1. Schuldaansprakelijkheid: eigen onrechtmatige daad (het kan jou worden verweten).
2. Kwalitatieve aansprakelijkheid (jij hebt eigenlijk niks gedaan, maar door jou kwaliteiten kan
het jou toch worden verweten; werkgevers voor werknemers/ ouders voor hen kinderen).
- Schade door onrechtmatige daad van personen waartoe men in een bepaalde relatie staat.
- Schade door zaken die men bezit.
Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad
1. Onrechtmatige daad jegens een en ander (6:162 BW lid 2).
2. Toerekenbaarheid (art 6:162 lid 3 BW).
3. Schade (art 6:95 BW).
4. Causaal verband tussen daad en schade (art 6:98).
Aan alle 4 de voorwaarden moet worden voldaan ➪ ontstaat de verbintenis tot
schadevergoeding.
Onrechtmatige daad
1. Directe, rechtstreekse of opzettelijke inbreuk op subjectief recht van een ander.
- Je schendt het recht van een ander (persoonlijkheidsrechten; recht op vrijheid of recht op
lichamelijke integriteit/ absolute vermogensrechten; eigendomsrecht).
- Bijv; het beschadigen van een zaak van een ander.
- als het gaat om een indirecte inbreuk op het subjectief recht, moet je kunnen toetsen of de
gedraging onzorgvuldig was (anders krijg je te snel dat iemand een od heeft gepleegd).
2. Doen of nalaten in strijd met wettelijke plicht.
- Je schendt een rechtsregel, dit kan zowel door iets te doen of door iets na te laten.
3. Doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk
verkeer betaamt.
a. Gevaarzetting (verkeers- en veiligheidsnormen).
b. Normen ter bescherming van zuivere vermogensschade (deze regels verbieden om bij de
behartiging van eigen belangen de vermogensbelangen van anderen in ernstige mate te
schaden.
- Als de zorgvuldigheidsnormen van het ongeschreven recht niet in acht worden genomen,
door iets te doen of juist na te laten.
, - Kelderluikarrest;
1. Hoe waarschijnlijk is het dat als je iets doet je niet aan de oplettendheid en voorzichtigheid
voldoet dat van je wordt verwacht.
2. Hoe groot de kans is dat er ongevallen ontstaan.
3. De ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben.
4. Hoe bezwaarlijk was het om veiligheidsmaatregelen te treffen (elke keer de luik alsnog
opendoen).
4. Geen rechtvaardigingsgrond (overmacht= je hoeft geen weerstand te bieden/noodweer= je
moet jezelf noodzakelijk verdedigen, je wordt bijv bedreigt/ ambtelijk gegeven bevel= agent
vraagt je jouw aan de kant te zetten waar eigen een stopverbod is/ wettelijk voorschrift=
brandweer moeten panden slopen zodat brand niet escaleert/ toestemming)
- Dit is een uitzondering op de hoofdregel, waarbij door een omstandigheid de
onrechtmatigheid wordt opgeheven
- Is er sprake van een rechtvaardigheidsgrond? Dan is er toch geen onrechtmatige daad.
Dit zijn alternatieve voorwaarden.
Toerekenbaarheid
1. Te wijten aan de schuld van de dader.
- Iemand pleegt een onrechtmatige daad door onoplettendheid of onvoorzichtigheid.
- Een opzettelijke gepleegde onrechtmatige daad is altijd te wijten aan de dader.
- Door een schulduitsluitingsgrond kan dit wegnomen worden.
2. Komt krachtens de wet voor rekening van de dader.
- Iemand die een od pleegt, zonder dat het hem te verwijten is, kan het hem toch krachtens
de wet toegerekend worden.
- Bijv; art 6:165 BW geeft aan dat een persoon met een geestelijke stoornis die een od pleegt,
ondanks dat dit eigenlijk niet aan zijn schuld te wijten is, dit hem toch toegerekend kan
worden.
