CASUS 1
Verpleegkundige vaardigheden deel 1
1.1 Bedden
Electieve opname: arts heeft een diagnostisch onderzoek, observatie of operatie
voorgeschreven.
1.1.2 Matrassen
Om huidbeschadigingen te voorkomen, gebruiken ziekenhuizen matrassen die met schuim,
gel of water zijn gevuld.
Oplegmatrassen met schuim worden geventileerd om vochtgehalte te regelen en hebben
een oppervlak dat schuiven tegengaat.
Continue luchtstroom om huid droog te houden en vocht gehalte te regelen voorkomt ook
wrijving en schuren.
1.1.3 Speciale bedden
Air filled bedden: deze worden gebruikt voor patiënten die zo veel mogelijk stil
moeten blijven liggen.
Zandbedden: deze worden gebruikt voor patiënten die geen wisselligging kunnen
verdragen (brandwondenpatiënten).
Kinetische bedden: deze worden gebruikt om het bed constant in beweging te
houden of te laten trillen voor onder andere patiënten met een instabiele
wervelkolom.
Bariatrische bedden: deze worden gebruikt voor patiënten met ernstig overgewich
(BMI > 40).
1.2 Huidaandoeningen
De huid bestaat uit drie lagen:
1. Bovenste laag: epidermis
2. Daaronder ‘dermis’ lederhuid
3. Daaronder subcutis
De dermis en epidermis vormen samen de cutis
1.2.1 Decubitus
Decubitus is doorloggen veroorzaakt door druk en/of schuifkrachten.
Definitie bij richtlijnen uit Nederland: decubitus is een gelokaliseerde beschadiging van de
huid en/of onderliggend weefsel, meestal voorkomend ter hoogte van een botuitsteeksel,
veroorzaakt door druk of druk- en schuifkracht.
Classificatie van decubitus volgens deze richtlijnen:
Categorie 1: niet-wegdrukbare roodheid bij een intacte huid in een gelokaliseerd gebied,
meestal ter hoogte van een botuitsteeksel.
Categorie 2: verlies van een deel van de huidlaag of blaar. Gedeeltelijk verlies van een laag
van de lederhuid waardoor een oppervlakkige open wond zichtbaar wordt.
Categorie 3: verlies van volledige huidlaag (vet zichtbaar). Subcutaan vet kan zichtbaar zijn
maar geen bot, pezen of spieren.
, Samenvattingen VTV blok 1
Categorie 4: verlies van een volledige huidlaag (spier/bot zichtbaar). Verlies van een
volledige weefsel laag met blootliggende bot, pezen of spieren.
1.2.2 Skin tears
Skin tears ontstaan als gevolg van schuur- en wrijvingskrachten of door (per ongeluk) stoten:
hierdoor laat de opperhuid los van de lederhuid, of komen beide los van onderliggend
weefsel.
Hematoom: blauwe plek
Purpura: bloeduitstorting
Classificatie van skin tears volgens de wcs-richtlijnen:
Categorie 1: skin tears zonder weefselverlies. Er is geen huid verloren gegaan.
Categorie 2: skin tears met gedeeltelijk weefselverlies. Er is huid verloren gegaan.
Wondranden sluiten niet aan.
Weinig weefselverlies <25%
Veel weefselverlies >25%
Categorie 3: skin tears met volledig weefselverlies. De huidflap (epidermis) is helemaal
verdwenen.
1.2.3 Intertrigo
Intertrigo wordt ook wel smetplekken genoemd. Het is een in de grote huidplooien
gelokaliseerd oppervlakkige huidaandoening die zich altijd kenmerkt door roodheid
(erytheem) aan beide zijden van de plooi.
Hierbij kunnen de volgende symptomen voorkomen:
Maceratie (verweking)
Fissuren (scheurtjes)
Erosies
Nattende huid
Korstvorming
Risico op intertrigo is toenemend bij leeftijd en de volgende condities:
Obesitas
Verminderde mobiliteit
Verhoogde lichaamstemperatuur
Vochtige huid door transpireren of incontinentie
Diabetes
Beperkte APL
Te weinig persoonlijke hygiëne
1.2.4 Incontinentie dermatitis
Incontinentie die niet gepaard gaat met druk- en/of schuifkrachten veroorzaakt geen
decubitus, maar kan wel een huidaandoening tot gevolg hebben die op decubitus lijkt,
namelijk incontinentie dermatitis. Huidletsel ontstaan door urineverlies.
5.4 Transfertechniek
Uit onderzoek blijkt dat het aantal blessures bij patiënten en personeel afneemt door:
, Samenvattingen VTV blok 1
Het voeren van een beleid van niet tillen.
Het gebruik van transfermateriaal en apparatuur en informatie verstrekken over het
juiste gebruik van deze apparatuur.
Het nauwgezet volgen van protocollen voor transfers en voor het aannemen van de
juiste houdingen bij het onderzoeken, verzorgen en behandelen van patiënten.
Uit de berekeningen zijn drie tilindexen af te leiden, die weergeven wat de risicofactor van
de tilsituatie is:
Tilindex 1 of lager: niks aan de hand (groene tilsituatie)
Tilindex tussen 1 en 2: wordt de norm tot een factor 2 overschreden, dan verwacht
de Arbeidsinspectie dat de werkgever maatregelen treft (oranje tilsituatie)
Tilindex hoger dan 2: Arbeidsinspectie eist onmiddellijke actie (rode tilsituatie)
Algemene richtlijnen voor transfers:
Neem de juiste houding aan
Verdeel de werklast gelijkmatig
Stel het bed op de juiste werkhoogte in
Duw voorwerpen als je ze verplaatst
Gebruik voor het tillen en verplaatsen de grote spieren
Niet leunen en strekken
Vraag hulp of gebruik apparatuur bij zware patiënten of lastige situaties
Draai je lichaam niet tijdens transfers
Houd onderrug in neutrale positie
7.1.1 Ziektekiem
1e stap: op een micro-organisme in staat is om een infectie te veroorzaken, hangt af van een
aantal omstandigheden: de virulentie en de hoeveelheid aanwezige organismen, de
vatbaarheid van de gastheer, het bestaan van een porte d’entree en de affiniteit van de
gastheer om het micro-organisme te herbergen.
7.1.2 Besmettingsbron
2e stap: bron van micro-organismen dat zich in mensen, dieren of de omgeving bevindt
(exogene infecties). Ook mogelijk door micro-organismen die tot de natuurlijke flora
behoren (endogene infecties).
7.1.3 Porte de sortie
3e stap: via excreten, secreten of via bloed kunnen micro-organismen de besmettingsbron
verlaten.
7.1.4 Besmettingsweg
4e stap: overdracht van micro-organismen. Er zijn vijf manieren. De drie belangrijkste zijn:
Contact
Via druppeltjes
Via lucht
De twee anderen zijn: overdracht door een drager of vectoren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julia-stel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.