Anatomie – lymfe en immuniteit
1. bouw van het lymfestelsel
Er zijn in totaal 4 onderdelen:
- Vaten: vanuit de perifere weefsels naar de bloedbaan, lymfevocht
- Vloeistof: lymfe, verwant aan plasma maar met minder opgeloste eiwitten
- Lymfocyten: gespecialiseerde witte bloedcellen
- Lymfoïde weefsels en organen: een combi los bindweefsel en lymfocyten
bv. milt
Het vocht dat hier blijft staan, wordt geabsorbeerd
door de lymfevaten. Bij de arteriën wordt er vocht
uitgeperst en aan de venen wordt er vocht
geresorbeerd.
2. functies van het lymfestelsel
- Productie, onderhoud en transport van lymfocyten
- Terugkeer van vloeistoffen en opgeloste deeltjes van perifere weefsels naar bloed
- Transport van hormonen, voedingsstoffen en afvalstoffen van plaats van opname in
de weefsels naar bloedbaan
2.1 productie, onderhoud en transport van lymfocyten
- Er wordt geproduceerde door de milt en thymus en beenmerg (functie: bescherming
van organisme)
- De lymfocyten reageren op: ziekteverwekkers (bacteriën en virussen), afwijkende
lichaamscellen en vreemde eiwitten en gifstoffen door bacteriën
- Gevolg: een afweerreactie – specifieke verdediging
- Immuniteit na die verdediging
2.2 terugkeer van vloeistof en opgeloste deeltjes
Gevolg hiervan:
- Bloedvolume blijft op peil
- Samenstelling van interstitiële vloeistof blijft constant
- Stroomvolume van bloed is ong. 3L/dag
2.3 transport van hormonen, voedingsstoffen en afvalstoffen van plaats van opname
in de weefsels naar de bloedbaan
- Lymfevaten vervoeren stoffen die niet direct in de bloedbaan worden opgenomen
- Bv. vetten (van de darm), worden opgenomen in de lymfevaten en later in de
bloedsomloop gestort
2.4 lymfecapillairen
⇒ ze zijn de kleinste blinde (1 stroom) eindigende vaten in de perifere weefsels, hebben een
enkel endotheellaag (plaveiselepitheel)
1
, - Hierdoor is er instroom in capillair mogelijk (doorlaatbaarheid)
- Geen uitstroom door overlappende cellen van de endotheelcellen ⇒ blind einde
⇒ ze verzamelen zich tot grotere lymfevaten die lopen naar de romp
- Grotere lymfevaten hebben kleppen (bv. venen) ⇒ het kan niet terugstromen
- Grotere lymfevaten hebben een zeer lage druk
2.5 uitmonding in 2 grotere lymfevaten
- Ductus thoracicus (borstbuis):
o Draineert alle gebieden met uitz van
gebieden van ductus lymphaticus dexter
o Uitmonding tussen de linker vena jugularis
interna en linker vena subclavia
- Ductus lympathicus dexter
o Draineert rechter bovengedeelte van lichaam
o Uitmonding rechter vena subclavia
2.6 de lymfocyten
⇒ ze zijn 25% van de witte bloedcellen in bloedsomloop en het grootste deel bevindt zich in
de lymfoïde organen en weefsels (1 biljoen) + je hebt verschillende types
- T-cellen
- B-cellen
- NK-cellen
2.6.1 de T-cellen (helpercellen)
⇒ 80% van de lymfocyten, worden gevormd door de T (t-cel)hymus en zorgt voor directe
aanval (= cellulaire immuniteit), je hebt 2 soorten regulerende cellen:
- T-helpercellen: stimuleren de activiteit van de T en B-cellen
- T-suppressorcellen: remmen de activiteit van T en B-cellen
2.6.2 de B-cellen
⇒ is 10-15% van de lymfocyten en worden gevormd in het B(b-cel)eenmerg en zijn in staat
om antistoffen (of immunoglobulinen) aan te maken, B-cel actief= plasmacel
- De antistoffen gaan zich binden op de antigenen (wand van indringer)
- Resultaat: vernietiging van doel
- B-cel zorgt voor een humorale immuniteit
2.6.3 NK-cellen
⇒ ‘Natural Killer’ cellen, zitten 10-15% in de lymfocyten en hebben een aanval echt gericht
op vreemde cellen en geïnfecteerde cellen, ze zorgen voor de bewaking van de perifere
weefsels (= immunologische surveillance)
2.6.4 hematocyblast
⇒ kunnen worden gevormd in de Thymus (dan heb je T-cellen), of het beenmerg/lymfoïde
weefsels en dan kan je B-cellen of NK cellen krijgen. + hebben een levensduur van 4j
- Diapedese: een WBC of lymfocyt kan een migreren van weefsels naar bloedbaan en
omgekeerd
- Aantal zal op peil blijven door de delingen van de stamcellen in het beenmerg of
lymfoïde weefsels
2.6.5 lymfefollikels
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller linskevdb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.41. You're not tied to anything after your purchase.