100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfskunde A cluster periode 1 $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfskunde A cluster periode 1

 209 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een zeer compacte, maar toch duidelijke samenvatting van bedrijfskunde voor de eerste periode. HFD 1 (volledig) HFD 2 (volledig) HFD 3 (volledig) HFD 4 (volledig) HFD 5 (volledig) HFD 6 (7-S model) HFD 9 (paragraaf 9.3)

Preview 5 out of 28  pages

  • No
  • Eerste helft van het boek
  • January 16, 2015
  • 28
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
Bedrijfskunde hoofdstuk 1 (ABA-BDK1A)

 1.1.1 kenmerken van een organisatie
1 menselijke factor
2 een samenwerkingsvorm
3 doelgerichtheid
4 continuïteit

*1/2 zonder de mens bestaat een organisatie niet. Samen meer bereiken dan
individueel: synergie- effect -> samenwerkingsverband is groter dan
individuele prestaties samen.
*3 organisatie altijd opgericht met een bepaald doen -> nokia -> continuïteit en
winst maken.
*4 blijven karakter. Organisatie investeert om in de toekomst te kunnen blijven
bestaan. Verenigingen blijven leden werven. Organisatie kan worden opgeheven
als het doel is bereikt -> projectmatige of non-permanente organisaties. Goin-
concerngedachte -> bij het nemen van managementbeslissingen wordt
uitgegaan van de organisatie zijn continuïteit. Als interne hoofddoelstelling van
organisaties geldt: het voortbestaan van de organisatie. De externe
hoofddoelstelling van organisatie is het voorzien in een maatschappelijke
behoefte.

 1.1.2 verschillende betekenissen van het begrip ‘organisatie’
*1 het functionele organisatiebegrip -> hierbij zien we het woord organisatie in
de betekenis van het werkwoord organiseren, dat gelijkstaat met het effectief op
elkaar afstemmen van activiteiten. Marketingcampagne.
*2 het institutionele organisatiebegrip -> hiervan is sprake als men duidt op een
organisatie als object, met een naam en een vestiging. Organisatie Phillips.
*3 het instrumentele organisatiebegrip -> het woord organisatie wordt gebruikt
in de instrumentele betekenis als we aan een organisatie refereren als middel
waarmee we bepaalde doelstellingen van de organisatie kunnen verwezenlijken.
Organiseren binnen de organisatie.

 1.2 organisatie, bedrijf en onderneming
Eerder werd aangeduid dat een organisatie een menselijke samenwerking is die
doelgericht en blijvend is. Een bedrijf kan men als volgt definiëren -> een
organisatie die goederen en/of diensten voortbrengt met het doel deze op een
afzetmarkt te verkopen.
Bedrijven met winstoogmerk streven naar winst. Zonder winstoogmerk, ook wel
non-profit, hebben niet het maken van winst als doel.
Onderneming -> een bedrijf dat altijd gericht is op het maken van winst. Een
onderneming is dus hetzelfde als een bedrijf met winstoogmerk.
Niet elke organisatie is een bedrijf. Een organisatie is alleen een bedrijf als zij
goederen of diensten produceert. Ook blijkt niet elk bedrijf een onderneming te
zijn. Dit laatste geldt namelijk alleen voor bedrijven die gericht zijn op het maken
van winst.

 1.3 rechtsvormen
Ondernemingsvormen -> hiermee wordt bedoeld dat men een onderneming op
verschillende manieren (juridisch) kan vormgeven. De ondernemingsvorm die
men kiest wordt ook wel de rechtsvorm genoemd. Natuurlijk persoon of een
rechtspersoon.

,Natuurlijk persoon -> wordt een mens van vlees en bloed bedoeld die als
rechtssubject wordt aangemerkt. Dit wil zeggen dat hij dragen is van rechten en
plichten zoals deze verwoord zijn in de wet.
De wet kent echter ook de aanwijzing van groepen of organisatie als
rechtssubject. De groep of de organisatie noemen we in dat geval de
rechtspersoon.