- Op grond van art 6:164 BW kan een gedraging van een kind jonger dan 14 jaar niet als od aan
dat kind worden toegerekend. De benadeelde heeft echter wel de mogelijkheid op zijn
schade vergoed te krijgen (= kwalitatieve aansprakelijkheid).
3. Komt krachtens verkeersopvattingen voor rekening van de dader.
- Iemand die door onervarenheid een od pleegt, ondanks dat dit eigenlijk niet aan zijn schuld
te wijten is, kan het hem krachtens verkeersopvattingen (meningen in de maatschappij) toch
toegerekend worden.
- Bijv; iemand die pas zijn rijbewijs heeft en per ongeluk de zijspiegel van een auto eraf rijdt.
Dit zijn alternatieve voorwaarden.
Op grond van art 165 lid 1 BW vormen geestelijke of lichamelijke tekortkomingen geen
belemmering voor de toerekening van een gedraging als onrechtmatige daad (het moet dan
wel gaan over een doen en geen nalaten).
Schade
1. Vermogensschade (materiele schade; art 6:96 BW).
- Er moet sprake zijn van een causaliteitseis. Je hebt pas recht op schadevergoeding als als er
sprake is van een oorzakelijk verband tussen de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid
berust en de schade.
2. Ander nadeel (Immateriële schade of smartengeld; art 6:106 BW).
- Beide soorten schade komen in aanmerking voor vergoeding.
, Afdeling 6 . 1.10 is een algemene regeling betreft de schadevergoeding. Deze afdeling is van
aanvullend recht (behalve art 6:109 lid 1 BW), dit betekent dat partijen bij een overeenkomst
kunnen afwijken van deze afdeling.
Causaal verband
- Er moet sprake zijn van een causaal verband; de schade moet het directe gevolg zijn van de
daad.
- Zonder het plaatsvinden van de daad, zou de schade niet zijn opgetreden.
Schade wordt in beginsel voldaan in geld. Op vordering van de benadeelde kan de rechter ook
bepalen dat de schade op een ander wijze vergoedt word (art 6:103 BW).
Relativiteitsvereiste 6: 163
Iemand heeft schade geleden, die schade is het gevolg van een od van een ander, maar toch hoef je
het niet te vergoeden, omdat de geschonden norm niet strekte om de schade te voorkomen zoals ik
die heb geleden.
- Bijv; ik heb een sportwinkel in een winkelstraat. Er opent een grote sportwinkel en hierdoor
ga ik heel veel schade oplopen, aangezien ik veel minder klanten krijg. Ik kom erachter dat
deze winkel eigenlijk nog geen vergunning heeft gekregen om de deuren te kunnen openen.
Er wordt aan de bovenstaande 4 voorwaarden. Normaliter zou ik dus voor schadevergoeding
in aanmerking komen, maar dit is toch niet het geval. De geschonden norm (het niet hebben
van een vergunning) is er namelijk ter bescherming van de consument en niet ter
bescherming van een concurrent.
Samenvatting burgerlijk recht 2 week 1 deel 2
Schadevergoedingen; wettelijke verplichtingen
- Wanprestatie (contractueel; art 6:74 BW; je hebt schaatsen besteld voor je winkel,
leverancier komt de afspraak niet, waardoor jij winst misloopt).
- Onrechtmatige daad (6:162 BW).
- Kwalitatieve aansprakelijkheid (werknemer veroorzaakt schade tijdens het werken, waardoor
werkgever aansprakelijk wordt gesteld).
- Zaakwaarneming (art 6:198 BW).
- Ongerechtvaardigde verrijking (art 6:212 BW).
- Arbeidsongeval (art 7: 658 BW; werknemer krijt een ongeluk tijdens het werk, waarbij
werkgever aansprakelijk wordt gesteld)
- Slechte bewind voering voogd (art 1: 362; als een voogd de bewind voering van het vermogen
van een kind slecht uitvoert, dan is deze aansprakelijk voor het vermogen dat verdwijnt).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 20147449. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.