Neurologie = de wetenschap die zich bezighoudt met de diagnostiek en
behandeling van ziekten van de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen.
Mediaal - aan de binnenzijde, naar de middellijn toe
Lateraal - aan de buitenzijde, van de middellijn af
Ventraal - aan de buikzijde
Dorsaal - aan de rugzijde
Craniaal - aan de schedelzijde
Caudaal - aan de staartzijde
Contralateraal - aan de andere zijde
Rostraal - in de richting van het hoofd
Proximaal - het dichtst bij het punt van bevestiging
Distaal - naar het einde van de ledematen toe
Door ontwikkeling van het brein, worden diverse structuren van het brein
gevormd, o.a.:
Neurale buis
Ventrikels
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenen = Encephalon
Embryo begint met een platte schijf, bestaande uit drie typen cellen:
Endoderm: hieruit ontstaan interne organen
Mesoderm: hieruit ontstaan botten en spieren
Ectoderm: hieruit ontstaan zenuwstelsel en huid
Een deel van het ectoderm vormt de neurale buis, deze ontstaat al na 17 dagen
De neurale buis ontwikkelt zich verder. Diverse structuren worden zichtbaar.
Door de vorming van deze structuren, ontstaan er ook holtes die opgevuld
worden met hersenvocht. Deze holtes noemen we ventrikels.
Laterale ventrikels (eerste en tweede)
Derde ventrikel
Aquaductus Cerebri
Vierde ventrikel
,Uiteindelijk worden de hersenen gevormd. De structuren uit de ontwikkeling
blijven zichtbaar en herkenbaar:
Telencephalon - hemisferen cerebrum
Diencephalon - o.a. thalamus en hypothalamus
Mesencephalon - diverse kernen
Metencephalon - cerebellum en pons
Myelencephalon - verlengde merg
Ruggenmerg - ruggenmerg
Anatomische indeling
Centraal zenuwstelsel – perifeer
zenuwstelsel
Centraal (CZS)
Hersenen
Ruggenmerg
Perifeer (PZS):
Verbindingen van en naar de
organen/weefsels en het centrale
zenuwstelsel. Voornamelijk
(hersen)zenuwen die spieren,
organen en ledematen innerveren.
Fysiologische indeling
Autonoom zenuwstelsel – somatisch zenuwstelsel
Autonoom (ook wel vegetatief) zenuwstelsel
Reguleert onbewust plaatsvindende functies, m.n. van inwendige organen.
Ook wel in stand houden van individu. Onwillekeurig. Bv. Bloedsomloop,
ademhaling, uitscheiding en stofwisseling.
Somatisch (ook wel animaal) zenuwstelsel
Bewuste waarneming, willekeurige bewegingen. Contact met omgeving.
Zintuigen en skeletspieren zijn betrokken. Bv gewaarwordingen van de
zintuigen, bewegingen, denken en willen.
Het autonome zenuwstelsel kan verder opgedeeld worden
(ortho)sympatisch – parasympatisch
Orthosympatisch zenuwstelsel
Organen beïnvloeden t.b.v. uitwendige arbeid. Bv. stijging van de
bloeddruk, versnelling van de ademhaling, versnelling van de hartslag,
verhoging van de zweetproductie.
Parasympatisch zenuwstelsel
Organen beïnvloeden t.b.v. herstel en rust. Bv. verhoging van de darm- en
blaasactiviteit, vermindering van de hartslag, verlaging van de
ademhalingsfrequentie, daling van de bloeddruk.
, Bouwstenen van het zenuwstelsel
De ‘bouwstenen’.
We onderscheiden:
• Zenuwcellen of neuronen
• Zenuwimpulsen (prikkels)
• Gliacellen
Neuronen
Een zenuwcel of neuron bestaat uit de volgende
onderdelen:
• Cellichaam of soma (kern)
• Dendrieten (uitlopers)
• Axon
Het cellichaam bevat een nucleus (celkern).
Dendrieten zijn gespecialiseerde vertakkingen
van het cellichaam. Deze vertakkingen
verwerken de informatie van andere
zenuwcellen en leiden de informatie naar het
cellichaam (afferent).
Afferent vezels die prikkels naar de hersenen of
ruggenmerg geleiden. (naar het doel toe)
De axon is een langere, dikkere vertakking van het cellichaam en leidt informatie
vanuit de soma naar de dendrieten (efferent).
Efferent vezels die prikkels van de hersenen of ruggenmerg naar spieren
transporteren. (van het doel af)
Rondom axonen van zenuwen bevinden zich steunweefselcellen (Schwann
celllen). Deze steunweefselcellen zijn voorbeelden van gliacellen.
Een axon + steunweefselcel = zenuwvezel.
Grote axonen krijgen zo een myelineschede. Dit is een vettige laag waardoor de
prikkelverwerking veel sneller verloopt. De prikkels verplaatsen zich tussen de
verschillende Schwann cellen. De openingen noemen we insnoeringen van
Ranvier.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller grytsjeb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.