Groeihormoon en ACTH worden gemaakt van peptiden.
Cortisol en vitamine D (=1,25 OHD3) worden gemaakt van cholesterol.
Adrenaline wordt gemaakt van een gemodificeerd aminozuur.
Hydrofiele hormonen zijn vaak grote, polaire moleculen zoals eiwitten. Ze worden gemaakt
in het ER en golgi. Vaak zijn het eerst hele grote moleculen die dan in kleine stukjes worden
geknipt, en zo’n klein stukje is dan het daadwerkelijke hormoon. Soms kunnen uit 1 groot
eiwit een aantal hormonen worden geknipt. Zij gaan de cel uit door exocytose, want ze
kunnen niet door het celmembraan. Ze komen vooral niet-gebonden in het bloed voor en ze
hechten op het celmembraan aan een receptor.
Lipofiele hormonen worden gesynthetiseerd in het cytosol van de cel. Omdat ze lipofiel zijn
kunnen ze door het celmembraan heen diffunderen naar buiten. Ze worden voor het
grootste deel gebonden aan andere stoffen (voornamelijk eiwitten) in het bloed en zijn dan
inactief, alleen het kleine deel dat vrij voorkomt oefent daadwerkelijk z’n functie uit. Omdat
ze lipofiel zijn kunnen ze ook door het celmembraan van de doelwitcel heen en vaak doen ze
hun werk in het DNA in de kern.
De hormonen groeihormoon (GH) en prolactine hebben circadiaan ritmes.
1
,De hypofyse (HF)
Ligging van de hypofyse
De HF is gelegen in de veneuze sinus cavernosus en dat ligt tussen
de sinus sphenoïdalis (da’s die neusbijholte achter-boven je neus)
en de hersenen. In de sinus cavernosus liggen ook diverse
hersenzenuwen en vlakbij ligt ook het chiasma opticum. De HF
bestaat uit 2 kwabben die elk heel verschillend zijn, ze hebben ook
een andere embryologische oorsprong. De voorkwab ontstaat uit
het zakje van Rathke, een uitstulping van de mondholte. Hij
beslaat maarliefst 80% van de HF en bevat endocriene cellen die
hormonen maken en die afgeven aan het bloed. De achterkwab
(=neurohypofyse) is een uitstulping van de bodem van de 3e
ventrikel en bevat uitlopers van zenuwen waarvan het cellichaam
in de hypothalamus ligt. De cellen in de neurohypofyse zijn dan
ook gemodificeerde gliacellen die er wit uitzien. Ze maken
hormonen, zgn. neurhormonen, die ter plaatse aan het bloed
worden afgegeven. De voorkwab maakt een aantal hormonen,
namelijk prolactine, TSH, ACTH, LH, FSH en groeihormoon. De
neurohypofyse maakt oxytocine en ADH. Elk hormoon heeft z’n
eigen specifieke plek in de HF waar ie vooral wordt geproduceerd.
Ziekten van de hypofyse
Hypofyse-adenomen: 10% van de intra-craniële tumoren zijn HF-
adenomen. De incidentie is 1-15 : 100.000 per jaar. De piekincidentie
ligt bij 30-60 jaar. Ze komen 2x vaker voor bij vrouwen dan bij
mannen. Tumoren in de HF zijn vrijwel altijd benigne. Er wordt
onderscheid gemaakt in het micro-adenoom (kleiner dan 1 cm) en
het macro-adenoom (groter dan 1 cm). Klachten ontstaan door het
ruimte-innemend effect (hoofdpijn en omliggende structuren zoals
de hersenzenuwen en het chiasma opticum worden weggedrukt,
leidend tot neurologische uitval en bitemporale hemi-anopsie) en er
kan over- en/of juist onderproductie van één of meerdere hormonen
ontstaan. De wél hormoonproducerende adenomen worden
2
, functionerende hypofyse-adenomen genoemd, de niet producerende adenomen worden klinisch-
niet-functionerende adenomen genoemd. De klinisch niet-functionerende worden meestal pas laat
ontdekt. Het meest voorkomende HF-adenoom is het prolactinoom (40%). Op de 2e plaats komt het
klinisch-niet functionerende adenoom (30%), gevolgd door het GH-producerende adenoom (20%).
Ook ACTH-producerende tumoren komen wel eens voor (10%). Therapie bestaat meestal uit
adenomectomie, die via de neus wordt uitgevoerd, de chirurg hoeft dan niet via de hersenen. Soms
wordt er aanvullend radiotherapie gegeven.
Hypopituitarisme: dit is een tekort aan één of meerdere HF-hormonen. Als alle HF-hormonen
deficiënt zijn dan heet dat panhypopituitarisme. Oorzaken zijn tumoren, ontsteking, trauma, infarct,
bloedingen, hypothalamusproblemen waardoor de stimulatie wegvalt en iatrogeen (na operatie of
bestraling). Een bijzondere vorm is de ziekte van
Sheehan. Dit gebeurt als bij de bevalling een vrouw
veel bloed verliest waardoor een lage bloeddruk
ontstaat. Omdat tijdens de zwangerschap de
hypofyse opzwelt heeft die veel bloed nodig en de
lage bloeddruk leidt dan tot een infarct met necrose
van de HF.
De symptomen zijn die van het wegvallen van
bepaalde hormonen. Bij hypopituïtarisme van de
neuroHF ontstaat alleen diabetes insipidus (zie
onder). Welke symptomen er precies zijn hangt af
van de deficiënte hormonen. Zie tabel.
Diagnostiek bestaat uit lab-bepalingen: er is tekort
aan zowel HF-hormonen als eind-hormonen.
Therapie bestaat uit suppletie van de eind-
hormonen. Dus niet de hypofysehormonen worden
vervangen, maar de hormonen die zij moeten
stimuleren (dus er wordt geen TSH gegeven maar geen thyroxine, etc).
Hyperpituitarisme: overactiviteit van de HF. Dit kan komen door: adenoom, hyperplasie, maligniteit
en ziekte van de hypothalamus.
Diabetes insipidus: er zijn 2 vormen. Bij renale diabetes insipidus is er verminderde gevoeligheid van
de nier voor ADH. Bij centrale diabetes insipidus is er te weinig productie van ADH. Oorzaken van de
centrale vorm zijn hetzelfde als die van hypo-pituitarisme. Omdat er te weinig ADH is zullen de nieren
te weinig water terugresorberen, waardoor je alles uitplast polyurie en polydipsie. Omdat je al je
vocht uitplast zal de osmolariteit van je lichaam hoog zijn en van je urine laag. Je serum natrium zal
hoog zijn en de natriumconcentratie in je urine laag. Om zeker te weten dat er geen sprake is van
polydipsie zal er een dorstproef worden gedaan. Bij centrale diabetes insipidus zal er zelfs na lang
dorsten nog veel geplast worden. Tijdens de dorstproef wordt na een tijdje dorsten ADH toegediend
om te kijken of het dan wel beter gaat. Bij centrale D.I. is dat wel zo, bij de renale vorm niet. Therapie
bij de centrale vorm bestaat uit ADH-suppletie.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Wasedig. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.