100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Elementair belastingrecht (2021) - Hoofdstuk 1, 4, 6, 7, 8, 9, 11, 13 en 14 $4.28   Add to cart

Summary

Samenvatting Elementair belastingrecht (2021) - Hoofdstuk 1, 4, 6, 7, 8, 9, 11, 13 en 14

4 reviews
 114 views  22 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Elementair belastingrecht. De hoofdstukken 1, 4, 6, 7, 8, 9, 11, 13 en 14 zijn samengevat.

Preview 4 out of 70  pages

  • No
  • 1, 4, 6, 7, 8, 9, 11, 13, 14
  • September 11, 2021
  • 70
  • 2021/2022
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: cyanbauer • 1 month ago

review-writer-avatar

By: willemverriet • 3 months ago

review-writer-avatar

By: rickeggink • 2 year ago

review-writer-avatar

By: Sarah999 • 3 year ago

avatar-seller
Elementair Belastingrecht
Hoofdstuk 1: Economische kenmerken van belastingheffing

1.1 Plaatsbepaling belastingleer

Op alle terreinen van het maatschappelijke leven komt men op een of andere manier met
belastingheffing in aanraking.

Belasting als prijs voor de collectiviteit
Een gemeenschap kent gemeenschappelijke voorzieningen. Dergelijke collectieve goederen
(groepsgoederen) werpen als zodanig hun nut af voor de collectiviteit (de groep). Door hun
grootschaligheid behoort particuliere productie meestal niet tot de mogelijkheden. Belastingen zijn de
prijs daarvoor.

Collectieve goederen
Kenmerk van de collectieve goederen is dat zij in beginsel ter beschikking staan van alle personen die
deel uitmaken van de gemeenschap. Het gebruik ervan door de één, belemmert de
gebruiksmogelijkheden van de ander niet. Ordeningsmechanismen die het gebruik moeten reguleren,
kunnen wenselijk en nodig zijn.

Belastingheffing voor de bekostiging van collectieve goederen is het aangewezen instrument. De
keuze van de heffingsgrondslag en de vormgeving van de heffing worden mede bepaald door het
karakter van de voorziening. Daarbij zijn diverse verdelingsmethoden mogelijk. De keuze van het
verdelingsprincipe (belasting naar draagkracht, naar profijt of andere verdeelmaatstaven) houdt de
politieke gemoederen doorgaans stevig bezig.

Voor collectieve goederen geldt dat beleidsmakers (politici en ambtenaren) de gezamenlijke behoefte
moeten inschatten. Zij moeten ook de prijs bepalen die de samenleving er naar verwachting voor
wenst te betalen. De vertaling van die prijs in een heffing is een lastige aangelegenheid.
Bekostiging via belastingheffing impliceert ook het risico van liftersgedrag. Belastingheffing vereist
daarom van de overheid een stringent nalevings- en handhavingsbeleid.

Quasi-collectieve goederen
Onder quasi-collectieve goederen worden de goederen en diensten verstaan die, evenals de
individuele goederen, individuele nuttigheid hebben en op de markt verhandelbaar zouden kunnen
zijn. Maar om beleidsmatige redenen worden deze goederen en diensten voortgebracht alsof het
collectieve goederen zijn. Onderwijsdiensten bijvoorbeeld kunnen via het marktmechanisme worden
verstrekt, maar toch worden vele onderwijsdiensten in Nederland als collectief goed aangeboden. Dat
geldt ook voor de zorg, beveiligingsdiensten, brandweeractiviteiten etc. De bekostiging vindt dan
geheel of gedeeltelijk via de belastingheffing plaats.

Individuele goederen
Individuele goederen worden in beginsel via het marktmechanisme op basis van particulier initiatief
voortgebracht. Het nut van deze goederen heeft een individueel karakter. Consumptie door de één,
sluit doorgaans – in tegenstelling tot de collectieve goederen - de ander als consument uit. Een
voorbeeld is de NS.

