Afhankelijke rechten: kan niet bestaan zonder een hoofdrecht. Art. 3:7 BW
Afhankelijke rechten zijn ook meteen nevenrechten art. 3:82 BW
Voorbeeld afhankelijk recht:
Pandrecht: het pandrecht is verstrekt ter zekerheid van een bepaalde schuld. Als
de schuld teniet gaat, gaat het pandrecht ook teniet want het pandrecht is
afhankelijk van het voorbestaan van de schuld.
- Pandrecht
- Recht van hypotheek
- Borgtocht
- Erfdienstbaarheid
Maar niet:
Vruchtgebruik: kun je afzonderlijk overdragen en is dus geen afhankelijk recht.
Vruchtgebruik een vruchtgebruiker kan zijn recht overdragen of bezwaren art
3:223 BW (zelfstandig overdraagbaar)
Een nevenrecht is altijd verbonden aan een vordering, het hoofdrecht genoemd
art. 6:142 BW.
Nevenrechten hoeven geen vermogensrechten te zijn.
- Pand
- Hypotheek
Voorbeeld nevenrecht:
Wanneer er een schuld bestaat waarmee een pandrecht is gevestigd en die
schuld wordt overgedragen aan een derde, dan gaat het pandrecht mee over op
de nieuwe schuldeiser.
Eigendomsverkrijging:
Onderscheid maken in:
- Originaire eigendomsverkrijging: is eigendomsverkrijging waarbij een
nieuw recht ontstaat zoals: natrekking en verjaring.
- Derivatieve eigendomsverkrijging: waarbij je je rechten ontleent aan een
ander, waarbij dus het recht al bestond zoals: overdracht en erfopvolging.
Verschil bezit en houderschap:
Bezit: art. 3:107 lid 1 BW
Houderschap: art. 3:107 lid 4 BW
Middellijk en onmiddellijk bezit
Onmiddellijk bezit: indien het goed niet door een ander voor de bezitter wordt
gehouden.
Middellijk bezit: het goed wordt door een ander namens de bezitter gehouden.
Voorbeeld: als iemand een boek leent van de bibliotheek is hij geen bezitter van
, dat boek, maar houder namens de bibliotheek (die eigenaar is).
De bibliotheek was eerst onmiddellijk bezitter van het boek: echter, ten tijde dat
de lener het in leen heeft is de bibliotheek middellijk bezitter. Er dient een
duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen bezit en eigendom. Meestal is
de eigenaar ook de bezitter, maar dat hoeft juridisch niet per se het geval te zijn.
Als iemand namelijk een boek uit de bibliotheek steelt dan is de bibliotheek nog
wel eigenaar, maar niet langer de bezitter en dus (eigenaar-niet bezitter) De dief
is nu (bezitter-niet eigenaar). Van het boek en dus (geen houder). Een dief houdt
namelijk het gestolen goed voor zichzelf en kwalificeert zich daarmee als bezitter.
Kenmerken eigendomsrecht:
- Absoluut recht art. 5:1 BW
- Een eigenaar is in beginsel eigenaar van alle bestanddelen art. 5:3 BW jo art.
3:4 BW
- Het eigendomsrecht heeft alleen betrekking op geïndividualiseerde zaken. Dat
zijn zaken waarvan duidelijk is van wie ze zijn of voor wie ze bestemd zijn.
Eigendom:
- Individualisatie van zaken
- Natrekking art. 5:3 jo art. 5:14 BW
In een auto wordt een nieuwe motor geplaatst die veel duurder is dan de auto
zelf. De auto wordt dan toch als hoofdzaak beschouwd.
- Eigendom kan zowel absoluut als relatief.
Relatieve eigendom art. 3:90 lid 2 BW indien een geleverde roerende zaak na
de levering in handen van de vervreemder blijft, de levering niet werkt tegenover
een derde die een ouder recht heeft op de zaak. Buiten dat geval werkt zij
tegenover iedereen.
Fiduciaire eigendomsoverdracht: eigendomsoverdracht uitsluitend
aanwenden als financiële zekerheid/verhaal – Bierbrouwerij.
Vanaf 1992 wettelijk verboden en vervangen door stil pandrecht art. 3:84 lid 3
BW jo. art. 3:227 BW.
Waarom verboden?
Omdat de rechtshandeling van partijen moet strekken tot een werkelijke
overdracht (moet leiden tot een vermogens overgang zonder enige beperking).
Leasing: een goed in eigendom bij de lessor wordt in gebruik gegeven aan de
lessee voor een bepaalde tijd tegen een bepaalde vergoeding.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessa22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.