100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting CIVP a-cluster (7 behaald voor tentamen) $7.01   Add to cart

Summary

Samenvatting CIVP a-cluster (7 behaald voor tentamen)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het vak CIVP dat wordt aangeboden in het a-cluster van de studie HBO rechten op de HAN in Nijmegen. Met behulp van deze samenvatting heb ik een 7 behaald op het tentamen.

Preview 4 out of 44  pages

  • September 9, 2021
  • 44
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting week 1:

Het verbintenissenrecht beschrijft rechtsverhoudingen tussen personen.

In het publiekrecht heeft de overheid een specifieke rol en bij het privaatrecht gaat het
tussen burgers onderling.

In het burgerlijkrecht heeft de overheid geen specifieke taak. De overheid grijpt dus niet in
als rechten en plichten uit het burgerlijk recht geschonden worden.

In het privaatrecht kun je een onderscheid maken tussen:
1. Dwingend recht  de betrokkenen zijn eraan gebonden, maken ze afwijkende
afspraken dan zijn deze nietig.
Dwingend recht geeft de wetgever alleen als hij een bepaalde procedure verplicht wil
stellen of als hij een zwakkere partij wil beschermen.
2. Regelend recht  het staat partijen vrij andere, afwijkende afspraken te maken

Het (burgerlijk) recht verbindt aan een groot aantal feiten en gebeurtenissen dat zich in de
samenleving afspeelt, rechtsgevolgen. Bijna alles wat er gebeurt kan van belang zijn voor het
recht: er ontstaan rechten en plichten.

Rechtsfeiten zijn alle feiten en gebeurtenissen die voor het recht van belang zijn.
Dit kan je onderverdelen in:
1. Blote rechtsfeiten  dit zijn rechtsfeiten waarop de mens geen rechtstreekse
invloed heeft, zoals de geboorte of dood
2. Menselijke handelingen  dit zijn alle andere rechtsfeiten

Menselijke handelingen zijn weer onder te verdelen in:
- Rechtshandelingen  hier heeft iemand de bedoeling rechten en plichten te
scheppen.
Voor een rechtshandeling zijn er 2 vereisten (art. 3:33 BW)
1. Wil, de wil van een persoon is hiervoor nodig
2. Verklaring, bijvoorbeeld een brief
- Feitelijke handelingen  hier ontstaan er onbedoeld rechten en plichten.
Bijvoorbeeld per ongeluk schade bij een ander zijn auto veroorzaken tijdens het
inparkeren.

Rechtshandelingen zijn weer onder te verdelen in:
- Eenzijdige rechtshandelingen  dit zijn rechtshandelingen waar 1 persoon voor
nodig is, bijvoorbeeld een testament
- Meerzijdige rechtshandelingen  dit zijn rechtshandelingen waarvoor de
instemming van een wederpartij nodig is, bijvoorbeeld een koopovereenkomst

,Het burgerlijk recht bestaat uit 3 onderdelen:
1. Het personen en familie recht
2. Het rechtspersonenrecht
3. Het vermogensrecht

1. Het personen en familie recht:
Hier worden vooral familierelaties in en buiten het gezin beschreven. Bijvoorbeeld over het
gezag van minderjarigen, trouwen, scheiden etc.
Een kenmerk voor het personen en familie recht is dat het niet op geld waardeerbaar is en
het kan niet overdraagbaar zijn aan een ander. Het staat beschreven in BW 1.

2. Het rechtspersonenrecht:
Dit beschrijft de organisatie en ondernemingsvormen die een eigen leven leiden in het recht.
Niet alleen natuurlijke personen maar ook rechtspersonen kunnen deelnemen aan het
rechtsverkeer door aankopen te doen etc.
Typerend voor een rechtspersoon is dat zijn vermogen losstaat van de privévermogens van
de oprichter of bestuurders van de rechtspersoon. Wanneer de rechtspersoon dus failliet
gaat, gaat het niet ten koste van zijn privévermogen. Niet ieder bedrijf of organisatie leidt
een zelfstandig leven, hiervoor is namelijk de oprichting van een rechtspersoon nodig.
Voorbeelden hiervan zijn: NV, BV, stichting, vereniging etc.
Het staat beschreven in BW 2.
Kortom: Het rechtspersonen beschrijft aan welke oprichtingseisen een rechtspersoon moet
voldoen, welke organen de rechtspersoon kent en welke bevoegdheden deze organen
hebben.

3. Het vermogensrecht:
Hier worden alle rechten beschreven waaruit een vermogen van een persoon kan zijn
opgebouwd: recht van eigendom, van hypotheek, de rechten uit een koop-, arbeids- of
huurovereenkomst etc.
Een kenmerk voor vermogensrechten zijn dat ze op geld waardeerbaar zijn en dat ze
overgedragen kunnen worden aan anderen.
Dit is geregeld in BW 3 tot en met BW 8.

Een specifiek deel van het vermogensrecht is erfrecht.
Hierin wordt geregeld wat er gebeurt met het vermogen van een overledene. Dit is geregeld
in BW 4.

Het vermogen is alles wat op geld waardeerbare rechten en plichten van een bepaald
persoon zijn. Bijvoorbeeld het eigendomsrecht op een auto.

Vermogensrechten zijn onder te verdelen in:
- Absolute rechten  dit beschrijft de zeggenschap die een persoon heeft over een
bepaald goed. Bijvoorbeeld het eigendomsrecht
- Relatieve rechten  dit beschrijft rechtsverhoudingen tussen personen.
Bijvoorbeeld een koopovereenkomst, omdat hier rechten en plichten ontstaan
tussen de koper en de verkoper.