1.2 Fiscale politiek

Uit het voorgaande blijkt dat belastingheffing primair een middel is tot bekostiging van publieke
voorzieningen en verdeling van de collectieve laten. Deze budgettaire functie zou men als haar
klassieke functie kunnen aanduiden. De verdeling van de lasten wordt bepaald door de heersende
maatschappelijke opvattingen.

Daarnaast heeft de belastingheffing ook een instrumentele functie. Dit betekent dat de belastingheffing
inzetbaar is als instrument in de beleidsvorming van de overheid. De belastingheffing fungeert dan als
stuurgeld. Deze functie heeft de laatste jaren nadrukkelijk aan belang gewonnen.

,Beleidsdoelstellingen
Als doelstellingen van de economische politiek gelden:
- Redelijke inkomensverdeling;
- Aanvaardbare economische groei;
- Volledige werkgelegenheid;
- Evenwicht op de betalingsbalans;
- Stabiel prijspeil;
- Bescherming van het fysieke leefmilieu.

Beleidsinstrumenten
De beleidsinstrumenten die de bewindslieden ter beschikking staan, zijn in te delen in twee
categorieën: zij zijn (1) ófwel gericht op de regulering van de geldstroom (financiële sfeer), ófwel (2)
gericht op de regulering van de goederenstroom (reële sfeer). De belastingheffing raakt beide sferen.
Ze maakt vanwege haar invloed op de rijksbegroting als zodanig deel uit van de financiële politiek van
de overheid. Haar effecten blijven echter niet beperkt tot de financiële sfeer. Belastingen oefenen
namelijk tevens invloed uit op de reële sfeer. Dit kan rechtstreeks gebeuren via gerichte fiscale
maatregelen die met dit doel in de wetgeving worden ingebouwd. Denk bijvoorbeeld aan de
ontmoedigende tabaks- en alcoholaccijns. Maar er is ook een indirecte beïnvloeding mogelijk door de
wijze waarop de samenleving op een meer algemene belastingheffing reageert. Zo heeft een hoge
belastingdruk op winsten en lonen doorgaans een remmende werking op economische activiteiten en
belemmert zodoende de groei.

De innerlijke spanning van het belastingrecht: recht en economie
De belastingwetgever wordt permanent geconfronteerd met de reeds gesignaleerde spanning tussen
doelmatigheid en rechtvaardigheid, ofwel tussen economische sturing en rechtsbeslissingen. Van de
overheid wordt verwacht dat zij sturing geeft aan de samenleving. Als sturende autoriteit komt ze
echter regelmatig in aanvaring met de in de samenleving heersende rechtsopvattingen. Er is spanning
tussen het particuliere en het publieke belang. Belastingheffing ligt van nature in een spanningsveld.

1.3 Functies van de belastingheffing

De belastingheffing heeft verschillende functies. De volgende functies kunnen worden onderscheiden:
- De budgettaire functie;
- De instrumentele functie;
- De steunfunctie.

1.3.a De budgettaire functie

De functie die vanouds de meeste aandacht heeft gekregen is de budgettaire functie. De belasting
wordt geheven ter bekostiging van de overheidsuitgaven. De ideale situatie is de samenleving waarin
de burger zich zodanig verbonden voelt met het gemeenschapsbelang, dat hij trouwhartig de
gevraagde belasting afdraagt. De geschiedenis levert echter voorbeelden van het andere uiterste.

1.3.b De instrumentele functie

Naarmate de belastingen hoger werden – en de gevolgen van de belastingheffing scherper werden
geanalyseerd -, konden ook de andere functies duidelijker worden onderkend. Aan de belastingheffing
werd ook een instrumentele functie toegekend. Zij werd een besturingsinstrument. Ter onderscheiding
van de budgettaire functie, sprak men over nevendoeleinden van de belastingheffing als de
belastingheffing rechtstreeks dienstbaar werd gemaakt aan een doelstelling van economische politiek.
Door de toenemende rol van de overheid als regulator van het maatschappelijk leven is het aantal
nevendoeleinden van de belastingheffing in de loop van de tijd sterk toegenomen. De met deze
regulering gepaard gaande geldstromen worden ook wel aangeduid als ‘belastingsubsidies’.

