100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting landen en samenlevingen $7.49   Add to cart

Summary

Samenvatting landen en samenlevingen

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting landen en samenlevingen

Preview 4 out of 31  pages

  • Yes
  • September 9, 2021
  • 31
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Into Durac >> Oranje is benadrukt in werkcolleges
Mena - Midden-Oosten en Noord-Afrika
- Marokko, Egypte, Algerije, Bahrain, Irak, Jordanië, Koeweit, Libanon, Libië,
Oman, Palestijnse gebieden, Qatar, Saoedi-Arabië, Syrië, Tunesië,
VAE, Jemen (boek betrekt ook niet arabische landen zoals, Turkije Israël en Iran)

Twee richtlijnen
1. Internationale en inlandse variabelen - De focus op het internationale aspect moet
niet gezien worden als het verkleinen van het belang van de lokale
vermogensbekwaamheid, of als een oefening vanuit een Eurocentrisch beeld, maar
als middel om de vele invloeden in kaart te brengen die de realties hebben
beïnvloed in het bredere internationale en regionale systeem.
2. Democratisering en volharding van autoritaire regimes - De focus ligt op de
nationale-internationale dynamieken in het theoretische debat tussen diegenen die
de regio portretteren in sprake van de transitie naar democratisering, en diegenen
die een nadruk leggen op het standhouden van autoritaire regimes, in de context
wat “post-democratisering” wordt genoemd.

Paradigm Shift - refereert naar dat er lange tijd werd gedacht dat de hele wereld aan het
democratiseren was, dat het Westen hierop voorliep en de rest van de wereld uiteindelijk
zou volgen. Paradigma betekenis “zienswijze” en verwijst hier naar de periode waarin
men ging overwegen of het Midden-Oosten een uitzondering op de regel zou zijn, en dat
er in dit gebied een autoritair regime beter op zijn plaats zou zijn.

De Arabische opstanden zijn van groot belang geweest in de politiek in de MENA en
illustreert het beste hoe de twee analytische richtlijnen met elkaar in verband staan:
1. De Arabische Opstand staat centraal in het debat over autoritaire volharding en
democratisering in de regio. Deze autoritaire regimes zijn uitgedaagd tijdens
de opstanden door middel van protesten die riepen voor een focus op
aansprakelijkheid, politieke verandering en verbetering van levensomstandigheden.
2. De Arabische Opstand is belangrijk in het benadrukken van connecties tussen
de landen in de regio.


Hst 1 - De Arabische Opstand
Rond eerste decennium van de 21e eeuw was de politieke orde in MENA relatief stabiel:
• Tunesië: Ben Ali kwam aan de macht in 1987
• Yemen: Saleh was sinds 1990 president
• Libië: Gaddafi was aan de macht sinds de staatsgreep van 1969 die de monarchie
verwierp
• Syrië: Bashar al-Assad kwam aan de macht in 2000 na de dood van zijn vader
• Algerije: Bouteflika was aan de macht sinds 1999
• Marokko, Jordanië en SA: Monarchiën
• Iran: Islamitische Republiek Iran sinds 1979
• Libanon, Israël en Turkije: enige landen waar er een vorm van democratie was.

Geleerden beargumenteerden dat autoritaire regimes uniek waren in een wereld waar
liberalisering en democratie de nominatie waarden waren. Rond mid-2000s begonnen
geleerden te beargumenteren dat democratisation paradigm - dat vroeg of laat alle
landen gedemocratiseerd zullen zijn - misplaats was voor de MENA

,Authoritarian upgrading - (Heydemann, 2007) een nieuw model van autoritair bestuur
waarin regimes via een proces van vallen opstaan, zich aanpasten aan de binnenlandse
en internationale druk voor politieke hervormingen door strategieën te ontwikkelen om
eisen te beheersen en te beheren om te democratiseren

—> Door te doen alsof ze hun politieke en economische systemen onder druk of onder
begeleiding liberaliseerden, hebben autoritaire regimes de hervormingen die ze hebben
ondernomen in hun overheidssysteem flexibeler gemaakt, maar zeker niet
verantwoordelijker. Dit concept maakt gebruik van de binnenlandse en internationale dus
zonder ook echt iets te veranderen.

