100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hematologie VL2 $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Hematologie VL2

 17 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de cursus hematologie Life Science HU uit het eerste jaar.

Preview 4 out of 39  pages

  • September 10, 2021
  • 39
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Hematologie
Les 1 Bloed en weefsels

Circulatie

 Open bloedsomloop
 Gesloten bloedsomloop enkele
 Gesloten bloedsomloop dubbele

Binnen de dubbele gesloten bloedsomloop is er een klein en een groot circuit. Bij de kleine
bloedsomloop gaat het O2 arme bloed van de rechterventrikel naar de longslagader. In de longen
wordt er kooldioxide naar buiten gediffundeerd en O 2 komt naar binnen via diffusie. O2 bindt aan
hemoglobine en wordt via de longaders, naar de linker atria getransporteerd. Vanuit de linker atria
stroomt het O2 rijke bloed naar het linkerventrikel.

De kleine bloedsomloop wordt ook wel de pulmonale circuit genoemd.

Dan is er naast de kleine omloop ook een grote omloop. O 2 rijk bloed wordt vanuit de linkerventrikel
naar de aorta getransporteerd. Van de aorta komt het in de slagaders, die voeren het bloed naar de
doelorganen en vertakken daar tot haarvaten. Hier worden dan O 2 en voedingstoffen afgegeven en
afvalstoffen opgenomen. Vanuit de haarvaten gaat het bloed verder door aders en vervolgens in de
onderste holle ader, die komt ten slotte uit in de rechteratria van het hart.

De grote bloedsomloop wordt ook wel de systemische circuit genoemd.

Boezem = Atria
Kamer = Ventrikel



Linkeratria = Linkerboezem
Linkerventrikel = Linkerhart
Rechteratria = Rechterboezem
Rechterventrikel = Rechterhart
3 A
C




1 = Nieren
2 = Lever
3 = Long
4 = Spijsvertering
5 = Benen
4 2
Pulmonale circuit = AC3 en hart
1 = De rest
Systemische circuit

Poortader = tussen 4 en 2
5

,Structuur van de bloedvaten

Slagader = Arterie (rood)
Haarvaten = Capillair (paars)
Aders = Vene (blauw)

1. Doorsnede van de vaten
2. Stroomsnelheid
van capillaire het laagst, door de uitwisseling van
stoffen.
3. Looks
4. Bloeddruk

De vene moeten tegen de zwaartekracht in door middel van
kleppen. De kleppen zorgen ervoor dat veneus bloed alleen
richting het hart kan stromen en niet terug. Samentrekkende
spieren drukken een vene dicht, waardoor het bloed naar
boven wordt geduwd.


Vene




Capillair

Arterie




Capilair endotheel

De bloedstroom in een capillair bed wordt geregeld door sfincters. Dit is een kringspier met een
afsluitfunctie. Het lichte deel is het capillair bed. De rondjes bij het rode bloedvat zijn de sfincters.

Er zijn drie typen capillairen. In de mate van
doorlaatbaarheid van laag naar hoog:

1. Continue capillairen  brein
2. Gefenestreerde capillairen  darm
3. Sinusoïde capillairen  beenmerg




De binnenkleding van elk vat wordt gevormd door endotheel. Capillairen bestaan enkel uit endotheel
omsloten door het basaal membraan. De doorlaatbaarheid is afhankelijk van de functie.

,De capillairwand is semipermeabel. Interstitiële vloeistof omspoelt de cellen. Bij een hoge bloeddruk,
hoe dichterbij het hart, gaat er water uit het vat. Met het water gaan er laagmoleculaire stoffen,
zoals glucose, Na+ en Cl- mee. De concentratie eiwitten wordt hierdoor hoger.

De concentratie eiwitten wordt ook wel colloïd osmotische druk genoemd.

Als de colloïd osmotische druk erg hoog is gaat er een beetje water weer terug in het bloedvat. Maar
er gaat netto meer water uit dan dat er weer in komt. Het afvoer van het water wat niet terug het
bloedvat in gaat, gaat via de lymfe weg.

Bloedcomponenten

Functies van bindweefsel:

1. Versteviging
2. Opslag
3. Transport  bloed

Omdat bloed transport is, val het onder een bindweefseltypen.
Bloed bestaat uit twee dingen, cellen en plasma.

Plasma bestaat uit water en eiwitten. De drie meest voorkomende eiwitten zijn:

 Albumine
 Globine
 Fibrinogeen

De eiwitten kunnen in de weg zitten, bijvoorbeeld wanneer je een ander eiwit wilt gaan meten.
Daarvoor moeten eerst deze eiwitten weg zijn. Hiervoor heb je hematocriept, hiermee gaan alle
cellen naar de onderkant van het buisje en het plasma blijft aan de bovenkant.
Het plasma = hematocriept in %

Bloedhomeostase, organen die door het onttrekken van O2 en voedingsstoffen en het geven van
afvalstoffen en CO2. Hieronder zijn de vitale organen beschreven:

Functie
Bot Produceert bloedcellen
Lever Produceert plasmaeiwitten.
Zuivert bloed van gifstoffen en metalen.
Long Zorgt voor de gasuitwisseling
Darm Neemt water en voedingsstoffen op uit de voeding naar het bloed
Nier Filtert het bloed en draagt daarmee bij aan de zuivering
Milt Slaat bloedcellen op.
Breekt oude bloedcellen af.


Het vormen van de bloedcellen. Alle bloedcellen worden in het merg van de botten gemaakt.
Dit is hematopoëse.

, RBC indices

3 bepalingen bij anemie:

1. RBC Red Bloodcell Count
ery telling (1/L)
2. HB Hemoglobine concentratie
fotometria (mol/L)
3. Ht Hematocriet
(L/L)

Mean Cell Volume:
volume van 1 rode bloedcel, een lage volume is niet goed.

L
( )
Ht L
MCV = ( L )=
RBC 1
( )
L
Mean Cell Hemoglobin:
weergeving van de hoeveelheid hemoglobine

mol
()
Hb L
MCH = ( mol )=
RBC 1
( )
L
Mean cell Hemoblobine concentratie:
de hoeveelheid hemoglobine per volume

mol
) (
Hb mol L
MCHC=
Ht L
=( )
L
( )
L


Voor het diagnosticeren van afwijkingen van de bloedsamenstelling en dan vooral van de erytocyten,
zijn naast de erytrocytentelling (RBC), ook de meting van de hemoglobineconcentratie en de
bepaling van de hematrocriet behulpzaam. Dit zegt iets over de reden waarom bloed bijvoorbeeld
minder zuurstof kan transporteren.

De hematrocriet (Ht) is de verhouding tussen het volume van de rode bloedcellen en het totale
volume bloed, dus het aantal liters erytrocyten per liter bloed. Je bepaalt de hematocriet door een
glascapilliar vol te laten lopen met bloed, de onderzijde af te sluiten en dan te centrifugeren.
Vervolgens meet je de hoogte van de celkolom t.o.v. de totale bloedkolom. Het aandeel van
leukocyten en trombocyten in de hoogte van de celkolom is te verwaarlozen. De concentratie
hemoglobine (Hb) in bloed is eenvoudig fotometrisch te bepalen.

Erytrocyten = rode bloedcel
Leukocyten = witte bloedcel
Trombocyten = bloedplaatjes

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kasjaclaess. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  1x  sold
  • (0)
  Add to cart