ECLI:NL:RBOBR:2013:4796 ‘Eindhovense kopschoppers’
- ‘De beelden, waarop verdachte goed herkenbaar in beeld te zien is,
zijn veelvuldig uitgezonden en nog steeds op elk moment te zien via
internet.’
- Referentiekader: art. 8 EVRM, art. 19 Wpg en Aanwijzing
opsporingsberichtgeving
- Vormverzuimen: geen overleg met ROO (regionaal
opsporingsomgeving), geen toestemming HOvJ, gebrekkige
belangenafweging in het licht van bereik van mediavormen en gelet
op alternatieven (stilstaand beeld, gezicht onherkenbaar maken
enz.)
- Strafvermindering berust tevens – ook los van art. 359a Sv – op
bestraffend effect van de gevolgen van de media-aandacht
Art. 359a Sv berust op een afweging van belangen en argumenten:
- Argumenten pro het verbinden van rechtsgevolgen
o Reparatie
o Demonstratie: laten zien dat de overheid zich ook aan de
regels moeten houden
o Effectiviteit: als je er op reageert op dat soort vormverzuimen
helpt het ook om het in de toekomst te voorkomen
- Argumenten contra het verbinden van rechtsgevolgen
o Waarheidsvinding: ze hebben het wel gedaan en je wilt de
daders vinden
o Rechtshandhaving t.b.v. slachtoffer en maatschappij: het zal je
maar gebeuren dat je slachtoffer bent van een delict
o Geen profijt voor de verdachte: mag verdachte profiteren van
vormverzuimen
Het zijn op zichzelf allemaal begrijpelijke en legitieme argumenten.
Resultaat:
- Hebben een weinig dwingende wettelijke regeling: kan
rechtsgevolgen verbinden aan vormverzuimen
- Genuanceerde/diffuse toepassing in de rechtspraak wordt gezocht
Art. 359a Sv
Uitgangspunt is in zoverre helder dat vormverzuimen niet bij voorbaat
betekenisloos zijn
dat is ook evident: anders zou strafvorderlijke normering overbodig
zijn
Probleem: hoe wordt invulling gegeven aan art. 359a Sv? Verschillende
perspectieven:
- Constitutioneel perspectief: uiteindelijk is het allerbelangrijkste dat
de overheid zich aan de regels houdt. Binding van de overheid aan
1
, de wet. Kijkt vooral naar de aard van het vormverzuim, hoe
zwaarder het gevolg.
- Bescherming van subjectieve rechten: wat voor gevolg heeft
vormverzuim voor verdachte gehad en hoe kunnen we dit voor de
verdachte compenseren? Wat heeft het voor jou als verdachte voor
een gevolg gehad?
- Primaat van criminaliteitsbestrijding: je moet überhaupt niet zo veel
met die vormverzuimen doen in het belang van de maatschappij/
slachtoffers, eigenlijk zo min mogelijk gevolgen aan verbinden. Klein
beetje strafvermindering is acceptabel. Terughoudendheid in het
toekennen van rechtsgevolgen; nadruk op lichte sancties.
Vaak kom je wel bij een van deze perspectieven terecht, wat vindt je het
belangrijkste wat er gebeurd?
Hoe wordt daar in de rechtspraak toepassing aan gegeven?
NJ 2004/376 en NJ 2013/308 nader uiteengezet hoe art. 359a Sv moet
worden toegepast veel begrenzingen worden aangebracht in het
toepassingsbereik.
- wellicht de belangrijkste: zaak waarin een vormverzuim is begaan,
moet eerst de strafrechter bereiken
- onherstelbaar vormverzuimen
- verzuimen tijdens het voorbereiden onderzoek jegens de verdachte
ter zake van het ten laste gelegde feit zijn begaan
o voorbereiden onderzoek omvat opsporing in de zin van art.
132a Sv
‘Begrenzingen’
- Relativiteitsvereiste
o bijv.: doorzoeking in woning van ander dan verdachte
o voorbeeld: doorlaatverbod (is niet om verdachte te
beschermen, is geschreven in het belang van algemene
belang/volksgezondheid)
- Concreet nadeel voor de verdachte zijn
o enkele ontdekking van strafbare feit is niet het nadeel
- Ernst van het verzuim
o voorbeeld: goede trouw opsporingsambtenaar
- Hoge eisen aan causaal verband
o voorbeeld: doorzoeking na onrechtmatig binnentreden, tussen
vormverzuim en wat er uiteindelijk daarna allemaal gebeurd is
- Geen verplichting om rechtsgevolg te verbinden
o Art. 359a Sv ziet op een bevoegdheid, niet op een plicht
Deze begrenzingen hebben (logischerwijs) betekenis voor mogelijk te
verbinden rechtsgevolgen:
- Niet-ontvankelijk
o zodanig handelen dat er geen eerlijk proces meer mogelijk is
en schending doelbewust en grote veronachtzaming is gegaan
= zeer hoge drempel met Zwolsmancriterium
2
, o geen educatieve niet-ontvankelijkheid
- Strafvermindering
o Lijn van de HR lijkt te zijn dat strafvermindering alleen
plaatsvindt indien er ook daadwerkelijk nadeel is geleden,
denk aan de kopschopperszaak.
- Bewijsuitsluiting
Tendensen in de rechtspraak van afgelopen jaren m.b.t. bewijstuitsluiting
= middel om het recht op een eerlijk proces te waarborgen. Schending van
art. 8 EVRM levert nog geen schending van art. 6 EVRM op.
Bewijsuitsluiting eigenlijk liever niet als het gaat om zaken die niet
rechtstreeks verband houden met een recht op eerlijkproces. Er is niet of
nauwelijks aandacht voor bevorderen van integriteit van strafvorderlijke
overheid.
Dit is nader uitgewerkt door HR in NJ 2013/308. Bewijsuitsluiting valt in
drie categorieën:
1. Bewijsuitsluiting ter verzekering op eerlijk proces
a. Bijv: schending consultatierecht, jail plant
2. Bewijsuitsluiting na ernstige schending van belangrijk voorschrift of
rechtsbeginsel (vooral) als middel om toekomstige vormverzuimen
te voorkomen en normconform gedrag te stimuleren
a. Moet gaan om echt ernstige vormverzuimen, maar mogen
buiten de sfeer zitten van een recht op een eerlijkproces. Bijv.
afluisteren tussen verdachte en advocaten, onrechtmatige lijf
visitatie. Bewijsuitsluiting geldt dan als middel om de overheid
aan de wet te houden.
3. Bewijsuitsluiting vanwege vormverzuimen met een structureel
karakter
a. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties (structureel karakter
hebben)
b. Bewijsuitsluiting moet daadwerkelijk de beoogde normerende
werking hebben
c. Rechter moet ook andere belangen afwegen (en er dus
terughoudend mee zijn)
Interessant arrest wat je eigenlijk ziet is dat het moeilijk is te duiden of de
HR strenger is geworden, meer ruimte bieden of terughoudender zijn met
bewijsuitsluiting?
- Sterke nadruk op preventie lijkt de lat hoger te leggen (in de zin dat
de rechter minder snel tot bewijsuitsluiting komt)
- Echter, de derde categorie – structurele vormverzuimen – is nieuw in
de rechtspraak van de HR
o Muizengaatje, of meer?
Hoe laat de rechtspraak van de Hoge Raad zich waarderen? Perspectieven:
- Bescherming van subjectieve rechten
o Vooral aan de orde als het gaat om de verdedigingsrechten
(die samenhangen met een recht op eerlijkproces), dan
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mies11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.