De Arabische Opstand - Eind van vier dictatorschappen

Tunesië
2010 - Mohammed Bouazizi, Groente- en fruitverkoper, zet zichzelf in brand nadat hij op
17 december was beschuldigd van het niet betalen van een boete van lokale inspecteurs
(corrupte politie), die op aanleiding hiervan zijn goederen in beslag namen. Hij zette
zichzelf in brand voor het overheidsgebouw uit wanhoop.
• De protesten begonnen door ongeorganiseerde en leiderloze protestbewegingen,
vooral gemotiveerd door jongeren die gemobiliseerd waren via sociale media.
• 13 Januari - Ben Ali geeft opdracht aan Chief of Staff Rachid Ammar om op de
demonstranten te schieten: Ammar weigert en wordt in huisarrest gezet: dit was
een teken dat Ben Ali zijn achterbaan aan het verliezen was. Binnen 24 uur was hij
vertrokken naar Saoedi-Arabië.

—> Ben Ali’s vertrek veroorzaakt een shockwave in de MENA omdat het relatief weinig
moeite koste om Ben Ali af te zetten. Tunesië, samen met Syrië, werd gezien als de meest
stabiele autoritaire landen van de Arabische wereld.

Egypte
• Eind januari - Geïnspireerd door gebeurtenissen in Tunesië gingen duizenden mensen
de straat op: ook gedreven door jongeren.
• Zorgde uiteindelijk voor het verwerpen van president Mubarak op 11 februari in 2011
en het overnemen van de SCAF (Supreme Council of the Armed Forces) van de
macht.

Libië
• De arrestatie op 15 februari 2011 van mensenrechtenactivist Fethi Tarbel veroorzaakte
protesten door 6.000 mensen in Benghazi: Tarbel vertegenwoordigde de families van
meer dan 1.200 politieke gevangen.
• Anti-Regime krachten in Libië duidde 17 februari de “Day of Rage” aan, waarin massa
protesten plaatsvonden
• Gadafii had niet gerekend op de kracht van de oppositie en de steun van de
internationale gemeenschap: Frankrijk, GB, VS steunde Libische rebellen.
• 17 maart 2011 - VN voert een no-fly zone in over Libië en stuurt militair machten om
burgers te beschermen.
• 20 oktober 2011 - Gaddafi komt in de strijd.

,Yemen
•` Saleh was vanaf 1990 aan de macht
• Vanuit de hoofdstad Sana’a begonnen de protesten, die een boost kregen op 15 januari
2011 wanneer Mubarak was afgezet en duizenden mensen in Yemen de straat opgingen
met dezelfde eisen.
• Net zoals op andere plekken worden de opstanden geleid door mensen die grotendeels
a-politiek waren, terwijl de gevestigde oppositiepartijen langzaam erin betrokken
werden
• Maart 2011 - de Joint Meeting Parties (JMP) (gevestigde oppositie van links, islamist
en anderen) voegden zich bij de anti-regime beweging
• SA maakte zich grote zorgen om de instabiliteit en zorgde voor de uiteindelijke afzetting
van Saleh in 23 november 2011: samen met de overdracht van de machten naar e
macht verdeelde overheid tussen de heersende partij en de JMP

Algerije en Marokko
Algerije: protest ontstonden in 2011 maar kregen geen echte tractie
1) veel protesten waren gelokaliseerd en gingen over lokale kwesties.
2) De burgeroorlog in de jaren 1990s herinnerde de burgers eraan wat er kan gebeuren
als het regime te snel veranderingen doormaakt.
Marokko: een protestbeweging de 20 February movement, kwam op en het zag ernaar
uit dat het een serieuze bedreiging voor de monarchie vormde. Maar het slaagde er niet in
om zijn doelen te behalen door de passiviteit van de politieke klasse en het vermogen van
de monarchie om ze te omzeilen.

Jordanië
Protesten ontstonden in januari 2011, maar het was de premier en niet de koning die de
focus was van de demonstranten. De koning verwierp de premier en zijn overheid in
februari 2011 en voerde wat hervormingen in.

Golfstaten
• Koeweit: de overheid maakt bekend dat elk persoon een vergoeding kreeg met elk jaar
goederen zoals olie, suiker en melk.
• Saoedi-Arabië: de overheid verhoogde de uitgaven voor de publieke sector zoals
werkeloosheidsvoordelen en woningen voor lage inkomsten.
• Qatar: overheid verhoogde uitgaven voor publieke sector in salarissen en pensioenen.
• Oman: beloofde meer banen voor werkloze jongeren
• Bahrain: geweldloze proesten begonnen in februari 2011 vergelijkbaar met die van
Egypte. Omdat Bahrain een soennitische monarchie in een grotendeels sjiitisch land,
bestempelde de overheid de protesten als beïnvloedt door Iran.
- De introductie van de ‘sektarische strijd’ was problematisch voor twee redenen
1) De sjiitische monarchieën in de Peninsula voelden zich aangevallen
2) Het verhoogde de spanningen in de regio
- Maart 2011 - Bahreinse krachten, samen met troepen Nina SA en VAE sloegen de
demonstraties neer en herstelde de overheidsmacht.

