Basisbegrippen v/h recht
Wat is recht
Recht- centrale elementen
o Een geheel van gedragsregelen…
- bevel of verbod, van verschillende intensiteit
dwingende of aanvullende regels
o met een institutioneel en begripsmatig kader…
- voor de formulering, toepassing en afdwinging van de gedragsregels
o opgelegd door de maatschappij…
- via wetgevende organen
o met als doel: de ordening van de maatschappij
- de kwaliteit van deze ordening is afhankelijk van drie parameters:
1. Rechtszekerheid
o Juridisch-technische vereisten:
- voorspelbaarheid (cf. het adagium Nemo censetur ignorare legem)
- vastheid
- algemeenheid
- onderlinge consistentie
→ er zijn al meer uitzonderingen dan regels
2. Rechtvaardigheid
o Is evolutief, met een harde kern voor het respecteren van waarden
Vb. Vroeger: kind buiten huwelijk= minder waard, nu niet zo
3. Doeltreffendheid
o Middelen aanpassen aan doelstellingen
Rechtsregels = in stand gehouden door/volgens het maatschappelijk gezag:
o uitvoerende macht
o rechterlijke macht
Rechtsregels in stand houden in privaatrecht ≠ in publiekrecht
o Iedereen heeft bepaalde subjectieve rechten.
Kan geschonden worden door medeburger -> zelf je subj. Rechten afdwingen in privaatrecht.
(heel uitzonderlijk, gaat de overheid zich bemoeien)
Dus: privaatrecht = tussen burgers onderling
publiekrecht = de staat bemoeid zich
,basisbegrippen
Rechtssubjecten
Begrippen
Privaatrecht:
o het geheel van rechtsregels dat de onderlinge rechtsverhoudingen tussen personen beheerst, en
beoogt de private belangen van individuen of groepen van individuen te regelen
Publiekrecht:
o regels ten aanzien van de verhouding tussen de burger en de overheid. Ook omvat dit rechtsgebied de
verhouding tussen overheidsinstanties onderling.
o Regelt de uitoefening v/h staatsgezag
Objectief recht:
o recht dat op een bepaald tijdstip en op een bepaalde plaats geldt
Subjectief recht:
o het burgerlijk recht van een actief rechtssubject
Rechtssubject:
o “persoon” voor wie de rechtsnorm rechten en plichten meebrengt
fysieke personen
rechtspersonen
Rechtsfeit:
o iets wat u overkomt (passief), iets wat onbewust is.
vb. de geboorte -> massa rechtsgevolgen.
Vb. overleiden -> verliest veel rechten
vb. door rood licht rijden met fiets -> riskeert boete
Rechtshandeling:
o de mens doet een bepaald zaak bewust (actief) -> rechtsgevolgen
Vb. ik erken een kind, toestemming moeder, vaderlijke erkenning
vb. huwelijk sluiten,
Vb. naar bakker gaan om boterkoeken te kopen.
Vb. gesloten vennootschap sluiten
Rechtsgevolgen:
o Gevolgen die het recht koppelt aan feiten
Persoon => drager van rechten en plichten
, (Juridische) persoonlijkheid: het geheel van rechten en plichten v/e rechtssubject
Twee facetten:
1. Staat v/d persoon:
= Het geheel van bepaalde eignschappen van een persoon die zijn rechtspositie in de maatschappij en de
familie bepalen en hem onderscheiden van andere personen (art. 6, § 2 BW)
Drie elementen:
o staat i/d maatschappij
o staat i/d familie
o staat als enkeling: Deze elementen verkrijgen= afhankelijk van:
- fysieke elementen - Rechtsfeiten
- Materiele rechtshandelingen
- psychische elementen
- Rechtelijke uitspraken
- civielrechtelijke elementen - Een wet (formele zin)
burgerlijke staat van een persoon ≠ burgerlijke stand
Burgerlijke staat= gehuwd,…
Burgerlijk stand= administratie, naar daar gaan om te wijzigen
2. Bezit v/d staat
= feitelijke sociale gedragingen -> uitoefenen van rechten, naleving v plichten
Vb. Ik ben vader van twee dochters uit kracht van de wet. Ik was namelijk getrouwd met de moeder op het
moment van geboorte. Ik moet dus geen juridische erkenning doen. (=wettelijk vermoeden van vaderschap)
Mijn vaderschap wordt bevestigd door bezit van staat. Ik gedraag mij namelijk als vader. Ik stel vaderlijk
sociaalgedrag. Dit staat los van de juridische correctheid.
Functies ( i/h afstemmingsrecht):
bewijsmiddel (zie art. 324 BW)
grond van niet-ontvankelijkheid (zie de artikelen 318, § 1 en 330, § 1 BW)
Vb. Delphine Boël: ze is nog altijd juridisch kind van meneer Boël. Delphine betwist dit en het is al bewezen. Maar
Jaque heeft Delphine wel opgevoed. Heeft Delphine dan bezit van staat op Jaque? Dit werd bevestigd in eerste
aanleg en de vaderschap mocht dus niet betwist worden. Delphine is hier niet mee eens en stapt naar het
Grondwettelijk Hof. Zij beslissen dat artikel 318, § 1 BW strijdig is met het recht op eerbiediging van het
privéleven van een kind. De wettelijke regel bestaat dus nog, maar is dus uitgehold. Er moeten uitzonderingen
mogelijk zijn.
Vb. Thuis: Er is een kind geboren en iedereen weet dat Bob de biologische vader is, maar de moeder heeft
beslist om haar kind te laten erkennen door Dries. De biologische vader wilt nu juridische vader worden, dus er
moet een procedure op basis van artikel 330, § 1 BW worden gestart (betwisting van vaderlijke erkenning).
Maar in de wet staat dat als het kind bezit van staat heeft tegenover de erkenning dat deze vordering niet
mogelijk is. Als Dries zich dus als vader van het kind gedraagt kan Bob de juridische vaderschap niet betwisten.
Dit is ook ongrondwettelijk verklaard door het Grondwettelijk Hof, dus ook hier zijn er uitzonderingen mogelijk.
, Enkelvoudig en tweezijdig karakter
→ enkelvoudig: vb. Als de juridische vaderschap van een kind bevestigd wordt door man, kan er nooit een
andere man ook vader zijn van dit kind
→ tweezijdig: vb. Het is wel mogelijk om bezit van staat te hebben tegenover een man en
een vrouw of tegenover een moeder en een meemoeder (twee vrouwen)
bekwaamdheid (deel1, vervolg bij puntje 5)
3 begrippen:
o rechts- of genotsbekwaamheid
- de bevoegdheid om titularis te zijn van rechten en plichten
- rechten gegeven door staat
o handelingsbekwaamheid:
- de bevoegdheid om rechten en plichten zelfstandig uit te oefenen
o feitelijke bekwaamheid:
- de feitelijke mogelijkheid die een persoon bezit om een bepaalde daad te stellen (≠ juridisch begrip)
- bv. wie 1 been heeft kan niet met een normale auto rijden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtennugent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.