Kenmerken Voordelen Nadelen Voorbeel
d
Eenmansza Privaat vermogen Zelfstandigheid Volledig aansprakelijk Groenten
ak boer
Maatschap Samenwerkingsfac Deel aansprakelijk EV. Vol aansprakelijk Tandarts
tor
Vof Meerdere Meerdere Kans op onenigheid Garage
eigenaren investeerders
CV Stille vennoten ‘’ ‘’ ‘’
BV Aandelen op Geen vijandelijke Hoge oprichtingskosten IKEA
Naam overname
NV Aandelen vrij Veel 1 Publicatieplicht. Philips
verhandelbaar kapitaal(investeerd 2 Kans op
ers) vijandelijke
overname
Coöperatie Gelijk doel Niet aansprakelijk 1 Geen winst // Er Rabobank
ve mag wel winst ANWB
vereniging gemaakt
worden om
onder de leden
verdeeld te
worden. Zie
Rabobank
2 Notariële acte
moet worden
opgesteld
Vereniging Contributie Niet aansprakelijk Geen winst Plaatselijke
sportverenigi
ng
Waarborg *** *** *** ***
maatschap
pij
Stichting Geen winst Niet aansprakelijk Non-profit Unicef


 1.3.1 rechtsvormen behorende bij natuurlijke personen
De eenmanszaak -> de eigenaar is dan met zijn gehele private vermogen
aansprakelijk voor de schulden van de eenmanszaak. Het inkomen van de
eigenaar wordt gevormd door de winst van de eenmanszaak.
De maatschap -> is een samenwerkingsovereenkomst tussen zelfstandige,
natuurlijke personen of rechtspersonen die zich verbinden om iets in een
gemeenschap te brengen met het doel het daaruit ontstane voordeel met elkaar
te delen. Advocaten zijn hiervan een voorbeeld.
Vennootschap onder firma (vof) -> is een samenwerkingsverband tussen twee of
meer personen onder een gemeenschappelijke naam. Bijvoorbeeld taxibedrijven.
De firmanten (vennoten) zijn ieder hoofdelijk, met het privévermogen,
aansprakelijk voor de totale schulden van de onderneming.
Commanditaire vennootschap (cv) -> is vergelijkbaar met de firma, met dit
verschil dat er binnen de cv onderscheid wordt gemaakt tussen beherende
vennoten en stillen (commanditaire) vennoten. de beherende vennoot is de
ondernemende, wekende firmant, terwijl de stille firmant uitsluitend als
geldschieter en deler in de winst optreedt.

 1.3.2 rechtsvormen behorende bij rechtspersonen.

,Naamloze vennootschap (nv) -> is een onderneming met rechtspersoonlijkheid,
dit betekent dat juridisch gezien haar bezittingen en schulden geheel
onafhankelijk zijn van de bezittingen en schulden van de vermogensverschaffers.
Aandelen zijn ‘aan toonder’, deze staan dus niet op naam.
Algemene vergadering van aandeelhouders (ava) -> is het hoogste
gezagsorgaan in de nv. Indien er gestemd wordt op de vergadering van
aandeelhouders heeft de aandeelhouder controle over een aantal stemmen dat
gelijk is aan het (gewogen) aantal aandelen dat hij bezit van de nv.
Raad van bestuur (RvB) -> de ava benoemd de RvB. De RvB is vervolgens
verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in de nv. Bij strategisch
belangrijke keuzen is vaak de toestemming nodig van de ava.
Raad van commissarissen (RvC) -> deze oefent namens de ava toezicht uit op de
RvB.
Voordeel van de nv is de geschiktheid om een groot vreemd vermogen aan te
trekken.
Besloten vennootschap (bv) -> is vergelijkbaar met de nv, met als grootste
verschil dat hier de aandelen niet ‘aan toonder’ zijn, maar op naam staan en dus
niet vrij verhandelbaar zijn. Bijvoorbeeld een dierenarts.
Coöperatieve vereniging -> is een vereniging van personen die het behartigen
van de belangen van de leden als doel heeft. Deze belangen kunnen van
verschillende aard zijn: kredietverschaffing of aanschaf van gemeenschappelijke
goederen.