Syrië - maart 2011
Een groep schoolkinderen werd opgepakt en gemarteld nadat ze anti-regime
graffitislogans hadden gespoten op een muur in Deraa. Die veroorzaakten protesten
• Assad vertelde in een interview met Wall Street Journal dat zijn heerschappij
veilig was omdat hij de leider was van het verzet tegen Israël en imperialisme.

, • Hij was kritisch tegen het regime van Ben Ali en Mubarak, omdat hij ze ervan
beschuldigde dat ze de opstanden hadden moeten kunnen voorzien en dat z te
lang aan de macht warn om nog te kunnen zien wat hun burgers wilden.
• De demonstraties in Syrië verspreidde over het land en weden steeds harder
aangepakt: de oppositie begon uiteindelijk gewapend verzet tegen het regime.
• Westerse machten weigerden te bemiddelen in Syrië door de complexiteit van de
geopolitieke en strategische locatie en de oppositie van Rusland en andere
internationale facturen, en angst voor een post-Assad overheid in Syrië.

Oorsprong van de opstanden
VS-academici Marc Lynch noemde in begin 2011 de term Arab spring, die in eerie
instantie werd gebruikt om te refrein naar de Arabische mobilisatie in de regio in 2005.

Het einde van kolonialisme was gekarakteriseerd door de opkomst van informele social
contracts - waarin het regime de burgers voorziet van socio-economische voordelen in
ruil voor politieke rust. Vanaf de 1990s, onder druk van neoliberale hervormingen,
geïrriteerd door het IMF - zorgde voor het liberaliseren van de economie en de markt,
waardoor subsidies werden afgeschaft en staatsinterventie werd teruggedrongen. Het
liberaliseren van de economie zorgde echter niet voor veranderingen in het autoritaire
bestuur. De Arabische regimes voerde juist de hervormingen door om zo hun macht te
kunnen vergroten.
• Postkoloniale overheden hadden veel support door hun staatsinterventies in de
economie, infrastructuur, basisbehoeftes, subsidies voor primaire levensbehoeftes
etc. Teo nee economische ontwikkelingen en neoliberale hervormingen werden
ingevoerd, zonder veranderen in de politieke structuren, verloren burgers hun
sociale voorzieningen en subsidies, zonder hier politieke inspraak voor terug te
krijgen.
• Oftewel, schending van sociaal contract.

Youth Bulge Voor de jongen werd er zo een zeer ontvlambare sociale en politieke
omgeving gecreëerd, omdat jongeren sneller geneigd zijn om op hun grieven in te spelen,
zelfs als dit grootschalige protesten veroorzaakt. Het gevaar zat hem voornamelijk in de
ontvlambare jongeren en de hoge werkloosheid ( ook onder jongeren).

De opstanden in Tunesië, Egypte, Jemen en Libië

Tunesië
• In de 2000s voerde het regime van Ben Ali grote neoliberale hervormingen door die
serieuze economische problemen veroorzaakte voor de burgers. De economische
status van de middenklasse werd financieel instabiel, en dit veroorzaakte een
marginalisering van de armen die geen toegang meer hadden tot leningen en
financiële instituties. Tevens was er veel corruptie in het regime, voornamelijk in de
familie van Ben Ali en zijn vrouw.
• Ben Ali en zijn partij, de RCD, domineerde het politieke landschap. Hij was vijf keer
gekozen tot president. Het regime behield controle op alle vormen van politieke
dissidenten, door het plaatsen van controles op basis vrijheden – zoals censuur –
het limiteren van burgersamenleving en het vastzetten van politieke tegenstanders.
• à Ook vóór 2010 waren er af en toe protesten in Tunesië, maar deze waren lokaal
van aard waardoor het regime ze lokaal kon neerslaan. Tevens hadden de
protesten geen internationale media-aandacht.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller matshuisman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76449 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.49
  • (0)
  Add to cart