Dit is een complete samenvatting voor het vak Klinische Lessen van de Klinische Leerlijn van de opleiding psychologie. De samenvatting wordt wekelijks geüpdate en is gebaseerd op alle literatuur (boeken & artikelen) en de hoorcolleges.
Samenvatting Klinische Lessen
Leerdoelen:
Na afloop van deze cursus:
1. Heb je kennis opgedaan over een aantal belangrijke psychiatrische en
neuropsychologische beelden, waarvan je de belangrijkste feiten betreffende
symptomen, diagnostiek, oorzaken en behandeling weet op te noemen.
2. Kun je de geleerde kennis toepassen op casusbeschrijvingen, waarbij je een drietal
hypothesen kunt formuleren op basis van de DSM (differentiaaldiagnostiek).
3. Kun je relevante vragen bedenken die je tijdens een intake aan een cliënt kunt stellen
om je hypothesen te toetsen.
4. Kun je, door een kritische vergelijking te maken tussen theorie en praktijk, voor elke
stoornis minimaal 1 discrepantie benoemen tussen theorie en praktijk.
5. Heb je inzicht gekregen in de ervaringen van de cliënt (en naasten) betreffende
diagnostiek, behandeling en de invloed van de stoornis op het leven en heb je een
indruk van omgangsvormen met cliënten.
Week 1
Nolen-Hoeksema (2020) H3: Assessing and diagnosing abnormality
Een diagnose is een label voor een groep symptomen die vaak samen voorkomen. Alle
hulpmiddelen die gebruikt worden bij het stellen van een diagnose moeten betrouwbaar,
valide en gestandaardiseerd zijn. Betrouwbaarheid houdt in dat het hulpmiddel steeds
dezelfde uitkomst heeft wanneer die voor dezelfde persoon gebruikt wordt. Er zijn
verschillende soorten validiteit:
• Indruksvaliditeit. In hoeverre lijkt een test op het eerste gezicht te meten wat het
moet meten?
• Inhoudsvaliditeit. In hoeverre meet de test alle relevante aspecten van het probleem?
• Criteriumvaliditeit. . In hoeverre kan de test gedrag buiten de testsituatie om
voorspellen?
o Convergente validiteit. In hoeverre resulteert de test in dezelfde score als
andere gelijksoortige testen?
o Predictieve validiteit. In hoeverre voorspelt de test gedrag in de toekomst?
Dit kan bijvoorbeeld gemeten worden door een tweede test die later wordt
afgenomen.
• Begripsvaliditeit. In hoeverre meet de test wat het hoort te meten (en niet iets
anders)?
Wanneer een test gestandaardiseerd is, is die voor iedereen die de test invult gelijk; iedereen
krijgt dezelfde vragen, dezelfde antwoordopties, etc.
, Er bestaan verschillende hulpmiddelen die tijdens een diagnostisch onderzoek gebruikt
kunnen worden:
• Gestructureerd interview. Een interview met gestandaardiseerde vragen.
• Symptoom vragenlijst. Een vragenlijst die verschillende soorten symptomen van een
of meerdere stoornissen omvat.
• Persoonlijkheidsinventarissen. Dit zijn meestal vragenlijsten met vragen over de
manier waarop men over het algemeen denkt, voelt en zich gedraagt.
• Gedragsobservatie. Een professional houdt bij welke gedragingen iemand uit en wat
hieraan voorafgaat en hierop volgt.
• Zelfobservatie. Een individu houdt zelf hun gedrag bij, bijvoorbeeld in een dagboek.
• Intelligentietest. Testen ontworpen om intellectuele vaardigheden te meten.
• Neuropsychologische tests. Tests die gebruikt kunnen worden wanneer een
neuropsychologische beperking wordt vermoed.
• Hersenbeeldvorming. CT scans, PET scans, MRI scans, etc. Deze technieken
vormen een beeld van de hersenen waardoor bijvoorbeeld tumoren of hersenschade
gelokaliseerd kan worden.
• Psychofysiologische tests. Technieken die veranderingen in het brein die horen bij
bepaald gedrag in beeld kunnen brengen (bijv. EEG).
• Projectieve tests. Rorschach Inkblot Test, Thematic Apperception Test (TAT), etc.
Verschillende moeilijkheden kunnen optreden tijdens een diagnostisch onderzoek. Sommige
cliënten bieden weerstand en willen niet vertellen over hun situatie of vertellen juist alleen
selectief in de hoop dat zij een bepaalde uitkomst bereiken. Een gesprek met kinderen kan
ook snel ingewikkeld worden omdat kinderen een laag niveau van zelfreflectie hebben en hun
gevoelens moeilijk onder woorden kunnen brengen. Ook is het belangrijk rekening te houden
met culturele verschillen en taalbarrières. Zo zullen symptomen van stoornissen in andere
culturen anders geuit worden en zijn er bijvoorbeeld ook cultuurgebonden stoornissen:
Stoornis Bijbehorende cultuur Symptomen
Amok Maleisië, Laos, Filipijnen, Piekeren gevolgd door een
Polynesië, Papoea-Nieuw- uitbarsting van gewelddadig,
Guinea, Porto Rico agressief of moorddadig
gedrag
Ataque de nervios Latijns-Amerika en Latijns- Oncontroleerbaar
Mediterrane culturen schreeuwen, huilaanvallen,
trillen, warmte op de borst
die stijgt naar het hoofd,
verbale of fysieke
agressiviteit, gevoelens dat
men de controle kwijt is
Dhat India, Sri Lanka, China Ernstige angst over het
uitscheiden van sperma, een
witte verkleuring van de
urine en gevoelens van
zwakte en vermoeidheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mandyrose. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.88. You're not tied to anything after your purchase.