100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Participatie (artikelen + hc's) $4.10
Add to cart

Summary

Samenvatting Participatie (artikelen + hc's)

7 reviews
 730 views  45 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat een samenvatting van alle hoorcolleges en alle artikelen van het vak participatie. Als artikelen niet zijn samengevat, is de stof uit het hoorcollege vergelijkbaar met de stof uit het artikel. Succes met leren!

Preview 3 out of 22  pages

  • January 16, 2015
  • 22
  • 2014/2015
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: frankjmol • 7 year ago

review-writer-avatar

By: ninageerts • 7 year ago

review-writer-avatar

By: titus_isdabest • 8 year ago

Translated by Google

Good summary, missed 2 lectures!

review-writer-avatar

By: JennyWeening • 8 year ago

Translated by Google

Key points are in it

review-writer-avatar

By: cmon94 • 9 year ago

review-writer-avatar

By: ReinderZ • 9 year ago

review-writer-avatar

By: michellaah • 9 year ago

Translated by Google

Convenient summary! State basically everything that was asked on the exam

avatar-seller
Samenvatting Participatie

Week 1 Participatie en Sociologie
Hoorcollege: participatie en de moderne samenleving)
Het belang van participeren
- Als je “meedoet” in de samenleving kan je beroep doen op anderen wanneer dit nodig is.
- Het gevoel “erbij te horen” (need to belong) is goed voor mensen, het vermindert
criminaliteit etc. Een gevoel van eenzaamheid daarentegen kan juist agressie versterken.
- Goed voor je gezondheid: gezondheid gaat ook om het sociale welzijn, niet alleen over
medische aspecten.

Samenleving, verzorgingsstaat
- De samenleving blijft veranderen
- Toegenomen afhankelijkheid
- Overheid kan helpen tegen het free-rider probleem: mensen willen dat er voldoende
voorzieningen zijn, maar niet iedereen wil hier aan mee betalen. De overheid kan deze
mensen verplichten mee te betalen en zo het probleem voorkomen.

Ontwikkeling van de moderne samenleving
- Differentiatie: Kerntaken worden steeds meer opgedeeld, iedereen doet taken die te maken
hebben met hun eigen expertise.
- Commodificatie: Dingen uitdrukken in geld/tijd: alleen naar de extrinsieke waarde kijken in
plaats van naar de intrinsieke waarde. Dus: Hoeveel kost het?
- Rationalisatie: Zaken vastleggen en hierbij niet kijken naar gevoel maar naar feiten, om er
voor te zorgen dat alles gelijk is/gaat voor iedereen.

Kritisch blikken op de samenleving
- Karl Marx: Wat scheidt ons? (ongelijkheid)
Mensen die al veel geld/machtposities hebben kunnen andere groepen uitbuiten. Dus de ene
groep heeft een voorsprong op andere groepen en gebruikt hierbij differentiatie en
commodificatie om dit te behouden. Zet de andere groepen dus aan het werk, om zelf tijd te
besparen en wel veel te kunnen verdienen, terwijl de andere groep maar het minimale
verdient.
- Emiel Durkheim: Wat bindt ons? (gelijkheid)
Hoofdvraag: Wat houdt de samenleving bijeen? Antwoord: Rituelen. Het maak niet uit wat
voor soort ritueel het is, als er maar iets gemeenschappelijks is.
Door differentiatie heb je veel verschillende contacten (wederzijdse afhankelijkheid 
solidariteit), niet alleen meer met de mensen uit je dorp (automatische solidariteit).
- Max Weber: Rationalisering
Weber zag de bureaucratie als positief, want dan wordt iedereen gelijk behandeld.
De samenleving verandert van gemeenschap naar maatschappij:
 Gemeenschap: bij elkaar zitten
 Maatschappij: een gemeenschap, maar dan met een concreet doel
Rationalisering:
 Doel rationeel: Keuzes maken om je doel te behalen
 Waarde rationeel: Keuzes maken op basis van de waarde die jij er aan hecht
 Affectief rationeel: Keuzes maken op basis van gevoelens
 Traditioneel rationeel: Keuzes maken op basis van tradities; zo heb ik het altijd al gedaan
Verschil doel en waarde rationeel:
Doel rationeel: Ik speel vals omdat het doel van een spel is: winnen.
Waarde rationeel: Ik speel niet vals, want winnen heeft niet genoeg waarde voor mij.

,Artikel: van verzorgingsstaat naar waarborgstaat?
De samenleving verandert tegenwoordig erg veel en snel, dit zorgt voor onzekerheid bij burgers,
professionals en leidinggevenden. De burger weet niet meer waar hij beroep op kan doen en de
professionals en leidinggevenden worden minder zeker van hun rol.

Zorg- en welzijnssector in Nederland
- Zorgsector: Gericht op de gezondheid van individuen en van daaruit op de kwaliteit van
leven van het individu.
- Welzijnssector: Gericht op het welzijn van de samenleving en van individuele burgers daarin.
Hierbij gaat het dus vooral om de kwaliteit van (samen)leven.
Overeenkomst: Beide sectoren zijn gericht op het geven van een bijdrage aan de kwaliteit van leven.
De normen en waarden binnen de welzijnszorg worden voor een groot deel bepaald door het
politieke klimaat. De gezondheidszorg handelt vooral vanuit de eigen professionele en/of
wetenschappelijke kennis met betrekking tot gezondheid.
Welzijn en gezondheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: door kwalitatief goede welzijnszorg,
neemt de vraag naar gezondheidszorg bijvoorbeeld af.