Ad 1. Het allocatieve instrument

Door de dominante rol van de overheid in het maatschappelijk leven is de allocatieve functie van de
belastingheffing fors toegenomen. Zo pleegt de overheid in te grijpen in het productieproces. Dit kan
rechtstreeks gebeuren door zelf de productie ter hand te nemen, maar ook door indirecte beïnvloeding
via subsidies of fiscale maatregelen. De wens tot bijsturing van het consumentengedrag kan

,voortkomen uit de maatschappelijke opvatting dat bepaalde vormen van consumptie ontmoedigd moet
worden (alcoholaccijns) of juist stimulering verdienen (laag btw-tarief voor boeken). In de economische
literatuur is dan sprake van ‘merit-‘ of ‘demerit’-goods (bemoeigoederen).

Belastingsubsidies (taks expenditures)
Onder belastingsubsidies worden verstaan de tegemoetkomingen in de belastingwetgeving die
inbreuk maken op de normale structuur van de wet, maar die in de wet zijn opgenomen om een
beleidsdoelstelling te realiseren die de overheid ook via directe uitgaven had kunnen nastreven. Het
betreft doorgaans beperkingen op de belastinggrondslag in de vorm van aftrekposten, tarieffaciliteiten
of vrijstellingen.

Voordelen:
- De belastingsubsidie heeft door haar specifieke karakter een zeer doelgerichte werking;
- Door de subsidies onder te brengen in het fiscale stelsel is automatisch het institutionele
fiscale kader beschikbaar;
- Het belastingadvieswezen zal de vereiste expertise ontwikkelen en rekent het tot zijn reguliere
taak ondernemingen en particulieren op de gebruiksmogelijkheden te attenderen.

Nadelen:
- De uitzonderingsbepalingen maken de belastingwetgeving ingewikkelder;
- De effectiviteit is minder goed meetbaar;
- Bij progressieve tariefstructuren profiteren hogere-inkomensgroepen méér van de
belastingsubsidie dan de lagere-inkomensgroepen;
- De parlementaire controle op belastingsubsidies is minder groot dan bij een afzonderlijke
subsidiemaatregel het geval is, omdat deze onderdeel zijn van het belastingstel en daarin
geruisloos meelopen.

Ad 2. Het stabilisatie-instrument

De belastingheffing kan worden ingezet als instrument van conjunctuurbeleid. In tijden van
onderbesteding zou de belastingwetgeving besteding bevorderende prikkels moeten afgeven. In tijden
van overbesteding zou het omgekeerde moeten gebeuren. De bestaande wetgeving kent een dergelijk
mechanisme in de vorm van de zogenoemde wiebeltax. De minister van Financiën heeft de
bevoegdheid om uit conjuncturele overwegingen over te gaan tot tijdelijke verhoging of verlaging van
een aantal belastingen. Deze verhoging of verlaging mag ten hoogste 5% bedragen.

Ad 3. Het verdelingsinstrument (herverdelingsbeleid)

In de vrijemarkteconomie wordt de primaire inkomensverdeling bepaald door de geruilde hoeveelheid
en de prijs. Voor de prijsvorming zijn de vraag- en aanbodverhoudingen op de markt bepalend.

In veel gevallen moet de overheid het markmechanisme bijsturen om tot het gewenste
maatschappelijke resultaat te komen (correctie van marktfalen). Daardoor wordt ook vaak het
belastinginstrument ingezet. Dat geldt in sterke mate op het terrein van de inkomensverdeling. De aan
de overheid ter beschikking staande instrumenten van inkomensbeleid zijn:
- Belastingen;
- Subsidies;
- Inkomensprijzen.

1.3.c De steunfunctie

Bij enkele belastingen is de steunfunctie die zij hebben voor één of meer andere belastingen een
belangrijk deel van hun bestaansrecht en daarmee van hun rechtsgrond. De vennootschapsbelasting
vervult zo’n steunfunctie in zeer sterke mate. Zij zorgt ervoor dat ondernemers en vermogensbezitters
de druk van de inkomstenbelasting niet al te gemakkelijk kunnen ontlopen door hun onderneming of
vermogen in te brengen in een NV of BV. Zonder vennootschapsbelasting zou er sprake zijn van een
‘belastingvrij veld’ dat de concurrentieverhoudingen zou verstoren.

