100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting examen Organisaties begrijpen $3.90   Add to cart

Summary

Samenvatting examen Organisaties begrijpen

 29 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting examen Organisaties begrijpen 2e jaar Sociaal Werk aan de Arteveldehogeschool (AJ )

Preview 4 out of 44  pages

  • September 12, 2021
  • 44
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
ORGANISATIES BEGRIJPEN


INTRO

Organisaties en organisatieleer
Definitie van organisaties
Organisaties zijn doelgerichte samenwerkingsverbanden van mensen.
Het zijn constructies en reconstructies van de vormgeving van een sociaal verband om bewust
doelstellingen te bereiken (de finaliteit).

Raakvlakken
sociologie, psychologie, agogiek, antropologie, recht, economie, geschiedenis, organisatie en
managementtheorieën, filosofie, politiek en beleid

Stromingen in het kijken naar organisaties
organisaties zijn er altijd al geweest

organisatieleer = het bestuderen van gedrag van organisaties, de factoren die dit gedrag veroorzaken en
hoe deze organisaties het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden

het ontstaan ervan loopt gelijk met de moderniteit

voor 1800: ambachten en gilden
- belang van traditie
- onafhankelijkheid van ambachtslieden, geen personeel

1e IR tss 1760 en 1830
- stoommachine brengt kentering teweeg in arbeid
- bedrijven ontstaan
- vanaf E19e E: aandacht voor organisatiekunde en theorieën hierover
- 3 stromingen: - scientific management
- human relations benadering
- revisionisme
- open systeem model

Scientific management
- E19e E - 1935
- op een wetenschappelijke wijze vorm geven aan (het aansturen van) bedrijfsprocessen
- gebaseerd op militair model
focus:
- Taylor = belangrijkste exponent van deze stroming
- streven naar efficiëntie staat voorop - efficiëntie
- lopende band - arbeidsdeling
- mens w verlengstuk van machine - command & control
- mens = rationeel wezen dat alleen gemotiveerd w door geldprikkels - processen ontwerpen

,- Fayol = general management theory
- prévoir (plannen)
- organizer (organiseren)
- commander (opdrachten geven)
- coordiner (coördineren)
- contrôler (controleren)

- Weber = de bureaucratische organisatie
- functievervulling moet onafhankelijk zijn, mensen moeten obv hun kennis en vaardigheden een functie
krijgen (geen vriendjespolitiek)
- eenheid-van-bevelprincipe (iedere werknemer maar 1 baas)
- formalisering van regels (leidt tot administratie én gelijkvormigheid)
focus:
Human Relations benadering
- 1935 - 1955 - impact van sociale context
- Hawthorne experimenten: belang van sociale aspecten (door ook aandacht te geven aan sociale
verhoudingen binnen organisatie kan meer succes behaald w)
- groeiende aandacht voor de ‘sociale mens’: humanistisch perspectief
- organisaties zijn nog gesloten systemen: - door beperkte overheidsinvloeden
- door schaarste op economische markt

Revionisme
- ‘60
focus:
- D. McGregor
- probeerde scientific management en human relations benadering te combineren - behoeften
- van economische en sociale behoeften naar ontplooiingsbehoefte (Maslow) - motivatie
- taakverrijking en motivatie staan centraal
- medewerkers: van kostenpost naar ‘menselijk kapitaal’
- systeemdenken
- medezeggenschap en delegatie focus:

Open-systeem model - strategie
- ’80 (in ontwikkeling sinds ’60) - samenwerking
- organisatie als systeem dat zonder de omgeving niet kan functioneren - leren en ontwikkelen
(tss omging en organisatie vindt interactie plaats omdat de organisatie een systeem is)
- stijgend belang van technologie en globalisering
- meer samenwerking

Nu?
- welzijn op het werk - generaties op de werkvloer (millenials)
- belang van communicatie - digitale transformatie/COVID-transformatie
- ‘war for talent’ (verpleegkundigen, ICT)
- steeds meer aandacht voor duurzaamheid (duurzame economie en duurzame loopbanen)
- VUCA-omgeving (Volatile, Uncertain, Complex, Ambiguous) → nood aan flexibilisering

