100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Rode loper uitwerking CVA/Beroerte $3.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Rode loper uitwerking CVA/Beroerte

 32 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerking van ziektebeeld CVA volgens de rode loper richtlijn

Preview 2 out of 10  pages

  • September 8, 2021
  • 10
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
De rode loper


1. Begripsbepaling
Om welke ziekte gaat het? Nederlandse naam, Latijnse naam, eventuele andere benamingen (in de
volksmond).

Syn: beroerte, CVA, Cerebro Vasculair Accident, herseninfarct, hersenbloeding) Een beroerte kan
twee dingen zijn: De verstopping van een bloedvat (een infarct). Het stuk gaan van een bloedvat
(een bloeding). Een infarct komt het meeste voor. Bij een TIA heeft de patiënt tijdelijk de
verschijnselen van een beroerte.

2. Verspreiding (epidemiologie)
Hoe vaak komt de ziekte voor? Bij welke groepen mensen komt de ziekte voor? In welke gebieden komt de
ziekte voor?

Naar schatting 496.300 mensen met een beroerte
In 2018 waren er naar schatting 496.300 mensen met een beroerte (inclusief TIA); 247.600 mannen
en 248.700 vrouwen (jaarprevalentie). Dat zijn 28,9 per 1.000 mannen en 28,7 per 1.000 vrouwen.
De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2018 bekend waren bij de huisarts voor
beroerte. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2018 contact te hebben gehad met de huisarts voor
beroerte. Mensen in een verpleeghuis zijn in deze schattingen niet opgenomen.

Huisartsencijfers lager dan zelfgerapporteerde cijfers
In 2018 zei iets meer dan 3% van de mensen van 12 jaar en ouder in Nederland ooit een beroerte,
hersenbloeding of herseninfarct te hebben gehad. Dit blijkt uit gegevens gepresenteerd door het
CBS (CBS-Gezondheidsenquête). Het percentage mensen dat zelf aangeeft ooit een beroerte,
hersenbloeding of herseninfarct te hebben gehad, is hoger dan de (jaar)prevalentie op basis van
registratie door de huisarts. Dit verschil is te verklaren doordat:

 de informatie uit de Gezondheidsenquête via zelfrapportage is verkregen, en de diagnose
dus niet per se gesteld is door de (huis)arts;
 in huisartsenregistraties worden alleen beroertes meegeteld waarvoor de patiënt contact
heeft gehad met de huisarts of waarover de huisarts van de neuroloog een bericht heeft
ontvangen.

Ongeveer 54.200 nieuwe patiënten met een TIA in 2018
In 2018 kwamen er ongeveer 54.200 nieuwe patiënten met een TIA bij: 26.100 mannen en 28.100
vrouwen. Het aantal nieuwe gevallen voor overige beroerten is 40.000 in 2018: 19.800 mannen en
20.200 vrouwen. Deze schatting is gebaseerd op de NIVEL Zorgregistratie eerste lijn. Mensen in een
verpleeghuis zijn in deze schattingen niet opgenomen.



3. Anatomie/ fysiologie
Welke anatomie en welke fysiologie is bij dit ziektebeeld betrokken?

Met een hersenbloeding (‘beroerte’) of een attaque wordt een CVA (cerebrovasculair accident)
bedoeld. De doorbloeding van de hersenen is acuut verstoord, wat bijna altijd tot neurologische
uitvalsverschijnselen (verlammingen, gevoelloosheid en taalstoornissen) leidt.

, Er zijn meerdere soorten CVA:

1. Een ischemisch CVA ofwel herseninfarct: een bloedvat in de hersenen is verstopt geraakt
waardoor dat deel van de hersenen geen bloedtoevoer heeft. De zorgvrager heeft aan één kant van
het lichaam motorische uitval van de arm, het been of/en het gezicht. Soms is er ook spraakuitval.
Hij/zij heeft geen hoofdpijn. Als de patiënt snel genoeg in het ziekenhuis belandt kan hij/zij soms in
aanmerking komen voor trombolytische therapie (ontstolling) waarbij de verstopping van het
bloedvat ongedaan wordt gemaakt.

