100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 10 basiskennis taalonderwijs $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 10 basiskennis taalonderwijs

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Hoofdstuk 10 taalbeschouwing uit het boek basiskennis taalonderwijs

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Hoofdstuk 10
  • September 12, 2021
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
H10 Taalbeschouwing Basiskennis Taalonderwijs
Het taalsysteem taal is een systeem dat is opgebouwd uit verschillende elementen: klanken,
woorden, zinnen en teksten.

Verschillende niveaus van taal

Niveau Regels voor Onderdeel taalkunde
Fonologisch niveau Uitspraak Fonologie
Morfologisch niveau Opbouw van woorden Morfologie
Syntactisch niveau Volgorde van woorden Syntaxis
Semantisch niveau Betekenis Semantiek
Pragmatisch niveau Gebruik Pragmatiek
Orthografisch niveau Spelling Orthografie


 Fonologie
 Uitspraak van woorden, de regels voor de volgorde van spraakklanken, de intonatie en het
woordaccent.
Spraakklanken: de kleinste elementen van een taal. Iedere taal heeft zijn eigen bijzondere
spraakklanken  ‘ai’ (Engels), ‘sch’ (Nederlands).
Als je gewend bent om een spraakklank op een bepaalde manier te vormen, dan is het moeilijk om
dit weer af te leren.
Foneem: een klank die betekenisverschil tussen twee woorden veroorzaakt.
Je spreekt van twee verschillende fonemen als twee spraakklanken ook verschillen in betekenis (beer
en been).
De klemtoon of het woordaccent kunnen er toe leiden dat woorden en zinnen op een manier
worden uitgesproken die bepalend is voor de betekenis.
Dit geldt ook voor het zinsaccent; als de de nadruk legt op een woord in een zin, geeft dat een
bepaalde betekenisnuancering.
Zinsmelodie: de intonatie waarmee een zin wordt uitgesproken.
Rijm heeft ook een bepaalde betekenis. Alliteratie of beginrijm  een speels effect doordat alle
woorden met dezelfde klank beginnen (net zoals bij eindrijm).
 Morfologie
Morfeem: het kleinste betekenisdragende element van een taal.
o Vrij morfeem: morfemen die als los woord kunnen voorkomen en niet verder zijn op te
splitsen in betekenisdragende delen (huis, paard, tuin)
o Gebonden morfeem: morfemen die je niet als woord kunt gebruiken, maar altijd gekoppeld
zijn aan een ander woord (voor- en achtervoegsels).
Vier verschillende morfologische principes:

, o Samenstelling: twee losse woorden worden samengevoegd tot één nieuw woord.

o Afleiding: een woord waarvan niet alle delen als zelfstandig woord kunnen voorkomen; er
wordt een gebonden morfeem toegevoegd aan een woord (nattig, weigering).
o Verbuiging: ook hierbij wordt een gebonden morfeem aan een vrij morfeem gekoppeld,
maar er ontstaat geen geheel nieuw woord (beesten, mooie).
o Vervoeging: Het toevoegen van –t, -en, -te, -ten, -de of –den.

Syntaxis: de leer van de zinsbouw; de regels voor het combineren van woorden tot zinnen.
De regels voor combinatiemogelijkheden van woorden in een zin  grammaticale of syntactische
regels.
o Syntactisch niveau: de regels voor het combineren van woorden (woorden, woordgroepen,
zinsdelen, zinstypen)
1. Woorden: van de afzonderlijke woorden in een zin nagaan tot welke woordsoort ze
behoren. De 10 woordsoorten:
 Zelfstandig naamwoord
 Bijvoegelijk naamwoord
 Telwoord (onbepaalde en bepaalde hoofd- en rangtelwoorden)
 Werkwoord (hww, kww, zww)
 Lidwoord
 Voornaamwoord (persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend, onbepaald,
betrekkelijk, vragend)
 Bijwoord
 Voorzetsel
 Voegwoord (neven- en onderschikkend)
 Tussenwerpsel
De indeling in woordsoorten is gebaseerd op drie verschillende criteria:
I. De vorm van een woord
II. De betekenis van een woord
III. De combinatiemogelijkheden met andere woorden
2. Woordgroepen: de relaties tussen woorden.
Bijvoegelijke bepaling: de woorden die extra informatie geven (zonnige)
3. Zinsdelen: de relatie hiertussen. Binnen een zin heeft elk zinsdeel een eigen functie.
Verschillende functies van zinsdelen:
 Onderwerp
 Werkwoordelijk gezegde
 Naamwoordelijk gezegde

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KarinNakworst. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
Add to cart
Added