 1.4 productiviteit, effectiviteit en efficiëntie
Meetinstrumenten: 1- productiviteit, 2- effectiviteit, 3- efficiëntie.
Productiviteit: (P) hiermee duiden we op de verhouding tussen het bereikte (of
beoogde) resultaat (R) en de daarvoor gevrachte (of de daarvoor te verwachten)
offers (O).
Productiviteit = Resultaat / Offers.
Het niet bereiken van de maximale productiviteit kan aan twee factoren liggen:
1 Het resultaat is minder dan het maximaal haalbare.
2 De gegeven offers, meestal uitgedrukt in geld, waren meer dan de
minimaal benodigde.
Effectiviteit: de verhouding tussen het werkelijk bereikte resultaaat en het
normresultaat dat men eigenlijk had moeten halen. Effectiviteit = Rwerkelijk /
Rnorm (R is resultaat).
Efficiëntie: de verhouding tussen de normoffers die men eigenlijk had mogen
brengen en de werkelijk gebrachte offers. Efficiëntie = Onorm / Owerkelijk (O is
offer).




 1.5 waarom organisatietheorieën bestuderen?
Stoner en freeman geven terecht aan dat het in ieder geval al om de volgende
redenen zinvol is organisatie- en managementtheorieën te bestuderen:
1 Theorieën zijn een leidraad bij beslissingen in de managementpraktijk.
2 Theorieën vormen onze visies op organisaties.
3 Theorieën maken ons bewust van de omgeving van het bedrijf.
4 Theorieën zijn een bron van nieuwe ideeën.

,
, Bedrijfskunde hoofdstuk 2

Men kan 4 krachten onderscheiden die aan de wieg stonden van de
systematische studie van het functioneren van de organisaties aan het einde van
de negentiende eeuw.

1 De protestants-christelijke ethiek ten aanzien van arbeid
Luther en Calvijn. Dit hield in dat mensen, in plaats van passief betere tijden na
de dood af te wachten, juist hun roeping op aarde waar moesten maken door
noeste arbeid en onzelfzuchtige inzet.

2 Het kapitalisme en de opdeling van arbeid
Adam Smith (1776). Basiselementen van het kapitalisme:
1 De meest efficiënte regulering van de stroom van middelen door de
maatschappij wordt bepaald door de natuurlijke wetten van vraag en
aanbod en vrije concurrentie.
2 Ieder individu zou vrij moeten zijn in het vergaren van rijkdom.
3 Ieder individu zou vrij moeten zijn in het hebben van eigendomsrechten.
4 De opdeling van arbeid leidt door specialisatie tot vergroting van de
productiviteit.
Het laatstgenoemde basiselement is specialisatie. Dit komt neer op de opdeling
van arbeid in kleinere onderdelen. Door specialisatie doet het personeel veel
meer ervaring op en daardoor uiteindelijk sneller en beter kan werken.

3 De industriële revolutie
Na de uitvinding van de stoommachine werd 12 jaar later massaproductie met
behulp van stoomenergie mogelijk. Hierdoor werden de productiekosten lager.
Echter was de aanschafprijs van de nieuwe machine dermate hoog dat men in
grotere verbanden moest gaan werken dan voorheen. De toenemende aantallen
werknemers die door de industriële revolutie in een organisatie participeerden,
vormden dus een derde stimulerende factor voor de systematische studie van
optimale organisatievormen en organisatietechnieken.

4 Het productiviteitsprobleem
In plaats van een geleidelijke verandering ontstond er aan het begin van de 20 ste
eeuw in de industrie een turbulente mix van verschillend e gedachten over
technologie, ondernemingsgrootte en werkmethoden, waardoor de productiviteit
achterbleef bij de verwachtingen. In de VS werd deze ontwikkeling vaak als
nationale chaos of het productiviteitsprobleem. Dit om dat in het begin door een
reeks van problemen geen duidelijke productiviteitsverbeteringen in de industrie
optraden, terwijl deze toch wel verwacht mochten worden als gevolg van de
technologische verbeteringen door industriële revolutie en de grootschaligere
ondernemingen. Dit had 3 hoofdoorzaken:
1 Er was een algemeen gebrek aan managementmethoden en getrainde
managers.
2 Men had moeite met de implicaties van de nieuwe technologieën voor de
werkomgeving van de mens.
3 Men had moeite met het bepalen van de juiste grootte van de nieuwe
industriële organisaties om de juiste schaalvoordelen te bereiken; dat wil
zeggen: de (economische) voordelen die ontstaan bij het vergroten van de
productie.

Verschillende stromingen in de organisatiekunde.
A Klassieke organisatiekunde (1890)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RickyGerritsen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79
  • (0)
  Add to cart