2. Een bloederig CVA: een bloedvat is gescheurd waardoor een deel van de hersenen geen
bloedtoevoer krijgt; tegelijk kan de bloeduitstorting hersenweefsel verdrukken. Ook hier is
motorische uitval het gevolg. De patiënt heeft vaak hoofdpijn.

Met een CT-scan is te zien of het gaat om een ischemisch CVA en of een bloederig CVA. Aan de
laatste valt niet veel te doen.

3. Een subduraal hematoom: na een val waarbij het hoofd op de grond slaat of na een klap op het
hoofd kan er een bloeding ontstaan onder (sub) het harde hersenvlies (dura). Door de
bloeduitstorting (hematoom) komt het hersenweefsel uiteindelijk in de verdrukking. Dat gebeurt
vaak pas na enige tijd. Zeker bij oudere mensen die bloedverdunners gebruiken is de kans op zo’n
bloeding aanwezig. Er ontstaan wat vage klachten van gedragsveranderingen, traagheid en
hoofdpijn. Soms is dan de oplossing: het boren van een gaatje in de schedel waardoor bloedt afloopt
en de druk op het hersenweefsel afneemt.

4. Een subarachnoïdale bloeding: er knapt een bloedvat in de pia mater (zachte vlies) waardoor in de
ruimte onder het spinnenwebvlies een grote bloeduitstorting ontstaat. De patiënt krijgt opeens een
barstende hoofdpijn en is vaak misselijk, moet braken en heeft neurologische verschijnselen (zoals
incontinentie). Al die verschijnselen hoeven niet op te treden. Deze bloeding is meestal het gevolg
van een aangeboren kwetsbare kortsluiting tussen een slagader en een ader. In veel gevallen is een
operatie noodzakelijk om het bloedvat te sluiten.

1. Anatomie van het zenuwstelsel: centraal vs. perifeer Opbouw zenuwstelsel.

Het zenuwstelsel wordt onderverdeeld in een centraal zenuwstelsel (CZS) dat opgesloten ligt binnen
de holte van de schedel en in de wervelkolom, en een perifeer zenuwstelsel (PZS) dat via
zenuwcellen het CZS verbindt met alle regionen van het lichaam. De cellichamen van deze
zenuwcellen liggen binnen het CZS in het ruggenmerg en in de hersenstam, of buiten het CZS in
verspreid liggende ganglia (zenuwknopen). Centrale zenuwstelsel. Het CZS wordt in vier
hoofdgebieden verdeeld: 1) de grote hersenen; 2) de kleine hersenen; 3) de hersenstam en 4) het
ruggenmerg. Het zenuwweefsel van het CZS kan worden verdeeld in grijze stof en witte stof. De
grijze stof bevat de cellichamen van de zenuwcellen, de ongemyeliniseerde (zonder vettig laagje)
uitlopers en de communicatiepunten (synapsen). De witte stof bevat overwegend gemyeliniseerde
(vettige) uitlopers, voor snelle signaalgeleiding van en naar het lichaam. In de grote hersenen ligt de
grijze stof als een schil over de witte stof heen. In het ruggenmerg ligt de grijze stof centraal en heeft
op dwarsdoorsnede de vorm van de hoofdletter H, ook wel aangeduid als ‘vlinderfiguur’. Perifere
zenuwstelsel. Het PZS bestaat uit buiten het centrale zenuwstelsel gelegen zenuwen die opgevat
kunnen worden als bundels uitlopers met daartussen steuncellen. Anatomisch verdeelt men het PZS
in twaalf paar hersenzenuwen en dertig paar ruggenmergzenuwen. De hersenzenuwen staan in
verbinding met de hersenen en de hersenstam en doorboren op verschillende plaatsen de schedel.
De ruggenmergzenuwen gaan uit van het ruggenmerg en verlaten het wervelkanaal tussen de
wervelbogen door. Functioneel bestaat het PZS uit een somatisch (willekeurig) en een autonoom

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentewissels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82956 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.33
  • (0)
  Add to cart