SAMENVATTING EVOLUTIE
§1 ONTWIKKELING VAN HET LEVEN
Geschiedenis van het leven op aarde
Vanaf het moment dat er vissen verschenen hebben de levensvormen op aarde fossielen
opgeleverd. Tot het siluur speelde al het leven zich in zee af. Vrij snel na de vorming van
planten ontstonden landdieren. Reptielen waren de eerste echte gewervelde landdieren,
omdat ze voor hun voortplanting niet meer afhankelijk waren van het water. Tijdens de Jura
ontstonden de eerste zoogdieren en vogels. Die warmbloedige konden zich na de dood van
de dinosauriërs goed ontwikkelen.
Ontstaan van organische stoffen
Aan het ontstaan van leven ging waarschijnlijk een chemische evolutie vooraf. Hierin werden
de stoffen gevormd waaruit de eerste eencellige konden ontstaan.
Oer atmosfeer = atmosfeer zonder zuurstof maar een mengsel van gassen.
Door toevoer van energie, kunnen deze gassen ioniseren en kan er wel zuurstof ontstaan.
Deze ionen reageren onmiddellijk met elkaar. Op die manier ontstonden in de oer atmosfeer
uit anorganische stoffen de eerste organische stoffen.
Anorganische stoffen = stoffen die zowel in de levenloze natuur als in organisme voorkomen.
Ze zijn opgebouwd uit kleine moleculen.
Organische stoffen = stoffen afkomstig van organisme. Opgebouwd uit grote ingewikkelde
moleculen, die altijd een C-atoom bevatten.
Miller-Urey-experiment = experiment dat het ontstaan van organische stoffen uit
anorganische stoffen nabootste in het laboratorium. Hij stelde een mengsel samen waarbij
aminozuren en nucleotiden ontstonden. Uit deze stoffen kunnen belangrijke stoffen als
eiwitten, DNA etc. worden gevormd voor een organisme.
Ontstaan van levende cellen
De eerste organische stoffen kwamen terecht in oerzeeën. Door verdamping uit
binnenzeeën vond indikking plaats, waardoor een organische oersoep bestond. Hier werden
kleine moleculen samen grotere moleculen. De organische moleculen rangschikten zich in
druppeltjes waaruit de eerste cellen ontstonden. Deze bevatten DNA dat is doorgegeven aan
volgende generaties.
Zelforganisatie = de vorming van cellen uit organische stoffen. Hierbij ontstaan eenheden
met nieuwe eigenschappen op een hoger organisatieniveau. Ook cel differentiatie en
apoptose zijn voorbeelden van zelforganisatie.
Black smokers = waar op de bodem van de oceaan protobionten zijn ontstaan. Dit zijn
vulkanische schoorstenen waar water onder hoge temperatuur en hoge druk, uit de
zeebodem spuit. Door de mineralen is het water zwart.
De derde theorie is dat leven mogelijk is door stoffen uit de ruimte.
Prokaryote organismen = eencellige organismen zonder celkern of ander zichtbare
organellen. Bezitten een kringvormige DNA-molecuul dat los in het cytoplasma ligt.
Anaeroob = de eerste prokaryoten. Ze konden uitsluitend elven in deen milieu zonder
zuurstoof. Ze waren ook heterotroof: ze verkregen hun energie uit de opname en afbraak
van organische stoffen uit de oersoep.
, Heterotrofe organisme: ze kunnen geen organische stoffen maken uit anorganische stoffen.
Ze moeten organische stoffen als voedsel opnemen. Uit deze organische stoffen maken ze
hun eigen organische stoffen. Ze gebruiken ook anorganische stoffen uit de omgeving.
Cyanobacteriën (blauwalg) = bacteriën die in staat waren tot fotosynthese en dus zuurstof
produceerden. Dit waren de eerste autotrofe organismen. Autotrofe organismen hebben
alleen anorganische stoffen uit hun omgeving nodig. Hieruit maken ze de organische stoffen
waaruit ze bestaan. Anaerobe kunnen niet leven met zuurstof en gingen dood.
Aerobe = heterotrofe bacteriën. Eencelligen die beschikbare zuurstof gebruikten om
opgenomen energierijke organische stoffen af te breken.
Ontstaan van eukaryoten
Eukaryoten = cellen met een celkern, dubbele membranen en organellen. Deze ontwikkeling
heeft plaatsgevonden tijdens de endosymbiosetheorie. Volgens dit ontstonden eukaryoten
uit grote prokaryoten. Door instulping van het celmembraan rondom het DNA ontstonden
een kernmembraan, de celkern en het endoplasmatisch reticulum. Ingesloten aerobe,
heterotrofe bacteriën ontwikkelden zich tot mitochondriën en ingesloten (autotrofe)
cyanobacteriën ontwikkelden zich tot chloroplasten.
Mitochondriën en chloroplasten waren ooit vrij levende bacteriën. Ze bezitten namelijk
allebei een kringvormig DNA-molecuul. Ze bezitten allebei een dubbelmembraan. De bouw
van het binnenste membraan komt overeen met de bouw van het celmembraan van
prokaryoten organismen. De celdeling verloopt op dezelfde manier als bij prokaryoten. Het
feit dat cytoplasma van planten en dieren zelf geen mitochondriën kan vormen pleit voor de
endosymbiose theorie. Als een plantaardige of dierlijke cel zich deelt, delen ook de
chloroplasten en mitochondriën zich. Deze programmering komt van het eigen DNA-
molecuul. Dit DNA ijkt in samenstelling mee rop het DNA van de nu levende bacteriën dan
op het DNA in de celkern.
Indeling in domeinen
Biodiversiteit = de verscheidenheid van organismen gecreëerd door de ontwikkeling van
levensvormen.
Taxonomen beschrijven, ordenen en benomen de groepen organismen.
Drie domeinen: bacteriën, archaea en eukaryoten.
Prokaryoten
De domeinen bacteriën en archaea bestaan uit eencelligen zonder celkern of andere door
membranen begrensde organellen. Ze zijn daarom prokaryoten.
Archaea kunnen overleven onder extreme milieuomstandigheden. Hun biochemie verschilt
heel erg van de andere vormen van leven waardoor ze als een apart domein worden
beschouwd. Bepaalde vetten in het celmembraan van de archaea en de wijze waarop
eiwitten worden gemaakt in de ribosomen komen meer overeen met eukaryoten dan met
bacteriën.
Eukaryoten
Eukaryoten: schimmels, planten en dieren. Schimmels en dieren ehbben mitochondrien in
hun cellen, planten ook chloroplasten. Eukaryoten kunnen meercellig zijn. Cellen van dieren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JulietteHorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.