, Systeemdenken
Systeembenadering
- een organisatie als levend systeem
- systeem + herkenbare entiteit die uit meerdere delen bestaat
- systeem is geheel dat in interactie staat met omgeving en zich aanpast om te kunnen overleven

Universele wetmatigheden van systemen
- ordenen
- de ordeningsvraag is ingewikkelder in organisatiesystemen dan in familiesystemen
- allerlei ordeningen lopen door elkaar (functies, competenties, anciënniteit, bijzondere prestaties,…)
- hiërarchie is een dominante wijze van ordenen
- ordening gaat niet over gelijkwaardigheid maar over duidelijkheid
- → regel: er is rust en stabiliteit in een organisatie als iedereen zijn eigen posities inneemt en de daarbij
horende verantwoordelijkheid opneemt
- uitwisselen
- faire balans tss investeren en terugkrijgen (wederkerigheid) (zonder uitwisseling stagneert elke relatie)
- → regel: wat je investeert moet je ongeveer terugkrijgen om een relatie gezond te houden

Kenmerken van levende systemen
- levende systemen zijn gericht op overleven
- elk systeem is deel van een groter geheel
- elk systeem leeft door permanente uitwisseling
- de delen van het systeem staan ten dienste van het geheel
- het geheel is meer dan de som van de delen
- in de delen tonen zich de eigenschappen van het geheel
- levende systemen kennen zelfregulering
- een levend systeem kent een dynamisch evenwicht tss behoud en uitwisseling


Veranderende wereld
Externe complexiteit: in de omgeving
- neoliberalisering
- individualisering, diversiteit
- beheersbaarheidsdenken
- corporatisering en economisering
- verantwoording en transparantie
- digitalisering en connectiviteit
- corona

, Interne complexiteit
- vaak combinatie van rollen
- typologie van Gastelaars
- selectiebureaucratie: algemene rechtsregels toepassen op individuele gevallen
- individuele dienstverleners: gericht op zeer individuele vragen en hierbij niet louter een
klant-leveranciersrelatie met klant onderhouden maar samenwerkings- of co-creatierelatie
- massadienstverleners: bieden vrij gestandaardiseerde diensten aan aan grote groepen klanten
- professionele dienstverleners: hoog opgeleide professionals met hoge deskundigheid/
verantwoordelijkheden voeren taken uit en nemen beslissingen die moeilijk te standaardiseren zijn
(worden daarom vanuit de professie gestuurd)
- zorgarrangementen: 24/7 beschikbaar voor opvang en begeleiding van klanten


KLANTGERICHTHEID ALS OVERKOEPELEND THEMA
Klantgerichtheid
- intentie ≠ perceptie
- niet iets wat je doet → iets wat je bent
- bepaald door klant, niet door organisatie
- geen losse acties of deel van een organisatie → integraal en geïntegreerd concept
(van alles doen rond klantgerichtheid → in alles wat je doet klantgericht zijn)
- gaat over dienstbaarheid, geen slaafsheid (geen sigaretten in Disneyland ondanks klachten)
- blijkt uit toegankelijkheid, service, vriendelijkheid medewerkers, tevredenheid meten bij klanten


Klanten
Klanten
- te nauw economische benadering
- klant = iemand die geld doet toevloeien naar ons bedrijf
- verschil tss afnemer en opdrachtgever
- als socialprofitorganisatie zijn afnemers en opdrachtgevers vaak van elkaar onderscheiden
- naast afnemers ook opdrachtgever als ‘klant’ waarmee we contractuele relatie onderhouden
- te ver verschuivende machtsbalans
- u vraagt, wij draaien

- gericht op match tss nood en aanbod
- klanten = mensen die warme interesse hebben in wat u doet
- gericht op relatie
- klant = persoon/organisatie die relatie met organisatie onderhoudt en (tegen betaling) gebruikt maakt
van haar diensten/producten
- stakeholders
- interne en externe klanten
- gericht op doelstelling
- klanten = mensen die je helpt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tinedevos1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75619 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.90
  • (0)
  Add to cart