HC Medische technologie
Stanley Reiser: door verbetering in medische technologie kunnen we veel beter focussen, maar door
deze focus verliezen we de kijk op zorg van de persoon. Zorg van de persoonlijk kan niet worden
gesplitst in denk- (en luister) werk en medische technologie.
Pathos – lijden of emotie. Logos – theorie, (hypo)these. Aanvankelijk: onderzoek naar subjectief lijden
en individuele symptomen, later (vanaf 19e eeuw) materiële kennis over anatomisch te lokaliseren
ziekten.
Trends in de 19e eeuw:
Van bedside medicine naar ziekenhuis en laboratorium geneeskunde
Van holisme naar lokalisme:
o Holisme= het kijken naar het individu al geheel, zowel lichaam als geest. Hippocrates.
o Lokalisme= kijken naar een deel van het individu zijn problemen. Het lichaam is te
reduceren tot samenstellende delen.
Van subjectieve naar objectieve waarneming; minder luisteren naar de patiënt
Van kwalitatief naar kwantitatief;
Frankenstein-Motief Frankenstein wekte een dood lichaam op met elektriciteit. Frankenstein-motief= je
groter en beter willen voelen dan de schepper. Dit is gerelateerd aan onze medische technologie omdat
wij hiermee god/de dood aftroeven. Mary Shelley (1797-1851) heeft Frankenstein or the modern
Prometheus geschreven. Vergelijking met Prometheus omdat hij ook het geheim van de goden stal;
Geïnspireerd door de experimenten met elektriciteit; Erasmus; Waarschuwing tegen menselijke
hoogmoed; Later een symbool geworden voor de techniek die de mens verdringt;
Frankenstein zegt: Kennis is niet alles, je moet niet meer willen zijn dan je bent. De creator is
verantwoordelijk, heeft een plicht tegenover, zijn schepping. Frankenstein wordt nog steeds als
metafoor gebruikt in moderne cultuur voor mensen die iets creëren wat ze niet kunnen controleren.
Medische theorie
Het klassieke holistische was gebouwd op de sappenleer. Klassieke holisme dicteerde dat de sappen in
evenwicht moeten zijn. Dit kan je moduleren met dieet of door in verschillende seizoenen te aderlaten.
Aarde; zwarte gal; koud en droog; herfst; melancholicus Water; slijm; koud en vochtig; winter; flegmaticus
Lucht; bloed; warm en vochtig; lente; sanguinicus Vuur; gele gal; warm en droog; zomer; cholericus
Aansluitend hierop kwam de fysiologie volgens Galenus: het bloed wordt in de lever geproduceerd en
gaat in een schommelde beweging ddoor het lichaam. Daarbij drievoudige 'verrijking’ van het bloed:
- Lever – spiritus naturalis: voor de vegatatieve functies
- Hart – spiritus vitalis: voor de dierlijke levensfuncties
- Hersenen – spiritus animalis: voor mens zijn
Belang van het verhaal van de individuele pt -> de 6 res non naturales (factoren die van invloed konden
zijn op het leven): Lucht; Rust en beweging; Slapen en waken; Eten en drinken; Excretie en retentie; De
emoties
,De anatomische wending: van holisme naar lokalisme (van hele mens naar lokaal deel)
Andreas Vesalius en de anatomie: Wetenschappelijk revolutie; omslag van boekenwijsheid naar
observatie en experiment; Vesalius: twijfel aan Galenus en andere klassieke auteurs,
vertrouwde alleen op eigen waarnemingen, observeerde menselijke kadavers; -> Nieuw,
anatomisch fundament van de geneeskunde.
Thomas Sydenham en de pathologie: Classificatie van ziekte volgens natuurhistorische principes
en obv symptomen; -> Nieuw, ontologisch ziektebegrip (ziekte bestaat, je moet het omschrijven)
Giovanni Battista Morgani en de pathologische anatomie: ziekten zetelen in de organen en laten
daar een 'vingerafdruk’ achter; bepleitte pathologisch-anatomisch onderzoek; relateerde
klinische waarnemingen (symptomen) aan post-mortem bevindingen; breuk met
holistisch/humorale denken; -> Nieuw, lokalistische pathologie
Het lichaam is ‘opaak'. De onderzoeker probeert toegang te vinden tot het ondoordringbare inwendige
van het levende lichaam: auditief (percussie, auscultatie), visueel (beeldvorming), numeriek en grafisch,
chemisch. In de loop van de 19e eeuw toenemende objectivering van de pt, wiens lichaam en
gezondheid buiten hem om in kaart werd gebracht in geluid, beeld, grafiek, waarden en getallen.
De klinische wending: de anatomie relevant voor de kliniek
Leopold Auenbrugger en percussie: geïnteresseerd in het vinden van objectieve aanwijzingen
voor ziekte, echter in het levende lichaam. Aanvankelijk weinig weerklank (lastig overdraagbaar
omdat de ervaring persoonlijk was, gebruik van kwalitatief denkbeeld dit is weinig precies,
lokalisme en handwerk nog niet breed aanvaard)
René Laënnec en auditieve diagnostiek: auscultatie met stethoscoop; verbinden van symptomen
tijdens leven met post mortem waarnemingen. Ontwikkeling van stethoscoop. Hij verbond
symptomen tijdens het leven met post mortem waarnemingen. Voordelen hiervan:
Subjectiviteit van patiënt (ruis) wordt weggefilterd, Betere diagnose; daarom betere prognose
en therapiekeuze; LO werd hoeksteen van diagnose. Nadelen: Moeilijk om soort geluid over te
dragen; Gebruik vergde training en ervaring; Artsen waren gehecht een traditionele diagnostiek;
Patiënten voelden zich geïntimideerd door de stethoscoop.
