Het geldstroombeheer houdt zich bezig met:
- selecteren van betalingsinstrumenten
- coördineren van intercompany- geldstromen
- bepalen van betalingstijdstippen
Tot de betalingsinstrumenten behoren:
- contante betalingen
- overschrijvingen
- automatische incasso’s
- automatische overschrijvingen
- electronic banking
Geldstroombeheer omvat ook het groeperen van betalingen en ontvangsten
--
Organisaties hebben 3 redenen om een bepaalde voorraad liquide middelen aan te
houden:
1- transactiemotief; (liquide middelen worden aangehouden om transacties te
betalen, die verband houden met het primaire proces.
2- voorzorgsmotief; (organisaties houden liquide middelen beschikbaar uit voorzorg
voor onverwachte uitgaven.
3- speculatiemotief. (organisaties houden liquide middelen aan om bij
prijsveranderingen financieel voordeel te kunnen behalen.
Ingaande geldstromen: contante verkopen en de ontvangsten van debiteuren
(verkopen op rekening)
Zie voorbeelden op blz. 237-240
Ondernemingen kunnen afnemers waaraan ze krediet geven aanmoedigen eerder
te betalen door ze een korting toe te staan.
Enterprise Resource Planning(ERP): kunnen het inzicht in de toekomstige uitgaande
geldstromen vergroten.
Om te beslissen of er binnen termijn wordt betaald aan een crediteur moet je de
vermogenskosten en de korting met elkaar worden vergeleken om een juiste
beslissing te kunnen maken.
Liquiditeitsbegroting: om inzicht te krijgen in de toekomstige ontwikkelingen van de
voorraad liquide middelen en in de geldstromen.
Leading: ingaande geldstromen vervroegen
,Lagging: uitgaande geldstromen uit te stellen
Vermogensmarkt: financiele producten; komen vraag en aanbod samen
- geldmarkt
- wholesalemarkt
- retailmarkt blz. 242 tabel 6.1
- kapitaalmarkt
Rekening-courant: een lening bij een bank waarvan de omvang kan fluctueren, maar
die het overeengekomen kredietplafond niet mag overschrijden.
Kredietplafond: maximaal debetsaldo vanuit de bank gezien
Doorlopend krediet -> vergelijkbaar met rekening-courant
Depositieruimte: de mate waarin men kan bijlenen wordt zowel bij het zakelijk
rekening-courantkrediet als bij het doorlopend krediet.
Persoonlijke lening: wordt in één keer verstrekt en kent een vast aflossingsschema
Kasgeldleningen: leningen die in één keer of in gedeelten worden verstrekt. De
kasgeldlening wordt op de afgesproken vervaldag, inclusief rente, terugbetaald.
Termijndeposito’s: hebben een vaste looptijd van bijv. 3 of 6 maanden en een vaste
rentevergoeding tijdens de looptijd.
Verschillen producten wholesalesegment en retailsegment:
1- transacties retailsegment tussen banken en klanten. Bij wholesalesegment ook
verkeer tussen banken onderling(interbancaire deposito’s) en niet banken onderling.
2- in wholesalesegment zijn vorderingen in sterke mate verhandelbaar (tabel 6.1)
3- de tarieven in wholesalesegment zijn scherper en tonen een sterke samenhang
met de interbancaire tarieven -> Euribor tariven. In het retailsegment krijgt de klant
te maken met de debet- en credittarief van de banken. Voor de vaststelling van de
debettariven hanteren de grote banken een zogenoemde basisrente die afhankelijk
is van de herfinancieringsrente. Op de basisrente legt de bank een opslag die
afhankelijk is van het kredietrisico, de omvang van de verstrekking eb commerciële
motieven.
4- Callmoney of daggeld is een typisch product in de wholesalemarkt dat geen
corresponderende vorm in het retailsegment kent.
Daggeldlening: is een lening die voor onbepaalde tijd wordt aangegaan en die door
beide partijen, geldgever en geldnemer, op dagbasis kan worden opgezegd. Er geldt
dan een leveringstermijn van 2 dagen.
, Euribor: euro interbank offered rate
Onderwerpen die in een meerjarenplan aan orde komen:
- de geplande investeringen
- het dividendbeleid
- de voorraden
- de gewenste vermogensstructuur
Vermogensbehoefte kunnen we indelen in termijnen
- korte termijn -> korter dan 1 jaar
- middellange termijn -> 1 tot 3 jaar
- lange termijn -> langer dan 3 jaar
Interne financiering: (om vermogensbehoefte op lange termijn te dekken) kunnen
bedrijven toekomstige winsten inhouden.
Externe financiering: (om de vermogensbehoefte op lange termijn te dekken)
beroep doen op de kapitaalmarkt.
Kapitaalmarkt:
- obligatiemarkt
- aandelenmarkt
- hypotheekmarkt
- de markt voor (grote) onderhandse leningen
--
Marktrente = effectieve rente
Duration: is de gewogen gemiddelde resterende looptijd van een verplichting,
waarbij de contante waarde van de betalingen uit hoofde van deze verplichting als
wegingsfactoren worden gebruikt.
ZIE VOORBEELD 6.3 BLZ. 244!!
Macauley duration: een maatstaf voor de rentegevoeligheid van een schuld of
vordering.
Als de marktwaarde daalt, stijgt de waarde van de lening; als de marktrente stijgt,
daalt de waarde van de lening.
Waardeverandering van de lening= -D * verandering in de marktrente
Zie blz. 24 (berekeningen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gorkibsrn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.