100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Antwoorden voorbeeldvragen Voedselveiligheid $7.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Antwoorden voorbeeldvragen Voedselveiligheid

 57 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document staan al de antwoorden opgelijst op de vragen die je krijgt van Mia Verschraeghen. Het zijn 104 vragen, op het examen worden enkele van deze vragen sowieso gevraagd. Deze vragen zijn dus de examenleerstof. Ze zijn makkelijk te beantwoorden met de samenvatting van voedselveiligheid d...

[Show more]

Preview 2 out of 11  pages

  • September 8, 2021
  • 11
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Antwoorden vragen voedselveiligheid
Hoofdstuk 1-3
1. /
2.
2.1 Minimale kwaliteit = wordt bepaald door een minimale aanwezigheid van ongewenste contaminanten zoals
bederfflora en pathogenen
Positieve kwaliteit = gerelateerd met nutritionele waarde, textuur, smaak en uitzicht
- Impliciete vereisten: kan je als klant niet controleren, je rekent op garantie (vb. verhoudingen ingrediënten brood)
- Expliciete vereisten: kan je als klant zien, wat je bestelt (vb. meergranenbrood)
2.2 /
2.3 Producenten zijn verplicht zichzelf te controleren: autocontrole
- Toepasbaar op gehele levensloop product
- Meer vertrouwen in de veiligheid van het product
- Controle van gevaren die eigen zijn aan het product
- Preventief in plaats van curatief
VROEGER: eindproductcontrole
3. Definities:
Distributiesector = rechtstreeks contact met de consumenten B2C
Verordening = verplicht en rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten, wordt rechtstreeks opgenomen in de Belgische
wetgeving, zijn algemeen geldend
Richtlijnen = moeten worden opgenomen in de Belgische wetgeving, zo niet, dan zijn ze niet van toepassing; lidstaten
mogen zelf kiezen onder welke vorm richtlijnen opgenomen worden
Autocontrole = geheel van maatregelen die door exploitanten genomen moet worden om ervoor te zorgen dat de
producten in alle stadia van de productie, verwerking en distributie voldoen aan de wettelijke voorschriften over
voedselveiligheid, kwaliteit waarvoor FAVV bevoegd is en traceerbaarheid
Meldingsplicht = plicht van elke exploitant om het FAVV op de hoogte te stellen als hij vermoedt dat een door hem
ingevoerd, geproduceerd, gekweekt, geteeld, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd product schadelijk kan zijn voor de
gezondheid van mens, dier of plant; ook de maatregelen die er genomen zijn om de risico’s te voorkomen
Traceerbaarheid = mogelijkheid om een product door alle stadia van de productie, verwerking en distributie te traceren en
te volgen
Autocontrolegids = door een sector opgesteld document, opgesteld voor operatoren van die sector, met aanwijzingen hoe
men kan voldoen aan de vereisten voor hygiëne, traceerbaarheid en autocontrole (goedgekeurd door voedselagentschap)
Certificatie = nagaan in welke mate een bedrijf voldoet aan bepaalde normen of lastboeken; certificaat als gevolg
Accreditatie = geheel van activiteiten op grond waarvan een gezaghebbend lichaam formeel kenbaar maakt dat een
instelling competent is om bepaalde taken uit te voeren (BELAC)
 Certificaat leidt tot accreditatie
PDCA: cirkel voor kwaliteitsmanagement van Deming
- Plan: analyseer
- Do: documenten, borgen
- Check: verifiëren
- Act: inventariseren, herzien
 Stappen voor het uitwerken van een kwaliteitsmanagementsysteem
Risicoanalyse = proces waarmee alle negatieve gevolgen van een gevaar en bijhorende risico’s worden gekarakteriseerd;
een wetenschappelijk analytisch proces om informatie te verschaffen over gevaren en ongewenste effecten
4. Afkortingen:
HACCP = Hazard Analysis critical control point
 Een system om specifieke gevaren en preventieve maatregelen voor beheersing van deze gevaren te identificeren; een
voedselveiligheidsysteem waarin preventie door middel van autocontrole centraal staat
GMP = Good Manufacturing Practice
 in de praktijk erkende ‘goede wijze’ van productie; GHP (goede hygiëne praktijken) zijn verplicht toe te passen in de
sector van de primaire productie van de landbouw
ACS = autocontrolesysteem
B2C = Business to consumer; wanneer men enkel aan de eindverbruiker levert geniet men van versoepelingen binnen het
vlak van autocontrole
B2B = Business to Business; men levert ook aan andere inrichtingen, wanneer dit beperkt is geniet men nog steeds van
versoepingen (maximaal 2, binnen 80 km)
ZKO: zeer kleine onderneming; geniet ook van bepaalde voordelen inzake opslag documenten
WI = werkinstructie
GxP = Good x Practice
 staat symbool voor het belang van een correcte behandeling binnen elk aspect x; x = hygiëne, productie, landbouw,
omgaan met dieren, ook verplicht bij primaire productie en landbouw