Etiene-Jules Marey en sphygmograaf; instrument voor grafisch weergave van lichaamsfuncties
(hartactie). Versterkte het gevoel dat zintuigelijike waarnemingen objectiever werden wanneer
ze in visueel-grafische vorm werden gespresenteerd. Echter: veel parameters (anatomie en
fysiologie van de pt, constructie van het apparaat, vaardigheid van de onderzoeker) en het
apparaat sprak niet vanzelf, de onderzoeker moest oordeel uitspreken.
Wilhem Röntgen en de visuele diagnostiek: beeld was statisch en beter overdraagbaar dan
geluid, grote praktische toepasbaarheid. X-stralen: enorme verbetering diagnostiek, arts dreigde
als diagnostische bemiddelaar te worden uitgeschakeld, schade aan weefsel, overconsumptie en
stijgende kosten.
Gevolgen van nieuwe technologie: Opkomst van medische specialisme. Vanaf eind 19 e eeuw: Principe
van anatomische lokaliseren met theoretische fundering. Beschikbaar van technologie maakte het
praktische mogelijk. Het moderne ziekenhuis was de context waarin dit plaatsvond. Ze kwamen op door
verbeterde reputatie, van armenzorg naar medische behandelplaats, groei aantal ziekenhuisbedden,
seriële diagnostiek en therapie.
, Explosieve toename medische kennis; Dreigende fragmentatie van medische kennis; Kosten niet op te
brengen door individuen; dit zorgt voor concentratie in stedelijke centra.
Van diagnostiek naar therapie: Willem Kolff en de kunstnier: opdracht was verwijderen van ureum uit
het bloed igv nierfalen. Transplantatie lastig tgv gebrek aan donornieren. Kunstnier ontwikkeld.
Doorbaak in 1945: nierdialyse. Klinisch gebruik succesvol, maar duur. Vraag groter dan aanbod.
Selectiecriteria. Geen technologische tekortkoming, maar financiële beperking. Oplossing was nodig.
Reiser zegt over de technologische paradox: Door de complexiteit van het gebruik en sturen van
medische technologie, moet er zowel politiek als ethisch stappen worden gezet. Op welke basis mag je
levenskeuzes maken. Voorbeeld hiervan was de ijzeren long bij polio. Verving de spieren bij het
ademhalen dmv positieve en negatieve druk. Problemen: levenslang, hoge kosten, schaarste -> ethisch
dilemma. Was het gebruik van de ijzeren long een recht of een plicht? Nieuwe definitie van leven en
dood: van hart- naar hersenfalen.
Kosten baten technologie: Winst; Objectiviteit (diagnostiek is preciezer), Tijdswinst, Standaardisering en
intersubjectiviteit (iedereen neemt hetzelfde waar), Krachtige therapie. Verlies; Contact met patiënt
gaat verloren. Hierdoor kunnen details verloren gaan.
Sterke verbetering van diagnostiek en therapie in de 19e en 20e eeuw. Echter: suggestie van precisie
(gevaar van afhankelijkheid, handelen op resultaten niet obv verhaal), vertrouwen in klinisch oordeel
neemt af, belasting pt, kostenopdrijving, vervreemding tusen arts en pt
Tot 1880: diagnostiek in interactie tussen arts en pt. 1880 tot heden: diagnostiek zonder de pt.
Toekomst: diagnostiek zonder de pt èn zonder arts?
Traditionele periode (tot ca 1880) gelijkwaardigheid tussen arts en pt. Moderne periode (1880-1950)
arts gerespecteerd en bewonderd. Postmoderne periode (1950-heden) arts onder vuur.
====================================================================================
> Ten Have et al. geven een algemene introductie over medische technologie
a. Wat zijn de vier kenmerken van medische technologie?
Activiteit; ontwikkelen en toepassen van kennis, gericht op diagnostiek, behandeling en preventie
Producten; producten of artefacten van kennis. Oa instrumenten/apparaten/processen/materialen.
Kennis; een geheel van samenhangende en systematisch kennis. Niet alleen hoe je het moet gebruiken,
maar ook hoe het werkt
Sociaal proces; het leren gebruiken van een object.
b. Voor welke twee categorieën van technologie (ingedeeld naar soort consequentie) is de Wet
Bijzondere Medisch Verrichtingen van toepassing?
Grote financiële en organisatorische consequenties; Maatschappelijke, ethische of juridische gevolgen;
c. Met welk mechanisme wordt de introductie van nieuwe technologie in de WBMV gereguleerd?
Een regelmechanisme was nodig omdat technologie die werd ontwikkeld direct wordt toegepast in de
praktijk en direct werd opgenomen in het basispakket van zorgverzekeringen. Het regelmechanisme
voor nieuwe technologie is een technology assesment. Vragen hierbij zijn: Is het werkzaam en veilig?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Merel21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $19.03. You're not tied to anything after your purchase.