie is belast met de uitvoering van deze wet? (max. 2 pnt)
Art 98 WW: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: 2 pnt of UWV: 1 pnt
Vraag 2 (totaal max. 5 pt)
Geef gemotiveerd aan of de Werkloosheidswet een sociale verzekering dan wel een sociale
voorziening is. Leg het verschil uit.
De WW is een sociale verzekering,(2 pt) in het bijzonder een werknemersverzekering.(1pt) De
financiering vindt plaats middels premieheffing. Sociale voorzieningen worden gefinancierd vanuit
de algemene middelen.(2 pt)
Vraag 3 (totaal max. 18 pt)
Jade is 16 jaar en het kind van Cornelia. Zij is uit huis geplaatst omdat Cornelia wegens een zware
depressie niet genoeg voor Jade kan zorgen. Jade woont in een pleeggezin en volgt voortgezet
onderwijs. Cornelia geeft de pleegouders elke maand 50 euro voor het onderhoud van Jade.
a. Geef gemotiveerd aan of er recht bestaat op kinderbijslag volgens de AKW voor Jade en zo
ja, wie is gerechtigd? (max. 10 pt)
Cornelia heeft recht op kinderbijslag als:
-Cornelia verzekerde/ingezetene is, art 6 jo art 2 jo art 3 AKW; (1 pnt)
-Jade haar kind is, art 4 AKW;(1 pnt)
-zij Jade ‘in belangrijke mate’ onderhoudt nu Jade 16 jaar is, art 7 lid 1 onder b AKW. Dit is
het geval als zij per kwartaal ongeveer 400 euro aan Jade besteed. (1 pnt)
Cornelia is volgens de AKW verzekerde en is Jade haar kind. Echter, zij onderhoudt Jade
voor slechts 150 euro per kwartaal, waardoor ze niet voldoet aan de onderhoudseis. (3 pnt)
Conclusie: Cornelia is gerechtigd maar heeft geen recht op kinderbijslag voor Jade. (1 pnt)
De pleegouders zijn ook gerechtigd, en hebben, ervan uitgaande dat die Jade in belangrijke
mate onderhouden, wel recht op kinderbijslag. (2 pnt)
1
,Jade heeft net haar VMBO afgemaakt en gaat een MBO-opleiding in een andere stad volgen. Zij
gaat daar op kamers wonen, en in het weekend is zij bij pleegouders. Intussen is zij 17 jaar
geworden.
b. Geef gemotiveerd aan in welke situatie(s) een verzekerde voor een kind tweemaal
kinderbijslag ontvangt.(max 8 pt)
Ingevolge art. 7 lid 3 AKW is er recht op dubbel kinderbijslag als:
- het kind grotendeels (ongeveer 1.100 euro per kwartaal) door de verzekerde wordt
onderhouden, en
- het kind van 16 en 17 jaar,
-niet behoort tot huishouden verzekerde of ander persoon.
Jade wordt grotendeels door haar pleegouders onderhouden, is 17 jaar en behoort - nu ze
op kamers woont - niet tot het huishouden van haar pleegouders of een ander persoon.
Hierdoor bestaat er recht op dubbel kinderbijslag voor haar.
Vraag 4 (totaal max. 10 pt)
Tony, geboren 1 maart 1966, is gehuwd met Angela, geboren 10 januari 1966. Zij hebben twee
kinderen, van 13 en 15 jaar. Angela is huisvrouw en heeft een cateringbedrijfje waarbij zij thuis
gerechten bereidt die zij bij klanten bezorgt. Haar inkomsten hieruit zijn wisselend met een
gemiddelde van 350 euro aan nettowinst per maand. Tony was werkzaam bij een horecabedrijf.
Echter in 2008 is Tony werkloos geworden. Het is Tony tot op heden niet gelukt om werk te vinden.
Daarom wendt hij zich na afloop van zijn WW-uitkering tot de gemeentelijke sociale dienst van zijn
woonplaats.
Geef gemotiveerd aan of Tony recht heeft op algemene bijstand op grond van de WWB en toets
hierbij aan de wettelijke voorwaarden.
Recht op bijstand bestaat als wordt voldaan aan de voorwaarden ex art 11 WWB (1 pnt):
-Nederlander zijn of hiermee gelijkgesteld (1 pnt)
-in Nederland wonen ( 1 pnt)
-onvoldoende middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. ( 1pnt)
Hierbij wordt gekeken naar de middelen, art 31 WWB. Middelen zijn alle inkomsten, art 32 WWB, en
alle vermogen, art 34 WWB. (1 pnt)
Ook mag er geen uitsluitingsgrond van toepassing zijn, art. 13 WWB. (1 pnt)
Ervan uitgaande dat Tony en Angela Nederlanders zijn die in NL wonen en over onvoldoende
middelen beschikken om in hun kosten van bestaan te voorzien, mag ervan uitgegaan worden dat
zij recht hebben op algemene bijstand, bijstandsnorm voor gehuwden, art. 21 sub c WWB. Nu de
WWB een middelentoets kent, moet echter gekeken worden naar het inkomen uit arbeid van
Angela, welke deels in mindering zal worden gebracht op de uitkering. (3 pnt)
Uit de casus blijkt niet dat er een uitsluitingsgrond zich voordoet. ( 1pnt)
Vraag 5 (totaal max. 5 pt)
Ans is 60 jaar en heeft al jaren een bijstandsuitkering. Zij baalt enorm dat ze nooit iets leuks kan
doen. Als zij een juwelier bezoekt steekt zij stiekem het een en ander in haar zak. Echter de juwelier
heeft haar door en laat de politie komen. Ans wordt uiteindelijk veroordeeld voor 3 maanden
onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Geef gemotiveerd aan of en zo ja op welke wijze dit van invloed is op het recht van Ans op een
WWB-uitkering.
