100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economische bedrijfsomgeving 2, Hoofdstuk 1, 4, 6 en 9. ISBN: 9789001889654, 2e druk. $5.13
Add to cart

Summary

Samenvatting Economische bedrijfsomgeving 2, Hoofdstuk 1, 4, 6 en 9. ISBN: 9789001889654, 2e druk.

1 review
 12 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de 4 hoofdstuk die je moet kennen voor je tentamen van economische bedrijfsomgeving, hoofdstukken 1,4, 6 en 9. Informatie afkomstig uit het boek De analyse van de bedrijfsomgeving (2de druk) en vanuit de colleges van Windesheim. Afbeeldingen die je helpen de stof te begrijpen, afko...

[Show more]

Preview 2 out of 14  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 4, 6 en 9
  • September 8, 2021
  • 14
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: zuzannasikorazusja • 2 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1
Welvaart = het beschikken over goederen en diensten voor de bevrediging van behoeften.
Schaarste = keuzeproces van het bevredigen van oneindige behoeften met eindige middelen; het
gebrek aan goederen om needs te bevredigen.
Economische handelen = streven naar maximale welvaart met behulp van schaarse middelen.
Economische wetenschap = bestudeert het economisch handelen.
Algemene economie, te onderscheiden in:
 meso- en micro-economie
 macro-economie
 monetaire economie
 internationale economische betrekkingen

Ondernemingen en overheid voegen waarde toe aan producten, zodat ze betere aan de vraag van
klanten en burgers voldoen.

Bedrijfsomgeving = de omgeving van de onderneming die invloed uitoefent op de resultaten van de
onderneming.  DESTEP-methode
Bedrijfsomgeving wordt onderscheiden:
 directe omgeving; markten van de onderneming, waarop ze veel invloed uitoefenen.
o voorbeelden: leveranciers, concurrenten, onderneming en afnemers.
 ruime omgeving; onderneming heeft er geen invloed op, maar kan de onderneming wel
sterk beïnvloeden.
o voorbeelden: conjunctuur, loonkosten, wisselkoersen, energie-/olieprijzen en rente.
 indirecte omgeving; onderneming kan hier enige invloed op uitoefenen, via
bedrijfstakorganisatie regelmatig overleg of erop inspelen.
o voorbeelden: technologie, overheidsinvloed, milieu, cultuur, media en publieke
opinie.

Omgevingsfactoren (DESTEP):
1. demografische omgeving: bevolkingsopbouw en urbanisatie.
2. economische omgeving: conjunctuur en concurrentie.
3. sociale – culturele omgeving: levensstijl en relaties.
4. technische omgeving: ICT-ontwikkelingen en nanotechnologie.
5. ecologische omgeving: grondstoffen en duurzaamheid.
6. politieke – juridische omgeving: invloedoverheid en rechtsorde.

Kapitaal = voorwaarde voor welvaart, sociale relaties en de natuurlijke omgeving.
Kapitaal staat bekend als duurzaamheid:
 economisch kapitaal: machines, gebouwen en infrastructuur.
o sprake van als onderneming produceert voor een markt en verdient daar geld mee.
 sociaal kapitaal: kennis, vaardigheden en houding.
o de wijze waarop mensen in de onderneming met elkaar omgaan en gezinnen van
medewerkers.
 ecologisch kapitaal: grondstof, water en zonlicht.
o onderneming levert een bijdrage aan de bescherming van ecologisch kapitaal door
de productie van de filters.

Efficiëntie = een doel bereiken met zo weinig mogelijk middelen.
 gaat verspilling tegen, er blijft geld over.
 het is duurzaam, want je bespaart en kan het voor andere dingen gebruiken.




1

, Duurzaamheid: economisch kapitaal is essentieel voor het sociaal kapitaal. Als economisch kapitaal
afneemt met werkloosheid en verlies van welvaart als gevolg, dan zal het sociaal kapitaal lijden.
 gevolg bevolking: ontstaan van verarming en grote onvrede, sociale samenhang komt
onderdruk te staan.

Human capital = kennis opdoen die belangrijk is om te produceren: het menselijke kapitaal.
Rechtvaardige verdeling van goederen en diensten is nodig voor sociale kapitaal.

Drie leidende principes met betrekking tot kapitaal:
 economische efficiëntie
 sociale rechtvaardigheid
 ecologische veerkracht
Deze 3 kapitalen staan in verband met duurzaamheid.  OESO (organisatie voor economische
samenwerking en ontwikkeling)

Duurzaamheid: iets wat lang meegaat, langdurig, houdbaarheid.
 Ontwikkeling waarbij in de behoefte van de huidige generatie kan worden voorzien zonder
de mogelijkheden van de behoeftebevrediging voor komende generaties aan te tasten.
 in stand houden van economisch, sociaal en ecologisch kapitaal (levenskwaliteiten).
Lineair: grondstoffen  take  make  dispose (verkoop)
Circulair (cirkel): grondstoffen – productie – gebruik -herbruik

Duurzame samenleving = waarin mensen hun behoeften kunnen bevredigen zonder hun
economische, ecologische en sociale omgeving aan te tasten en zonder inbreuk op de mogelijkheden
van behoeftebevrediging van mensen in hun eigen land en andere landen.

Levenskwaliteiten
Maximaal nut = best te bereiken door een zo hoog mogelijke welvaart en maximale economische
groei.
Autonoom = onvervreemdbare recht op individuele vrijheid.
Waarden = doelstellingen van het gedrag.
Vrijheid = mogelijkheid om het leven naar eigen goeddunken invulling te geven.
Menselijke waardigheid = onaantastbaarheid die wordt beschermd door rechten.
Needs = noodzakelijke behoeften.
Wants = luxegoederen (wensen).
Levenskwaliteiten = mogelijkheden tot functioneren op het gebied van economie, sociale omgeving
en ecologie.
Acht levenskwaliteiten voor een ‘goed leven’:
 materiële levensstandaard (inkomen, consumptie, vermogen)
 gezondheid
 onderwijs
 persoonlijke ontplooiing waaronder ook arbeid
 politieke democratie en bestuur
 sociale netwerken en relaties
 natuurlijke omgeving (nu en later; hier en elders)
 zekerheid en veiligheid (zowel economisch als fysiek)
Identiteit = integratie van gedrag en waarden.

Procentuele verandering = toename of afname / bedrag in periode 0 x 100%
Nominale stijging = waardestijging van een variabele (reële verandering + prijsstijging %).
Reële stijging = volumeverandering (hoeveelheid).

Bruto binnenlands product (bbp) = productie van bedrijven en de overheid binnen de landsgrenzen.

2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amhvn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.13  2x  sold
  • (1)
Add to cart
Added