100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Verbintenissenrecht (IVRV) $4.87
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Verbintenissenrecht (IVRV)

 15 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting Inleiding Verbintenissenrecht (IVRV). Vak wordt gegeven in het A-cluster. HAN.

Preview 3 out of 16  pages

  • September 9, 2021
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inleiding verbintenissenrecht: Samenvatting
Hoofdstuk 1
1.1 Verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht = de rechtsrelatie tussen personen onderling staat centraal
Goederenrecht = het rechtsgebied dat de rechtsrelatie tussen een persoon en een goed
bestrijkt.
Vermogensrecht = regelt de verhoudingen die op geld waardeerbaar zijn tussen burgers
onderling.
Natuurlijk persoon = een mens.
Rechtspersoon = staat volgens de wet gelijk aan een natuurlijk persoon. Een bv, nv of
stichting is een voorbeeld van een rechtspersoon.
Rechtsverhouding = een ander woord voor rechtsrelaties.
Verbintenis = een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen 2 of meer personen. De
ene partij wordt verplicht om een prestatie te leveren en de andere partij heeft hier recht
op. Een verbintenis is rechtens afdwingbaar (je kunt een nakoming afdwingen).
- schuldenaar = degene die een prestatie moet leveren.
- schuldeiser = degene die recht heeft op een prestatie.


1.2 Rechtsfeiten

,Gewone feiten = feiten die geen rechtsgevolg hebben, zoals het gras is groen en de zon
schijnt.
Rechtsfeit = een feit dat een rechtsgevolg heeft. Het heeft een gevolg volgens het geldende
recht.
- rechtshandelingen = een handeling waar gericht een rechtsgevolg wordt beoogd.
 wilsuiting = de handelende persoon laat duidelijk blijken dat hij de bedoeling heeft het
rechtsgevolg tot stand te brengen.
 verklaring = de verklarende persoon laat een duidelijk verklaring zien.
- blote rechtsfeiten = geen handelingen maar hebben toch een rechtsgevolg
 geboorte, dood
Feitelijke handeling = handelingen die wel een rechtsgevolg hebben, maar die daar niet op
zijn gericht. De handelende persoon had niet de bedoeling een rechtsgevolg tot stand te
brengen.
Rechtshandelingen = een handeling die gericht is op een rechtsgevolg.
- eenzijdige rechtshandeling = het rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door een persoon,
zonder dat er medewerking van een ander persoon nodig is.
 testament
- persoonsgerichte handeling = wordt verricht door een van beide partijen en zijn gericht tot
de andere partij, zoals het opzeggen van de huur.
- niet-persoonsgericht handeling = een handeling wordt door een partij verricht maar die is
niet tot een specifieke persoon gericht, zoals aangifte van geboorte doen bij de gemeente.
- meerzijdige rechtshandeling = het is noodzakelijk dat twee personen een bepaald
rechtsgevolg tot stand willen brengen.
 huurovereenkomst, arbeidsovereenkomst


Overeenkomst: Art. 6:213 lid 1 BW
- moet een meerzijdige rechtshandeling zijn.
- een of meer partijen gaan jegens een of meer partijen een verbintenis aan.
- ‘andere’ overeenkomst = het huwelijk.
- verbintenis scheppende overeenkomst = er ontstaan een of meerdere verbintenissen
tussen partijen.  obligatoire overeenkomst
 Pim moet elke week 12 uur werken bij AH. Pim moet elke maand 450 euro betalen.
- eenzijdige overeenkomst = de overeenkomst schept slechts voor een van beide partijen
een verplichting.
- meerzijdige overeenkomst = de overeenkomst schept voor beide een verplichting.
- wederkerige overeenkomst = de ene partij een verplichting nakomt ‘in ruil voor’ de
verplichting van de andere partij.

, Hoofdstuk 2
2.1.1 Handelingsbekwaamheid
Handelingsbekwaamheid: Art. 3:32 lid 1 BW
- minderjarige  art. 1:234 BW
 minderjarig hebben toestemming van hun ouders nodig.
 opkomende bevoegdheid. Kinderen mogen zonder toestemming producten kopen die
voor hun leeftijd als normaal worden gezien.
- curatele  art. 1:378 BW en art. 1:381 lid 2 BW
 niet in staat om zelfstandige rechtshandelingen te verrichten, dit doet de curator voor
hem. Vaak is dit bij personen met een geestelijke stoornis.
 curator is belast met het toezicht op de onder curatele gestelde. Wordt geregistreerd in
het curateleregister.


2.1.2 Beschikkingsbevoegdheid
Beschikkingsbevoegdheid = een eigenaar is bevoegd om over zijn zaak te beschikken. Dit is
nodig voor de overdracht van een goed. Hij is bevoegd om zijn zaak te verkopen of
schenken.
- vervreemden = verkopen of schenken.


2.1.3 Wilsverklaring
Wilsverklaring: art. 3:33 BW
- zijn wil is gericht op een bepaald rechtsgevolg.
- hij openbaart zijn wil door een verklaring.
Een verklaring kan mondeling of schriftelijk worden gedaan, maar er kan ook sprake zijn van
een stilzwijgende wilsverklaring, zoals een handgebaar  art. 3:37 lid 1 BW
Art. 3:37 lid 3 BW bepaalt dat een wilsverklaring pas effect heeft op het moment dat deze
verklaring de persoon tot wie zij is gericht heeft bereikt.
Art. 3:37 lid 5 BW bepaalt dat een verklaring die tot een persoon is gericht kan worden
ingetrokken tot het moment dat deze de betreffende persoon heeft bereikt. Word de
verklaring ingetrokken op het moment dat deze de persoon bereikt, of daarna, dan heeft de
verklaring wel werking: de intrekking heeft geen effect.


2.1.4 Geestelijke stoornis
Geestelijke stoornis: Art. 3:34 lid 1 BW
- een persoon met een tijdelijke of blijvende geestelijke stoornis.
 tijdelijke = onder invloed van drank en drugs
 blijvende = dementie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Veralintsen1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.87  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added