Indeling op basis van ordeningsprincipes
Belangrijke ordeningsprincipes met betrekking tot steun, zorg of hulp (zorg), zijn te onderscheiden op
basis van:
- Doel van de zorg:
Binnen de zorgsector bestaan er 5 hoofddoelen:
 Positieve zorg: Gericht op het bewerkstelligen van gezondheids- en welzijnsbevorderend
gedrag (reclame voor gezonde voeding).
 Preventieve zorg: Gericht op het voorkomen of minimaliseren van de gevolgen van
ziekten of beperkingen (fietshelm verplichten).
 Curatieve zorg: Gericht op het herstel van ziekte/beperkingen en oplossen van
problemen (blinde darm verwijderen bij blindedarmontsteking).
 Palliatieve zorg: Gericht op het realiseren van een zo optimaal mogelijk leven met een
ziekte of beperking wanneer herstel niet meer mogelijk is (pijnstilling).
 Terminale zorg: Gericht op het realiseren van een zo menselijk mogelijk levenseinde.
- Degene die de zorg verleent
Het verschilt per situatie wie zorg ontvangt en wie zorg verleent:
 Zelfzorg: Degene die zorg geeft is ook degene die zorg ontvangt.
 Gebruikelijke zorg: Degene die zorgt is een huisgenoot van degene die zorg ontvangt.
 Mantelzorg: Zorg door en voor mensen uit het eigen sociale netwerk.
 Vrijwilligershulp: Zorg door mensen die hier geen of een beperkte vergoeding voor
ontvangen (vaak vanuit een organisatie).
 Professionele zorg: Zorg door iemand die hiervoor een opleiding heeft gevolgd en
daarvoor een salaris ontvangt.
- Afstand tussen zorggebruiker en zorgverlener
De verschillende afstanden tussen de zorggebruiker en zorgverlener worden in echelons
(soort hiërarchische indeling) onderscheiden:
 Nulde echelon: Zorg die gegeven wordt door anderen dan professionele zorgverleners.
 Eerste echelon: Zorg die gegeven wordt door professionele zorgverleners waartoe
zorggebruikers zich rechtstreeks kunnen wenden (huisarts). Vanuit dit echelon kan men
doorverwezen worden naar verdere echelons.
 Tweede echelon: Zorg die alleen toegankelijk is via een verwijzing van iemand uit het
eerste echelon (specialistische zorg in het ziekenhuis).
 Derde echelon: Alle zorg waarbij de zorggebruikers worden opgenomen in een instelling.

, - Plaats waar de zorg gegeven wordt
 Extramurale zorg: De zorg wordt thuis ontvangen (ook wel ambulante zorg genoemd).
 Semimurale zorg: De zorggebruiker ontvangt de zorg in een instelling, maar woont nog
thuis.
 Intramurale zorg: De zorg wordt in een instelling ontvangen, waar de zorggebruiker 24
uur per dag verblijft (ook wel klinische zorg genoemd).
- Zorgduur
 Langdurige zorg (long stay care): Verpleging en verzorging.
 Middellangdurige zorg (medium stay care): GGZ/verslavingszorg.
 Kortdurende zorg (short stay care): Behandeling en herstel.

Nederland als verzorgingsstaat
Er kan op verschillende manieren naar het verschijnsel verzorgingsstaat worden gekeken:
- Politieke benadering: Gericht op vraagstukken die betrekking hebben op recht,
rechtvaardigheid en onderlinge solidariteit: wie krijgt wat, wanneer en hoe?
 Solidariteitsprincipe: De erkenning van het recht op een bestaansminimum voor
iedereen.
- Macro-economische benadering: Gericht op de vraagstukken die betrekking hebben op de
inkomsten en uitgaven van een land.
Door de bestaanszekerheid die een verzorgingsstaat biedt, is er minder sprake van zichtbare
armoede of ellende  sociaal stabiele samenleving  ontwikkeling van het bedrijfsleven 
welvaart.
- Sociologische benadering: Gericht op vraagstukken die betrekking hebben op de
samenleving en de onderlinge betrekkingen van mensen in die samenleving: wat doet de
verzorgingsstaat met mensen en groepen mensen?
Door de bestaanszekerheid die de verzorgingsstaat biedt zijn kwetsbaarheidsgroepen meer
in staat te emanciperen.

Op weg naar een participatiestaat
De nadruk komt steeds meer te liggen op het realiseren van participatie (participatiestaat) en steeds
minder op het realiseren van het welzijn van alle burgers (verzorgingsstaat).
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): Samenhangend lokaal beleid om participatie van alle
burgers mogelijk te maken en te bevorderen. Uitvoering dichtbij de burger door een goed toegeruste
gemeente is hierbij belangrijk. De Wmo is dus een wettelijke opdracht aan gemeenten om
voorzieningen te treffen gericht op maatschappelijke ondersteuning.

Compensatiebeginsel: Ter compensatie van de beperkingen die een persoon ondervindt in zijn
zelfredzaamheid en zijn maatschappelijke participatie moeten voorzieningen getroffen worden op
het gebied van maatschappelijke ondersteuning die de persoon in staat stellen om:
- Een huishouden te voeren.
- Zich te kunnen verplaatsen in en om de woning.
- Zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel.
- Medemensen ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.

De Wmo is een kaderwet.
Kaderwet: De wet geeft kaders aan waarbinnen elke gemeente haar beleid kan maken.
De burger heeft dus geen recht op een bepaalde type zorg bij een bepaalde problematiek. De
hoeveelheid zorg die vanuit de Wmo door een gemeente gefinancierd wordt, is in principe
afhankelijk van het budget van de gemeente en niet van de zorgvragen van de burger.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evasjoeb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.10  45x  sold
  • (7)
Add to cart
Added