Hoofdstuk 1 t/m 6. dit is ook de tentamenstof op de hogeschool utrecht
January 15, 2015
13
2014/2015
Summary
Subjects
spaans
tentamenstof
handig
con gusto 1
keuzevak
commerciële economie
hogeschool utrecht
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Commerciële Economie
Spaans
All documents for this subject (2)
5
reviews
By: krista36 • 3 year ago
By: nieuwsbrief • 5 year ago
By: myrthemarit • 5 year ago
By: sannedebruin1 • 7 year ago
By: margauxcodron • 8 year ago
Seller
Follow
Petra1994
Reviews received
Available practice questions
Flashcards samenvatting spaans - Con gusto 1
Flashcards49 Flashcards
Free14 sales
Flashcards49 Flashcards
Free14 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat is de spaanse vertaling van:
- Goedemorgen
- Goedemiddag
- Goedenavond
Answer: - Buenos dias
- Buenas tardes
- Buenas noches
2.
Wat is de spaanse vertaling van:
- Tot later
- Tot gauw
- Tot morgen
Answer: - Hasta luego
- Hasta pronto
- Hasta mañana
3.
Geef de spaanse vertaling:
- Wat is uw naam?
- hoe heet je?
Answer: - Cómo se llama usted?
- Cómo te llamas?
4.
Hoe gaat het met je?
Answer: ¿ Cómo estás?
5.
Hoe gaat het met u?
Answer: ¿ Cómo está?
6.
Ik kom uit..
Answer: Soy de...
7.
Ik woon in...
Answer: Vivo en...
8.
Wat voor werk doet u?
Answer: Dónde trabaja usted?
9.
Ik ben een serveerster
Answer: Soy Camarera
10.
Ik werk in een restaurant
Answer: Trabajo en un restaurante
Content preview
Samenvatting Spaans -Con gusto 1
:
Auteur: Ivorra e.a.
Druk: 2e druk
Uitgever: Intertaal
ISBN: 9789460301216
Gebaseerd op de hoofdstukken 1 t/m 6 van het boek.
,Inhoudsopgave
1. Comunicación..................................................................................................... 4
1.1 Begroeten en afscheid nemen......................................................................4
1.2 Zich voorstellen............................................................................................. 4
1.2 Vragen hoe het met iemand gaat.................................................................4
1.3 Vragen waar iemand vandaan komt.............................................................4
1.4 Naar iemands werk vragen........................................................................... 4
1.5 Naar iemands telefoonnumer en e-mailadres vragen...................................5
1.6 Familierelaties............................................................................................... 5
1.6 Uiterlijk en karakter...................................................................................... 5
1.7 Voorzetsels.................................................................................................... 5
1.8 Voorkeur uitdrukken...................................................................................... 6
1.9 Leeftijd en geboortedatum............................................................................ 6
1.10 Hoeveelheden en verpakkingen..................................................................6
1.11 Boodschappen doen.................................................................................... 6
1.12 Bestellen in een café................................................................................... 7
1.13 Informatie over gerechten...........................................................................7
1.14 Een plaats beschrijven................................................................................ 7
1.15 Plaatsaanduidingen..................................................................................... 7
1.16 Vervoersmiddelen....................................................................................... 8
2. Getallen en klokkijken........................................................................................ 8
2.1 Klok kijken..................................................................................................... 8
3. Dagen en maanden............................................................................................ 9
4. Grammatica....................................................................................................... 9
4.1 Het lidwoord.................................................................................................. 9
4.2 Het persoonlijke voornaamwoord................................................................10
4.3 Het bezittelijk voornaamwoord...................................................................10
4.3 Het bijvoeglijk naamwoord..........................................................................10
4.4 Vraagwoorden............................................................................................. 11
4.4 Regelmatige werkwoorden..........................................................................11
4.5 Onregelmatige werkwoorden......................................................................11
4.6 Overige onderdelen..................................................................................... 12
2
, 1. Comunicación
1.1 Begroeten en afscheid nemen
Buenos dias goedemorgen (tot Hasta luego Tot later
ongeveer 14:00)
Buenas tardes goedemiddag (van Hasta pronto Tot gauw
14.00 tot 20.00)
Buenas noches goedenavond (vanaf Hasta Tot morgen
20.00 uur) mañana
Encantada Aangenaam door Mucho gusto Leuk kennis te
vrouw gezegd maken
Encantado Aangenaam door
man gezegd
De nada Graag gedaan
1.2 Zich voorstellen
Cómo se llama usted? = Wat is uw naam?
Cómo te llamas? = hoe heet je?
Soy / Me llamo / Mi nombre es = Ik ben / Ik heet / Mijn naam is Petra
Me llamo Petra, y tú? = Ik heet Petra, en jij?
Me llamo Petra Miltenburg, y usted? = Ik heet Petra Miltenburg, en u?
1.2 Vragen hoe het met iemand gaat
¿ Cómo estás? = hoe gaat het met je?
¿ Cómo está? = Hoe gaat het met u? formeel
¿ Qué tal? = Hoe gaat het ermee? informeel
Muy bien, gracias, y tú = Heel goed, dank je, en met jou?
Bien, gracias, y usted? = Goed, danku, en met u?
1.3 Vragen waar iemand vandaan komt
De dónde eres? = Waar kom jij vandaan?
De dónde es usted? = Waar komt u vandaan?
¿ Tú eres de aquí, verdad? = Jij komt hier vandaan, toch?
Soy de Nieuwegein = Ik kom uit Nieuwegein
o Vivo en Wijk bij Duurstede = Ik woon in Wijk bij Duurstede
1.4 Naar iemands werk vragen
Dónde trabajas? = Wat voor werk doe je?
Dónde trabaja usted = Wat voor werk doet u?
¿ Qué haces? = Wat doe jij?
¿ Qué hace usted = Wat doet u?
Soy Camarera = Ik ben een serveerster
Trabajo en un restaurante = Ik werk in een restaurant
1.5 Naar iemands telefoonnumer en e-mailadres vragen
Cuál es tu / su teléfono? = Wat is je/uw telefoonnummer?
Cuál es tu / su correo electrónico? = Wat is je/uw e-mailadres?
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Petra1994. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.