In art.13 lid 1 sub a WWB is bepaald dat gedurende detentie geen recht op bijstand bestaat. Het is
een uitsluitingsgrond. De veroordeling heeft tot gevolg dat er gedurende de periode van detentie
geen recht is op een WWB-uitkering. Detentie is immers een uitsluitingsgrond.
2
, Vraag 6 (totaal max. 15 pt)
Fatima, 52 jaar, is coördinator bij een onderwijsinstelling. Zij heeft een brutoloon van €3.000 per
maand. Zij raakt overspannen op 1 maart 2008 en wordt na twee jaar ziekte gekeurd voor een
WIA-uitkering. De verzekeringsarts stelt dat Fatima geen leidinggevende functies meer kan
uitoefenen en dat er niet te veel stress in haar toekomstige werkzaamheden dienen te zijn. De
arbeidsdeskundige vindt drie functies die volgens hem aan deze vereisten voldoen waaronder die
van roostermaker. Het gemiddelde loon van deze drie functies is €1.800 per maand.
a. Geef aan voor welke soort WIA-uitkering Fatima in aanmerking komt en licht dit beknopt toe
aan de hand van de wettelijke voorwaarden.(max. 10 pt).
Fatima komt in aanmerking voor een WGA-uitkering, art. 54 Wet WIA:
-verzekerde zijn, art 7 en 8 WIAFatima is verzekerde, omdat ze werknemer is.
-wachttijd van 104 weken doorlopen, art 23 WIAja
-gedeeltelijk arbeidsongeschikt (35%-80%) of volledig arbeidsongeschikt maar niet
duurzaam, art.5 Wet WIAja, gedeeltelijk arbeidsongeschikt
-geen sprake van een uitsluitingsgrond, art.43 Wet WIAspreekt de casus niet over.
b. Geef gemotiveerd aan wat het percentage is waarvoor Fatima arbeidsongeschikt is. Laat de
berekening zien.(max. 5 pt)
De berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage verloopt als volgt (dit is geregeld in
het Schatttingsbesluit). Het verschil tussen het oude loon en het loon dat Fatima nog kan
verdienen bedraagt €3.000 - €1.800= €1.200. Deze €1.200 dient te worden gedeeld door
€3.000 en dan worden vermenigvuldigd met 100%. Hieruit volgt dat Fatima voor 40%
arbeidsongeschikt is.
Maatmanloon-restverdiencapaciteit x 100%= arbeidsongeschiktheidspercentage
Maatmanloon
Vraag 7 (totaal max. 15 pt)
In 2011 is Christa bijna 65 jaar en alleenstaand. Zij heeft het nog erg naar haar zin op haar werk en
wil dan ook na haar 65e bij deze werkgever blijven werken. Haar werkgever vindt dit ook prima.
a. Geef gemotiveerd aan of Christa als zij 65 jaar wordt recht heeft op een AOW-uitkering, en
hoe hoog deze is. (max. 5 pt)
Recht
Er bestaat recht als wordt voldaan aan art 7 AOW:
-het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, jo art 7a AOW, en
-verzekerd zijn, art. 6 lid 1 AOW, jo art. 6 lid 1 jo art. 2 AOW
Christa is 65 jaar en heeft daarmee de pensioengerechtigde leeftijd. Zij is ingezetene want
zij is in Nederland woonachtig. Zij voldoet aan de voorwaarden en heeft recht op een
uitkering
Hoogte
Voor de AOW-uitkering geldt geen middelentoets, dus Christa ontvangt een volledige AOW-
uitkering voor een alleenstaande, 70% van het minimumloon, art.9 lid 1 onder a jo lid 5 sub
a AOW
Stel dat Christa gaat samenwonen met Bert. Bert heeft een AOW-uitkering voor
alleenstaanden.
b. Benoem gemotiveerd of dit samenwonen van invloed is op het recht en de hoogte van de
AOW-uitkering van Christa en Bert. (max. 5 pt)
Ja, het samenwonen leidt tot een verlaging van de norm van 70% naar 50% van het
wettelijk minimumloon. Immers samenwonenden zijn gelijkgesteld met gehuwden, art.9 lid
1 sub b juncto lid 6 sub b AOW.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Muriel-xxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.