1.4 Grondbeginselen van de belastingheffing

, De criteria waaraan een goed belastingstelsel dient te voldoen (4 e’s):
- Een belastingstelsel moet eerlijk zijn; dat wil zeggen dat het gedragen wordt door de
rechtvaardigheidsopvattingen van de samenleving;
- Een belastingstelsel moet effectief zijn; de gestelde doelstellingen van fiscaal beleid moeten
ook daadwerkelijk worden gerealiseerd;
- Een belastingstel moet efficiënt zijn; de gestelde doelstellingen moeten met zo weinig mogelijk
uitvoeringskosten worden verwezenlijkt;
- Een belastingstelsel moet eenvoudig zijn; grotere begrijpelijkheid van de regels zorgt ervoor
dat de rechten en verplichtingen duidelijker kenbaar zijn.

De zes beginselen van De Langen zijn:

- Het draagkrachtbeginsel;
Rechts- of
- Het profijtbeginsel
verdelingsbeginselen
- Het beginsel van de bevoorrechte verkrijging;

- Het welvaartsbeginsel;
Doelmatigheidsbeginselen
- Het beginsel van de minste pijn;
- Het beginsel van de optimale realisatie.

1.4.a Het draagkrachtbeginsel

Met name voor de loon- en inkomstenbelasting geldt het draagkrachbeginsel als het belangrijkste
verdelingsbeginsel. Dit beginsel houdt in dat belasting kan worden geheven naar rato van de
draagkracht van de belastingplichtigen. De concretisering vereist dat er consensus bestaat over de
maatstaf van draagkracht en de tariefstructuur.

 Maatstaf van draagkracht
Als maatstaven van draagkracht zouden kunnen worden gehanteerd:
1. Het inkomen;
2. De consumptie;
3. Het vermogen.

In onze inkomstenbelasting hebben we gekozen voor het inkomen als maatstaf en in de
loonbelasting voor het loon.

Een consumptiebelasting met de consumptie als heffingsmaatstaf kennen we in Nederland niet. In
een consumptiebelasting als draagkrachtheffing zou de jaarconsumptie het uitgangspunt voor de
heffing moeten zijn. Het verschil tussen een inkomsten- en consumptiebelasting is dat in een
consumptiebelasting het bespaarde gedeelte van het inkomen onbelast blijft tot het moment van
de consumptieve besteding.

Principes draagkrachtbeginsel
Aan het draagkrachtbeginsel ligt primair het gelijkheidsbeginsel ten grondslag. Dit houdt in dat
personen met eenzelfde draagkracht (gelijk inkomen) een gelijk bedrag aan belasting betalen
(horizontale gelijkheid). Wanneer zij evenwel een ongelijk inkomen hebben, is ook hun
draagkracht ongelijk. Het gaat daarbij om een evenredige toepassing van het gelijkheidsbeginsel
(verticale gelijkheid).

In de klassiek-liberale traditie is met name voor de loon- en inkomstenbelasting de ‘leer van het
evenredige nutsoffer’ als verdelingsnorm ontwikkeld. Het belastingtarief dient zodanig te worden
geconstrueerd dat iedereen een evenredig genot van zijn inkomen moet opofferen. Dit zal leiden
tot een progressieve tariefstructuur.

 De tariefstructuur
Nadat de maatstaf van draagkracht is vastgesteld, moet de tariefstructuur worden bepaald. Voor
de vaststelling van het draagkrachtig inkomen wordt doorgaans dat deel van het inkomen, dat het
individu of het gezin in staat moet stellen in zijn primaire levensbehoeften te voorzien, voor de
belastingheffing buiten aanmerking gelaten. Daartoe zijn twee technieken beschikbaar:
- De inkomensaftrekmethode

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ninaaaaaaa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28  22x  sold
  • (4)
  Add to cart