,Naast absolute rechten op goederen zijn er absolute rechten op voortbrengselen van de
geest. Zoals het auteursrecht.

Kortom: het vermogensrecht bestaat uit het goederenrecht en het verbintenissenrecht.
Het goederenrecht beschrijft de rechten die personen op goederen hebben.
Het verbintenissenrecht beschrijft de rechtsverhoudingen tussen personen.

Handelingsbekwaamheid is de mogelijkheid die in beginsel iedere persoon heeft om
onaantastbare rechtshandelingen te verrichten.
Onaantastbaar houdt in dat een ander de rechtshandeling achteraf niet kan vernietigen.
Art. 3:32 lid 1 BW  iedere natuurlijke persoon is bekwaam rechtshandelingen te
verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt.

Degene die handelingsonbekwaam zijn, zijn:
1. Minderjarigen  art. 1:234 lid 1 BW
2. Mensen die onder curatele staan

1. Minderjarigen
Ongehuwde jongeren die nog geen 18 jaar zijn, zijn in beginsel handelingsonbekwaam.
Een minderjarige kan rechtshandelingen tot stand brengen, maar de wettelijke
vertegenwoordiger van de handelingsonbekwame kan deze rechtshandelingen vernietigen.
Art. 3:53 BW

Er zijn uitzonderingen:
- De minderjarige is handelingsbekwaam als hij met toestemming van zijn wettelijk
vertegenwoordiger handelt. De minderjarige sluit dan namelijk een onaantastbare
rechtshandeling waarop de wettelijke vertegenwoordiger later niet meer op terug
kan komen.
- Naarmate de minderjarige ouder wordt, wordt hij voor steeds meer
rechtshandelingen handelingsbekwaam

2. Mensen die onder curatele staan:
Dit zijn meerderjarigen die door de rechtbank onder curatele zijn gesteld. Een meerderjarige
kan onder curatele gesteld worden als hij niet in staat is zijn eigen belangen goed te
behartigen, of als hij zijn eigen veiligheid of die van anderen in gevaar brengt door een
geestelijke stoornis of een verstandelijke beperking of een gewoonte van drank- of
drugsgebruik.  art. 1:378 BW

Om curatele kan worden verzocht door de betrokkene zelf, zijn naaste familieleden, de
instelling die de betrokkene begeleidt of het OM. Wanneer de rechter ingaat op het verzoek,
volgt een beschikking waarin de betrokkene onder curatele wordt gesteld. In de beschikking
benoemt de rechter een curator, dit is dan de wettelijke vertegenwoordiger van de
curandus.

De ondercuratelestelling wordt gepubliceerd in de Staatscourant en in een aantal regionale
bladen, zodat iedere belanghebbende van de ondercuratelestelling dit kan weten. Iedere

, rechterlijke uitspraak over de ondercuratelestelling wordt opgenomen in het
curateleregister.


PERSONEN EN FAMILIERECHT:

Een kind krijgt de voornaam die zijn ouders voor hem uitkiezen. Een verzoek tot wijziging van
de voornaam wordt behandeld door de rechtbank.  art. 1:4 BW

De achternaam kunnen de ouders zelf kiezen, ze kunnen kiezen uit de achternaam van de
vader of van de moeder. Deze keuze moeten zij doorgeven wanneer zij aangifte doen van de
geboorte van hun oudste kind, de kinderen die hierna volgen krijgen dezelfde achternaam.
Wanneer de ouders geen keuze maken, dan krijgt het kind de achternaam van zijn vader.

Getrouwde paren en geregistreerde partners mogen elkaars naam dragen.

Wanneer mensen familie van elkaar zijn, spreek je van bloedverwantschap.
Je hebt bloedverwantschap in opgaande of neergaande laan.
Bloedverwantschap in de zijlijn beschrijft de verwantschap tussen familieleden met minstens
één gemeenschappelijke stamouders, zoals een broer en zus.

De graad van de bloedverwantschap is van belang in het wettelijk erfrecht. Maar ook in het
burgerlijk en strafprocesrecht, omdat naaste familieleden verschoningsrecht hebben.

Door het huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstaat aanverwantschap met de
schoonfamilie.

Hoe bereken je het bloedverwantschap?
De graad van het bloedverwantschap wordt berekend aan de hand van het aantal geboorten
dat de bloedverwantschap heeft veroorzaakt. Het berekenen van de graad van
bloedverwantschap in de zijlijn verloopt altijd via de gemeenschappelijke stamouder. Je
broer is dan je bloedverwant in de zijlijn in de tweede graad. De geboorten van onze
gemeenschappelijke ouder en zijn geboorte tellen mee voor het vaststellen van de graad van
verwantschap.

De woonplaats is de plaats waar iemand voor het recht geacht wordt te wonen. Het bepalen
van de woonplaats is van belang voor het uitbrengen van dagvaardingen en andere
gerechtelijke stukken.
Art. 1:10 BW  de woonplaats van een natuurlijk persoon is de plaats waar zijn woning
bevindt.
Wanneer iemand geen vaste woning heeft, geldt als zijn woonplaats de plaats van zijn
werkelijk verblijf.
Een minderjarig persoon heeft als woonplaats van degene die het gezag over hem uitoefent.
Van een rechtspersoon geldt de woonplaats, de plaats waar de rechtspersoon volgens de
statuten is gevestigd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurk123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.01
  • (0)
  Add to cart