, ISO = Internationale Standardisatie Organisatie; zijn voorbeelden van kwaliteitsmanagementsystemen voor productie
EFQM = European Foundation for Quality Management
 model ontwikkelt om aan verbetermanagement te doen
PDCA = Plan, Do, Check, Act
CCP = Critical Control Point
 aan elk controlepunt zijn steeds beheersingsmaatregelen toegevoegd om dit product correct te houden inzake
voedselveiligheid, deze moeten gecontroleerd worden en beheerst aan de hand van normen/waarden die gesteld worden.
Deze waarden moeten ook af en toe gecontroleerd worden of deze nog relevant of haalbaar zijn
PvA = Punt van Aandacht
 zijn ook verbonden met beheersingsmaatregelen die moeten nageleefd worden om in vrede te blijven met het HACCP
IKZ = Integrale Kwaliteitszorg; moet voldoen aan:
- Documentatie van kwaliteitssystemen
- Organisatie van het kwaliteitssysteem volgende de normen van de reeks ISO 9000 en 45000 of van het model
EFQM
- Opleiding en kwalificatie van de medewerkers
- Toezicht op het proces
- Voldoening van de klant
- Constante verbetering van de kwaliteit
- Evolutie van de resultaten
VTI = voedseltoxi-infectie
 Een haard van VTI is gedefinieerd als het voorkomen van minstens twee gevallen van algemene verteringssymptomen
waarvan de oorzaak kan teruggebracht worden tot eenzelfde voedselbron die besmet is met MO of toxines
CVTI = Collectieve voedseltoxi-infectie
 Wanneer meerdere perwonen in dezelfde situatie symptomen vertonen die kan worden teruggesteld naar 1 bepaalde
voedselbron
MID = Minimaal Infectieuze Dosis
 Na inname van MID ontstaat een voedselinfectie-of vergiftiging
MTD = Minimale Toxische dosis
 Inname MTD van een toxine overschreden leidt tot voedselinfectie-of vergiftiging
IPM = Integrated Pest Management
 De professionele aanpak voor het voorkomen en bestrijden van dierplagen; de aanpak is kerngericht en focust op
preventie
EFSA = European Food Safety Authority
 De Europese autoriteit vor voedselveiligheid is een agentschap van de Europese Unie die de voedselveiligheid binnen
Europa beheerst en adviseert
5. /
6. Voedingsstoffen schadelijk verklaard:
Voedingswaren of- stoffen
- Bereid uit grondstoffen welke ongeschikt voor menselijke voeding zijn
- Waarvan geur of smaak op ontaarding of besmetting wijst
- Beschimmeld, gegist of op enige andere wijze bedorven, behalve wanneer het voedings-waren of stoffen betreft
waarvan de beschimmelde of gegiste toestand eigen is aan het waar en voortvloeit uit een normaal fabricage-of
bereidingsprocéde
- Bevattende pathogene MO of toxines van microbiële oorsprong
- Bevattende andere stoffen in hoeveelheden die toxisch of schadelijk zijn
- Bevattende verontreinigingen van dierlijke aard of oorsprong of andere vreemde lichamen
- Bevattende een niet toegelaten toevoegsel of een te hoog gehalte van een toegelaten toevoegsel
Voedingswaren of -stoffen
- Waarvoor de uiterste consumptiedatum op de etikettering afwezig, overschreden of gewijzigd is
- Waarvoor bewaarvoorwaarden in een reglement voorzien zijn zonder dat aan deze bewaarvoorwaarden voldaan
wordt
- Waarvoor de bijzondere geldende bewaarvoorschriften en/of gebruiksvoorwaarden afwezig zijn in de etikettering
Voedingsmiddelen vervat in een metalen recipiënt
- Wanneer het blik geroest is of lekken vertoont
- Wanneer het blik door deuken beschadigd is en dus doordringbaar wordt voor gassen
- Wanneer de vlakke wanden van het blik bol staan
7. !!!!!!!
8. Eieren
8.1 Bij gekoelde eieren die op kamertemperatuur worden bewaard, kan condensatie ontstaan wat de groei van
bacteriën op de schaal en de penetratie daarvan in het ei in de hand kan werken. Het is aangeraden dat eieren bij
constante temperatuur worden opgeslagen en vervoerd en voor verkoop aan de eindverbruiker niet worden
gekoeld
8.2 Advies aan consumenten om de eieren na aankoop gekoeld te bewaren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimmymesbahi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.43
  • (0)
  Add to cart